‘Bondjes’ smeden op het verkeerde moment
Het grimmige internationale handelsklimaat maakt Europese samenwerking extra belangrijk. Daarom is de koers die Nederland nu vaart teleurstellend.
Dat politici soms onverstandige beslissingen nemen als het gaat om economisch beleid is niet nieuw. Maar de afgelopen weken waren wel erg teleurstellend. Allereerst heb ik het natuurlijk over de importheffingen op staal en aluminium die de Amerikaanse president Trump wil invoeren. Het probleem dat hij ziet –de teloorgang van de industrie in zijn land– is reëel. Maar deze is een gevolg van ontwikkelingen die niemand kan en ook niet moet tegenhouden. Nieuwe technologieën leiden voortdurend tot verandering, waarbij de ene sector opkomt en de andere verdwijnt, productie wordt verplaatst naar andere landen en handelsstromen verschuiven. Dat is globalisering.
De welvaart is hierdoor wereldwijd sterk toegenomen, maar heeft ook ongewenste neveneffecten. Denk aan werkloosheid in specifieke sectoren en regio’s, of aan de toenemende belasting van het milieu. De industriële revolutie bracht twee eeuwen geleden naast welvaart ook uitwassen mee, zoals uitbuiting en kinderarbeid, totdat er sociale wetgeving kwam. Het vraagt om goed beleid van en regulering door overheden. Die moeten wel op het juiste niveau kunnen opereren. Milieuvervuiling, oneerlijke concurrentie en belastingontwijking trekken zich niets aan van grenzen of maken er juist misbruik van. Nationale overheden kunnen de problemen niet alleen aanpakken. Internationale samenwerking is gewenst.
Een nuttige rol is hierbij weggelegd voor de Europese Unie. En daarom is het teleurstellend dat Nederland, dat zo sterk profiteert van de samenwerking, zich ontwikkelt tot dwarsligger. Eerst was er de lezing van premier Rutte in Berlijn, die vooral in het teken stond van het tegenhouden van een ruimere EU-begroting. Er is niks mis met zuinigheid. Maar zoals EU-commissaris Timmermans het verwoordde: Begin niet met de vraag wat het kost, maar kijk naar wat je wil dat de EU doet. Geld uitgeven voor het vernieuwen van de economie, betere grensbewaking en meer veiligheid is geen verspilling.
Ernstiger was misschien nog wel dat de toespraak duidelijk maakt dat Rutte de rol van de EU liever zo klein mogelijk houdt. Dat kwam ook naar voren uit het verrassende bericht dat onze minister van Financiën, Hoekstra, de afgelopen maanden hiervoor een coalitie heeft gesmeed. Samen met acht andere kleinere lidstaten wil Nederland een blok vormen tegen de hervormingsplannen van Duitsland en Frankrijk. Hoekstra vreest dat de rijkere lidstaten opdraaien voor falend beleid van de armere. Natuurlijk moeten landen hun zaken intern op orde hebben, maar als de crisis ons iets heeft geleerd is het wel dat een monetaire unie niet goed werkt als politieke samenwerking ontbreekt.
In plaats van het vormen van ‘bondjes’ binnen de EU kunnen Rutte en Hoekstra beter aanschuiven bij Merkel en Macron om mee te praten en te denken over een versterking van de Unie. Net zoals de onlangs overleden ex-premier Lubbers destijds de verbinding zocht en ervoor zorgde dat onze stem gehoord werd. Het grimmige internationale handelsklimaat maakt Europese samenwerking juist nu extra belangrijk.
De auteur is werkzaam in de financiële sector en schrijft over ontwikkelingen in de wereldeconomie.