Toespraak nieuwe preses
De integrale tekst van de toespraak die ds. Van Meggelen zojuist hield (bron: Protestantse Kerk):
„Geachte Synodeleden, zusters en broeders,
Ik was ooit op Iona, een Schots eilandje en pelgrimsoord. Bij de baai,
waar Columba aan land kwam om het evangelie te verkondigen,
neem je deel aan een ritueel. Op het keienstrand wordt je gevraagd
twee stenen op te pakken. Bij de ene steen mag je bedenken wat je
op het eiland wilt achterlaten omdat het tot het verleden mag gaan
behoren. Deze steen werp je voor je weer verder gaat in zee. Bij de
andere steen bedenk je wat je van het eiland wilt meenemen, een
inzicht of verlangen dat gerijpt is en dat je nu wilt integreren in je
leven. Deze steen neem je mee. Ik heb ‘m hier bij me… Een steen die
voor mij met een grote beslissing in mijn leven verband hield.
Eigenlijk is het leven niet anders dan stenen wegwerpen en stenen
oppakken. Zoals Prediker al verwoordde. Er is een tijd om te bewaren
en een tijd om weg te gooien. Met een beetje fantasie kun je dat op
allerlei aspecten van deze dag betrekken. Een preses gaat en een
preses komt. Niet dat we je in zee gaan werpen, Karin, geenszins wat
mij betreft, ik mag voortbouwen op wat jij hebt bewerkt.
Ik zou het op mezelf van toepassing kunnen laten zijn: ik verlaat voor
een deel de plaatselijke gemeente, mijn gemeente waar ik nog niet
uitgewerkt ben, om de landelijke kerk te dienen.
Keuzes maken: wat doe je weg en wat neem je mee? Daarin heeft u
als Generale Synode, onze landelijke kerk de moed gehad om grote
beslissingen te nemen. Diverse kleinere classes maken plaats voor
een elftal grotere. We nemen nieuwe elementen op, die soms oud
lijken, zoals de ringen, of die echt nieuw zijn, zoals de functie van
classispredikant. Keuzes maken heeft gevolgen. Wat in de zee
geworpen wordt vind je niet meer terug. En je moet het doen met
wat je hebt meegenomen, sterker nog, dat nieuwe houdt een belofte
in. Je bidt dat waar mag worden waar je naar streeft.
Vandaag hebt u mij benoemd als nieuwe preses. Het was een
verrassing dat dit op mijn weg kwam en ik dank het moderamen en
ook u allen voor het vertrouwen. Ik ervaar het als een geweldige
kans. Een kans om op een bijzondere plek mee te mogen werken aan
de toekomst van onze Protestantse Kerk. Ik houd van de Kerk, al mijn
leven lang, en op wat voor plaats God mij ook roept, daar wil ik zijn
Kerk dienen. Voor mij is dat nu deze plek.
Weggooien en oppakken. Ik begrijp dat weggooien melancholie kan
oproepen. Alle begrip daarvoor. Soms mag je best even voelen wat of
wie je mist. Is het belangrijk om te rouwen. Ik wil daar ook aandacht
voor hebben tijdens mijn termijn als preses. Wat het ook is dat
gemist wordt: de oude, overzichtelijke classis relatief dichtbij; de
wijkgemeente die zijn deuren moet sluiten, de dominee die niet meer
betaald kan worden of het betekenisverlies van je geloof, wat ik bij
velen waarneem. Wat het ook maar is, laat het mij weten als u pijn
meedraagt om wat u verloren hebt. Maar verzamelen en meenemen
biedt ook nieuwe mogelijkheden. Ik ervaar élan, ik zie nieuwe
initiatieven een kans krijgen, missionaire initiatieven, creatieve
oplossingen, een organisatie die moet gaan dienen om het
geloofsgesprek met overtuiging te voeren. Ik wil mijn best doen om
te faciliteren, om kinderziektes die bij een grondige verbouwing nu
eenmaal aan het licht komen te verhelpen. Om het categoriaal
pastoraat ook op een goede manier onder te brengen. Ik wil u als
Synodeleden het gevoel geven dat u voldoende toegerust kunt
bijdragen aan besluitvorming én aan informatieoverdracht naar uw
achterban.
Ik dank mijn God dat ik lid van zijn kerk mag zijn. Samen met u,
samen met mensen uit alle lagen van de bevolking, van alle gezindten
en kleuren in onze samenleving. Een plek om ieder persoonlijk en
samen van de Heer te zijn, kerk komt van kuriakè, ‘van de Heer zijn’
betekent dat. Met eerbied voor het verleden, met een beloftevolle
toekomst voor ogen. De koers is uitgezet. Ik zie er naar uit om samen
met u verder op weg te gaan. Dank u wel.”