Opinie

De SPD zegt ja

In Berlijn ging zondag een zucht van verlichting op die tot ver buiten Duitsland doorklonk. De sociaaldemocraten van de SPD hebben hun goedkeuring gegeven aan een regering met CDU/CSU.

Hoofdredactie
5 March 2018 10:04Gewijzigd op 16 November 2020 12:45
SPD-leider Olaf Scholz (r.) makte zondag bekend dat leden van zijn partij voor regeringsdeelname zijn.  Dat was de uitkomst van een dit weekend gehouden referendum onder leden van de SPD.  beeld AFP, Michael  Kappeler
SPD-leider Olaf Scholz (r.) makte zondag bekend dat leden van zijn partij voor regeringsdeelname zijn. Dat was de uitkomst van een dit weekend gehouden referendum onder leden van de SPD. beeld AFP, Michael Kappeler

Hiermee is een politieke ramp voorkomen. Er zijn namelijk geen alternatieve coalities mogelijk. Een ”nee” van de SPD zou op nieuwe verkiezingen zijn uitgedraaid, wat minder dan een halfjaar na de stemming in september een nederlaag zou zijn geweest.

De steun van de 463.000 SPD-leden was groter dan verwacht. Precies twee derde (66 procent) van de leden stemde in met deelname aan de zogeheten ”grote coalitie” onder bondskanselier Merkel. In januari was de steun tijdens een ledenvergadering beduidend kleiner.

De SPD kan ook wel wat steun gebruiken. De partij haalde in 2005 nog 34 procent van de stemmen, vijf maanden geleden kwam ze niet hoger dan 20,5 procent; een historisch dieptepunt. In die jaren daartussen liggen onder meer twee grote coalities. De kiezer heeft dus weinig waardering getoond voor wat de SPD heeft gedaan.

De vraag is of de partij dit verlies heeft verdiend. Vanuit links perspectief heeft de SPD toch behoorlijk wat bereikt. Zo kent Duitsland (eindelijk) een wettelijk minimumloon. Ook heeft de SPD voor elkaar gekregen dat een kleine groep mensen al met 63 jaar met pensioen kan. Maar de kiezer toonde zich niet dankbaar.

Ook het nieuwe coalitieprogramma bevat zulke ”leuke dingen voor linkse mensen”. De SPD heeft weten te bereiken dat de kinderbijslag omhooggaat, dat de kinderopvang wordt uitgebreid en dat verdere liberalisering van de arbeidsmarkt wordt opgeschort.

Duitsland lijdt net als Nederland aan een verzwakking van de oude volkspartijen die het land na de Tweede Wereldoorlog hebben opgebouwd. Vooral de christen- en de sociaaldemocraten hebben daarmee te maken. De steun van de kiezer ging in plaats daarvan al langer naar kleine linkse partijen, en sinds de jongste Bondsdagverkiezingen ook naar de rechtse populisten van de AfD. Ondanks de kiesdrempel kent het Duitse parlement inmiddels dus een record aan partijen. De afgelopen maanden bewijzen dat dit het vormen van een regering inderdaad moeilijker maakt.

Getalsmatig zou het mogelijk zijn de Alternative für Deutschland (AfD) met 12,6 van de stemmen in een coalitie te betrekken. Alle andere partijen hebben samenwerking met de AfD echter om politieke redenen uitgesloten. Dat is ook te begrijpen. Juist in Duitsland is het wantrouwen tegen deze nieuwe rechtse beweging heel groot. Binnen de AfD is er ruimte voor mensen die zich heel ‘genuanceerd’ (lees: vergoelijkend) uitlaten over de Holocaust. Bovendien bestaat de indruk dat de partij meer belangstelling heeft voor het afbreken van de bestaande orde in Duitsland dan het opbouwen van het land door het nemen van beleidsverantwoordelijkheid. De AfD kan daarom beter eerst maar een paar termijnen in de Bondsdag laten zien wat ze waard is.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer