Opinie

Als vaders zwijgen

Ouders/vaders kunnen hun kinderen in diepe vertwijfeling achterlaten. Omdat er gezwegen wordt over de zaken die ertoe doen. Bij communisten en bij gereformeerden.

Dr. Bart Jan Spruyt
5 March 2018 08:42Gewijzigd op 16 November 2020 12:45Leestijd 5 minuten
Van de historica Jolande Withuis verscheen recent het boek ”Raadselvader”, over haar vader Berry Withuis, een geharnaste en bevlogen communist. Eerder schreef ze ”Juliana. Vorstin in een mannenwereld”. Foto: Jolande Withuis tijdens de presentatie van laat
Van de historica Jolande Withuis verscheen recent het boek ”Raadselvader”, over haar vader Berry Withuis, een geharnaste en bevlogen communist. Eerder schreef ze ”Juliana. Vorstin in een mannenwereld”. Foto: Jolande Withuis tijdens de presentatie van laat

Je kunt het niet overal gewoon openlijk zeggen, maar graag wil ik hier gezegd hebben dat ik dezer dagen verrast en met veel genoegen in de pedagogische boeken van B. Florijn zit te lezen.

Florijn (1920) was jarenlang aan de Driestar in Gouda verbonden als docent pedagogiek. Hij is ook nadien artikelen blijven schrijven en lezingen blijven geven. Daarvan is het een en ander uitgegeven. In het boek ”Ouders en kinderen” uit 1998 en in de vijftien ”Opstellen over de christelijke opvoeding”, die onlangs in een mooi gebonden boek zijn gebundeld. Ik lees daarin dingen die ik nog nooit ergens heb gelezen en waar ik (hopelijk!) iets van leer.

Wat Florijn bijvoorbeeld in eerstgenoemd boek over de adolescentie schrijft, is zeer fijnzinnig en verhelderend. Het gaat over eenzaamheid en werkelijke vriendschap, en over de zoektocht naar het absolute. Florijn stelt dat het voor die zoektocht van groot belang is dat kinderen, pubers en adolescenten leren wat de werkelijke vragen van het leven zijn. Die vragen kunnen ze eigenlijk alleen maar leren, aldus Florijn, door echte gesprekken met hun ouders.

Maar daar mankeert het nogal aan. Wij ouders praten nog wel een beetje over wat wel mag en wat niet mag, maar laten onszelf verder vooral van onze onproblematische, oppervlakkige kant zien. We verhullen veel, als er al iets te verhullen valt. Onze kinderen kennen ons niet in ons leven voor Gods aangezicht, met alle hoogten en diepten.

Mede om die reden keren kinderen niet met de goede vragen tot zichzelf in, leren ze de dingen niet in hun absoluutheid te zien en zal hun geweten niet spreken (...) „en laten we dat nooit gering achten, want het heeft de Heere vaak behaagd, juist dan het kind soms zo zacht in het hart te grijpen op zo’n ontzaglijke wijze dat het nooit meer verder kan totdat het God behaagt Christus in hem te openbaren.” Tere en fijnzinnige woorden die ik zo alleen maar bij dr. Aalders een keer eerder ben tegengekomen.

Communistenkind

Het belang van deze zaken werd mij opnieuw duidelijk toen ik de afgelopen weken enkele interviews en beschouwingen las met en over Jolande Withuis (1949). Withuis is een bekende en bekwame historica. Ze schreef onder meer een biografie van koningin Juliana. Nu heeft ze een boek geschreven over haar vader Berry Withuis, een geharnaste en bevlogen communist. ”Raadselvader” heet het boek, want dat was haar vader gebleven: een raadsel. De diepste vragen waren in de gesprekken met elkaar nooit gesteld, laat staan beantwoord. Hij was zeer dominant: zij dacht en handelde zoals hij dacht en handelde, of beter: hij dacht en handelde in haar.

Omdat het communisme superieur werd geacht, en alle andersdenkenden burgerlijk en decadent, was de relatie tot hen altijd gespannen, zo niet overspannen. „Wij horen er niet bij”, was het basisgevoel van een communistenkind. Het leven bestond verder uit tal van sociale codes. Alleen De Zaak, het Grote Doel, was heilig. Daaraan moest alles worden opgeofferd, ook je eigen leven en je gevoelens en je verlangens. Ook de waarheid (daarmee wordt geraffineerd gesjoemeld in werelden die door een harde ideologie worden bepaald). Graag had Withuis een keer van haar vader gehoord dat hij van haar hield.

Onzekerheid

Ik had me eigenlijk nog nooit gerealiseerd dat het voor een communistenkind inderdaad verschrikkelijk moet zijn geweest om in zo’n wereld te leven. Een wereld van zwijgen en van raadsels, van wegcijferen en onderdrukken, van uitzien naar iets wat nooit komt. En dat het dan ook nog eens allemaal gevaarlijke flauwekul blijkt te zijn geweest.

Tegelijk was alles wat Withuis zei mij eigenlijk ook zeer vertrouwd, realiseerde ik mij. Haar wereld is namelijk ook de wereld van Jan Siebelink (hij tekent het verval, en in het verval onthult zich een deel van de waarheid): een afgesloten, in zichzelf gekeerde wereld waarin een geloof de liefde smoort, en waar mannen die ergens in geloven in hun naaste omgeving van vrouwen en kinderen veel onheil aanrichten. Door hun afwezigheid, door hun zwijgen, door hun weggestopte angsten en onbeleden zonden.

Het is de wereld van de film ”First Reformed” van Paul Schrader, de wereld van de vertwijfeling, die soms zelfs in alcoholisme wordt verdronken. Waar onzekerheid (dat zag de oude Gunning al) tot sociaal conformisme aan de eigen groep leidt: dan hoor je toch nog ergens bij.

Het is de bitter-verdrietige wereld zoals Liesbeth Labeur die heeft getekend in ”Een lamp voor mijn voet”, over Neeltje, die door haar bekeerde vader wordt misbruikt en die na zijn dood twee vaders in de hemelen heeft die niet met elkaar in overeenstemming te brengen zijn. Zonder vaders verlaat ze de begraafplaats.

Gedrag

Zwijgen, eenzaamheid, en de leegte camoufleren met conformistische braafheid. En alleen dat laatste zien onze kinderen; het andere vermoeden ze. Omdat we niet met hen spreken, aldus Florijn.

Je kunt ook spreken zonder het over jezelf te hebben, maar door wie je bent, door je gedrag. Je kunt ook spreken door niet over jezelf te spreken, maar over de Ander, over God en Zijn grote daden, in de Bijbel, de geschiedenis, de traditie, de eigen familie.

Vorig jaar overleden mijn schoonvader Teunis Gerrit Stigter en meester Bijl. Zij leken te leven bij het adagium dat een heer niet over zijn innerlijk spreekt, en een Stichtse (of Hoekschewaardse) boer al helemaal niet. Ze zwegen over zichzelf. Maar ze hebben gesproken, en het was een groot voorrecht hen te hebben gekend.

Vond je dit artikel nuttig?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer