Geestelijk medicijn
Mattheüs 26:6-7
„Als nu Jezus te Bethanië was, ten huize van Simon de melaatse, kwam tot Hem een vrouw, hebbende een albasten fles met zeer kostelijke zalf, en goot ze uit op Zijn hoofd, daar Hij aan tafel zat.”
Het Evangelie doodt de oude mens, het reinigt het hart en brengt Jezus’ beminnaars tot de reine liefde Gods. Het geeft sterkte in het lijden, troost en vreugde in nood en dood. Het geeft kracht, omdat de Geest Gods met het Woord gepaard gaat, om Jezus’ bloed en gerechtigheid op het geweten toe te passen. Die Goddelijke kracht zullen wij aan onze harten moeten ondervinden, willen wij zalig worden. Is dit Evangelie voor ons echter een dwaasheid, dan zullen wij eeuwig verloren gaan. Maar zal het Woord des kruises voor ons een kracht en wijsheid Gods zijn, dan zullen wij de toevlucht nemen tot de troon der genade om ogenzalf van de grote Heiland, die Hoorn van overvloed, te ontvangen. Dan zullen we Hem door een levend geloof mogen aanschouwen. Gezalfd om tot Zijn lijden, sterven en begrafenis te worden ingewijd. Mochten wij eens verwaardigd worden om Zijn genadezalf te mogen ruiken! Ja, dat Hij ons eens zijn mocht als een uitgestorte olie, opdat onze harten met Zijn Geest vervuld mochten worden, om Hem als onze Zaligmaker te mogen erkennen.
David Bruinings, predikant te Amsterdam (”Leerredenen”, 1751)