Cultuur & boeken

Levensschetsen van kinderen van God om Zijn roem te tonen

Opnieuw heeft ds. P. de Vries een boek aan zijn oeuvre toegevoegd. ”Gij zijt hun roem” kan worden beschouwd als een vervolg op ”Hoe zalig is het volk”, dat in 2014 verscheen.

J. Mastenbroek
23 February 2018 16:39Gewijzigd op 16 November 2020 12:41
Ouddorp. beeld RD, Sjaak Verboom
Ouddorp. beeld RD, Sjaak Verboom

Het is een bundel met door de auteur bewerkte levensschetsen van mensen uit zijn vrienden- en kennissenkring die eerder in kerkbodes verschenen. De schrijver verantwoordt zijn motivatie voor het boek als volgt: „Mijn doel met al deze schetsen is om te laten zien dat de God in Wie wij geloven, en Die wij aanbidden, de levende God is.”

Op eenvoudige en aansprekende wijze wordt in dit boek verteld Wie God voor Zijn volk is. Daarvan getuigen deze negen levensschetsen. Het op een na laatste hoofdstuk gaat over het leven en sterven van de echtgenote van ds. C. Stelwagen en, drie jaar later, van zijn dochter, die de zorg in het gezin na het heengaan van haar moeder op zich had genomen. Aan haar jonge leven kwam door een auto-ongeluk een einde.

Drie schetsen gaan over mensen die eind vorige eeuw zijn overleden. Twee personen hebben in 2016 de tijd met de eeuwigheid verwisseld. Het zijn dus recente bekeringsverhalen. Ze verschillen onderling, als bladeren aan een eikenboom: allemaal anders, toch uit dezelfde wortel. De een werd verder geleid dan de ander.

In zijn woord vooraf benadrukt de schrijver dat we de inzichten en gedragingen van kinderen van God nooit als de laatste maatstaf mogen zien. Dat geldt voor elke bekeringsgeschiedenis. Het Woord van God, en dat alléén, moet de maatstaf zijn. Niet de ervaringen en ondervindingen van Zijn strijdende kerk op aarde.

Ook de lengte van de schetsen is verschillend. De eerste twee, van Gerrit Klein en van voorganger Leendert van der Sluys, zijn de langste schetsen. Klein maakte opmerkelijke uitreddingen in het maatschappelijke leven mee. Het is ontroerend hoe zijn oma van moederszijde in haar geloof niet werd beschaamd. Zijn andere oma kende als kind al indrukken van dood en eeuwigheid, maar pas op haar sterfbed kon ze vertellen van de geopende deur in het dal van Achor. Gerrit Klein was er getuige van.

Geen laatste oliesel

Klein had een vishandel en ging met zijn waren langs de deuren. Tot zijn klantenkring behoorde een rijke roomse boerin. Met haar sprak hij veel over het ene nodige. Die gesprekken werden aan haar hart gezegend. Op haar sterfbed had ze het laatste oliesel geweigerd. Ze had genoeg aan het alles reinigende bloed van Jezus. Klein ging condoleren en hoorde dat. Hem werd verteld dat zij kennelijk in de war was toen ze dit sacrament weigerde. Radicaal als Klein was, zei hij: „Ze had genoeg aan het bloed van Christus en al die rommel eromheen van Rome had zij niet nodig.”

Over voorganger Van der Sluys is geschreven dat, op één broer na in wiens leven het bezit van dat ene nodige niet echt duidelijk lag, alle andere dertien kinderen de vaste wetenschap hadden dat zij Christus toebehoorden. Van der Sluys werd hulpprediker in de Hervormde Kerk, onder andere in de gemeente van Kollum.

Aansprekend is ook de schets van de eenvoudige ouderling Jan Breen uit Ouddorp. Indrukken uit zijn kinderjaren vervaagden. Zondags zag je hem op het voetbalveld of kaartspelend in het café. Totdat het Gods tijd was en hij krachtdadig bij zijn zondige leven werd bepaald. Daarna werd hij ruim voor een ander en nauw voor zichzelf. Rijden op zondag, nee, dat kon hij niet. Op een zondag begon het na de kerkdienst, onderweg naar zijn huis, enorm te regenen. Breen wees een aangeboden lift af. „Ik heb in mijn eertijds Gods dag zo ontheiligd, dat iedereen met een auto naar de kerk mag behalve ik!”

Dagelijks een oudvader

De volgende schets gaat over Bertus Hoogendoorn uit Waarder. Bij vrijwel allen uit zijn ouderlijk gezin van elf kinderen kwam openbaar dat zij geen vreemdelingen van Gods genade waren. Hoofdstuk 5 gaat over Willem Gelderblom uit Oud-Alblas. Een godvrezende gezelschapsman met een teer leven die elke avond een gedeelte uit een boek van een oudvader las. Het volgende hoofdstuk handelt over ds. H. de Bode. Ook over hem worden treffende zaken verhaald. Over de eerder genoemde echtgenote en dochter van ds. Stelwagen en het leven en sterven van Klasina van Meggelen-van Leijen gaan de laatste hoofdstukken. Mevrouw Stelwagen gaf in het laatste van haar leven, liggend in het ziekenhuis, nog geestelijk onderwijs aan het verplegend personeel.

Mevrouw Van Meggelen, echtgenote van ds. J. van Meggelen uit Nieuw-Lekkerland, viel op de belijdeniscatechisatie in Opheusden al op vanwege haar belangstelling voor en honger naar geestelijke zaken. Haar leven was een getuigenis. Toen zij voor het eerst aan het heilig avondmaal deelnam, zat zij als enige aan de derde tafel. Toen haar predikant ds. De Vries haar later vroeg hoe zij ten dis was geleid en meedeelde dat zij als enige aan de tafel had gezeten, was haar dat niet eens opgevallen. „Ik zag niemand dan Jezus alleen”, was haar reactie.

Boekgegevens

Gij zijt hun roem. Herinneringen aan kinderen van God, ds. P. de Vries; uitg. Den Hertog, Houten, 2017; ISBN 978 90 331 2859 2; 140 blz.; € 14,90.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer