De bewindsvrouw wil er verder niet op ingaan. „Het is nooit een goed idee om te reageren op reacties van reacties van reacties.” Volgens haar heeft het kabinet „met terughoudendheid naar de kwestie van de Armeense genocide gekeken.”

Het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken veroordeelde de erkenning „scherp” donderdag in een verklaring. Het gaat om „ongegronde besluiten van de Kamer van een land dat toeschouwer was bij de genocide van Srebrenica”, aldus het ministerie.

Op verzoek van de Tweede Kamer zal een lid van het kabinet in april ook in Armenië zijn bij de herdenking van de genocide. Daarna zal dat elke vijf jaar gebeuren.

Na de verklaring van Kaag werd ook nog bekend dat de Turkse regering een Nederlandse diplomaat op het matje heeft geroepen om de kwestie.