Veerman biedt boeren Veenweiden helpende hand
Minister Veerman van Landbouw wil Europees geld gebruiken om boeren in de Veenweidengebieden te steunen. Omdat deze gebieden, die in de provincies Utrecht, Noord- en Zuid-Holland liggen, steeds minder aantrekkelijk zijn voor moderne landbouw, wil hij een beroep doen op de Brusselse ’Regeling Gebieden met Natuurlijke Handicaps’.
Veerman wil de boeren, vooral melkveehouders, helpen via inkomenssteun, die per hectare wordt uitgekeerd. Deze „voorlopige inkomenssteun” zou dan vanaf 2007 uitgekeerd moeten worden, benadrukte hij woensdag bij de opening van de bestuurlijke conferentie westelijke veenweidengebieden in Baarn. Met deze compensatie voor de natuurlijke handicaps, waar de boeren tegenaan lopen, beoogt de minister dat de boerenbedrijven en het „agrarisch cultuurlandschap” voor het gebied behouden blijven.
De veenweidengebieden zijn door hun natuurlijke inrichting van lange, smalle percelen en vele sloten voor boeren steeds minder interessant. Ook het hoge waterpeil in de sloten zorgt voor beperkingen. Steeds meer melkveehouders trekken weg uit het gebied om elders een lucratiever heil te zoeken. Volgens landbouworganisatie LTO verdient een melkveehouder in het veenweidengebied „300 tot 500 euro” per hectare minder dan zijn collega’s, die in andere delen van Nederland boeren.
De landbouworganisatie is dik tevreden dat de minister de melkveehouders nu tegemoet wil komen. „Het is een doorbraak in een jaren slepende discussie”, aldus LTO–bestuurder J. Heijkoop, die vindt dat de inspanningen van betrokken gemeenten en LTO nu „eindelijk beloond” worden. Volgens hem wordt met de financiële steun aan de boeren, die hun vee de voor het gebied kenmerkende graslanden laten begrazen, een eerste stap gezet op weg naar behoud van de „typische veenweidenstreken, die dateren vanuit de Middeleeuwen”.