Seculiere verffabrikant Molijn en orthodox Nunspeet verdroegen elkaar nauwelijks
Frans Molijn was een sociaal gedreven industrieel. Met zijn verffabriek De Veluwe probeerde hij het 19e-eeuwse Nunspeet op te stoten in de vaart der volkeren.
De geboorte van Frans in 1853 in Rotterdam is voor zijn vader aanleiding om er een verffabriek te stichten. Het familiebedrijf heeft dan een mogelijke opvolger, zo blijkt uit een vorig jaar verschenen boek over de latere Nunspeter Frans Molijn.
Als zijn vader zich later terugtrekt, wordt de 19-jarige Frans inderdaad directeur van Molyn & Co. In 1880 trouwt hij met de Dordtse handelaarsdochter Adriana de Groot. Zij overlijdt kort na de geboorte van hun zoon, Pieter. Frans hertrouwt in 1884 met Adriana’s oudere zus, Cor. Pieter sterft in 1891 op 8-jarige leeftijd.
Dit overlijden is aanleiding voor een reeks gebeurtenissen. De progressieve Molijn stapt in 1892 na ruzie met zijn conservatieve zwager uit de directie van de verffabriek. In 1893 adopteert het echtpaar Molijn drie weeskinderen uit het Friesland: Wiert (4), Aat (2) en Gepka (0,5) Lohman. In 1895 verhuist het gezin naar het arme Nunspeet, waar Frans de lakfabriek De Veluwe en een zuivelfabriek opzet. Molijn wil van zijn fabrieken een arbeiders- en leefgemeenschap maken, met winstdeling, sociale voorzieningen, onderwijs en huisvesting voor de arbeiders.
Het geheel floreert niet. In 1901 wordt de zuivelfabriek verkocht en worden de huisvesting en de gezamenlijke maaltijden afgeschaft. Daardoor gaan ook de keuken, bakkerij en boerderij dicht, stoppen de cursussen en sluit de leeszaal. De sociale voorzieningen, zoals de zieken-, weduwen- en pensioenkas, blijven over, beheerd door een corporatie.
Aantrekkingskracht
Toch blijft de verffabriek aantrekkingskracht op progressievelingen uit te oefenen. Die gaan er werken of nemen er een kijkje, zoals de socialiste Hendrika Troelstra en de dichter Frederik van Eeden. In 1907 openen Molijn en anderen een vakantiehuis voor 25 Amsterdamse wezen in Nunspeet. Ook dit wordt geen succes.
Molijn ondersteunt de ontwikkeling van Nunspeet door een postkantoor, telefoonnet, een tramlijn naar Hattem en de aanleg van elektra te subsidiëren. Ook bevordert hij de recreatieve ontwikkeling van Nunspeet. Zijn vrouw stimuleert culturele activiteiten, zoals concerten, lezingen en exposities, en zet zich in voor vrouwenkiesrecht en het pacifisme.
Wars van religie
Frans Molijn is vrijmetselaar en wars van religieuze invloeden. Hoe dat valt bij de orthodoxe bevolking van Nunspeet? Niet dus. „Er is sprake van twee werelden die naast elkaar bestaan en hun eigen gang gaan”, aldus auteur Van Wendel de Joode.
Soms levert dat spanningen op. Zo wil een knecht een gevallen tak niet op zondag opruimen. Ook wordt er naast het seculiere koor van Cor Molijn een christelijk zangkoor opgericht en verbiedt de burgemeester in 1910 het laten rijden van een tram en het maken van muziek op zondagavond.
Het boek wemelt van de feitjes, maar die zijn helaas niet in een overzichtelijk historisch betoog op een rij gezet. Voor de overzichtelijkheid hadden veel feiten beter achterwege kunnen worden gelaten. Door de wirwar van het materiaal heen tekent zich wel het beeld af van een seculiere weldoener die Nunspeet op de kaart zette.
Boekgegevens
Frans Adriaan Molijn (1853-1912), Nunspeet op de drempel van de moderne tijd, Ben van Wendel de Joode; uitg. Waanders, Zwolle, 2017; ISBN 978 94 6262 103 9; 304 blz.; € 22,50.