Tariefvrijheid op Zuiderzeelijn
De prijs van een treinkaartje op de Zuiderzeelijn (ZZL), de toekomstige snelle verbinding tussen Amsterdam en Groningen, is niet aan een maximum verbonden. Er is tariefvrijheid, zei woensdag minister Peijs van Verkeer in de Tweede Kamer. „Maar dat gaat zo ver als de passagier wil betalen”, voegde ze er meteen aan toe.
Daarmee probeerde zij PvdA-Kamerlid Dijksma gerust te stellen, die waarschuwde voor een dreigende reputatie van de ZZL als ’de bontjassentrein’ indien de kosten van de spoorverbinding uit de pan rijzen.
Omdat de Betuwelijn en de HSL-Zuid (Amsterdam-Parijs) flink duurder uitvallen, is een Kamercommissie bezig een toetsingskader voor toekomstige megaprojecten uit te werken. CDA-Kamerlid Van Hijum wil dat de minister de ZZL-plannen eventueel aanpast aan het advies van de commissie. Die gaf aan daartoe bereid te zijn.
Overigens kan ook commissaris van de koningin in Groningen Alders zich niet voorstellen dat de eventuele private uitbaters „zulke prijzen stellen dat niemand meegaat”. Alders is voorzitter van de stuurgroep Zuiderzeelijn die de aanleg promoot. Hij gaat ervan uit dat een treinkaartje maximaal 25 procent meer gaat kosten dan de gangbare NS-tarieven bij een magneetzweefbaan, en maximaal 15 procent bij een ’gewone’ hogesnelheidsverbinding, zei hij na afloop van het Kameroverleg.
Of het een van die twee varianten wordt, is inzet van een ’prijsvraag’. Het kabinet wil zo als het ware private partijen uit de tent lokken of zij brood zien in aanleg en exploitatie van de verbinding. Eind 2005 moet daarover duidelijkheid komen.
In de Kamer gingen woensdag echter stemmen op dat ook de twee andere intercityvarianten worden meegenomen in de prijsvraag. Steeds meer fracties twijfelen openlijk aan de haalbaarheid van de twee snelste verbindingen.
Minister Peijs kwam de Kamer gedeeltelijk tegemoet. Ze beloofde die intercityvarianten uit te werken via een verkennende studie, zodat ze tegelijkertijd op tafel liggen met de twee snelste opties.
Peijs hamerde erop dat het kabinet maximaal 2,73 miljard euro in de verbinding steekt, de noordelijke provincies hebben er 1,02 miljard voor over. Maar het is niet zo dat al gekozen is voor de snelste en duurste zweefbaanvariant.
Anderzijds lijdt het voor Peijs geen twijfel dat de ZZL er komt, ondanks rekensommetjes over de kosten omgerekend per arbeidsplaats. De lijn moet niet alleen extra werkgelegenheid creëren, maar ook de bereikbaarheid van het noorden vergroten, stelde de minister. Het is de bedoeling dat de eerste schop in 2010 in de grond gaat.