Wisselend beeld op Wall Street
De aandelenbeurzen in New York zijn vrijdag met kleine uitslagen gesloten. Voor de leidende Dow-Jonesindex en de brede S&P 500 kreeg de winstreeks van de afgelopen dagen ternauwernood een vervolg. De Nasdaq eindigde de sessie met een verlies. Beleggers verwerkten onder meer cijfers van Kraft Heinz, Coca-Cola en Deere. Verder waren er beter dan verwachte cijfers over de huizenmarkt en de import en uitvoer.
De leidende Dow-Jonesindex sloot met een winst van 0,1 procent op 25.219,38 punten. De brede S&P 500 steeg een fractie tot 2732,22 punten. Technologiegraadmeter Nasdaq zakte 0,2 procent tot 7239,46 punten.
Coca-Cola won 0,5 procent aan beurswaarde. De frisdrankproducent zette over afgelopen kwartaal een fors verlies in de boeken vanwege de Amerikaanse belastinghervormingen. Toch waren de resultaten van het concern beter dan analisten hadden verwacht.
Deere stond ook bij de winnaars, met een plus van 1,6 procent. De machinebouwer verhoogde zijn omzetverwachting voor het lopende boekjaar dankzij de sterke vraag naar onder meer tractors en andere landbouwmachines.
Levensmiddelenconcerns Kraft Heinz publiceerde tegenvallende resultaten en verloor 2,6 procent. Kraft Heinz heeft afgelopen kwartaal dankzij de Amerikaanse belastinghervormingen een enorme winstsprong gemaakt. De opbrengsten bleven echter min of meer stabiel en de resultaten van het bedrijf vielen analisten in doorsnee dan ook wat tegen.
Bij branchegenoot Campell Soup was de reactie op de financiële resultaten niet veel beter. Het aandeel verloor dik 3 procent. Topvrouw Denise Morrison sprak van een teleurstellend resultaat. Onder meer een geschil met grote klant Walmart zit het bedrijf dwars.
Verder adviseerde het Amerikaanse ministerie van Handel om de import van buitenlands staal aan banden te leggen. Daardoor lijkt het waarschijnlijk dat prijzen voor metaal de komende periode zullen stijgen. Staalbedrijf US Steel won 15 procent. Nucor en Commercial Metals wonnen tot bijna 6 procent aan beurswaarde. Automakers als Ford en General Motors leverden juist tot 1,8 procent in.
De euro was 1,2406 dollar waard, tegen 1,2444 dollar bij het slot van de Europese beurzen. Een vat Amerikaanse ruwe olie werd 0,5 procent duurder op 61,65 dollar. De prijs van Brentolie steeg 0,9 procent tot 64,91 dollar per vat.