Opinie

Heb oog voor regenboog als teken van trouw

We moeten niet de zoektocht aangaan naar hoe groot en belangrijk een mens kan worden, maar hoe een grote God belangrijk voor een klein mens kan zijn, benadrukt Els J. van Dijk.

Els J. van Dijk
15 February 2018 12:21Gewijzigd op 16 November 2020 12:37
„Als God zegt: ‘Ik zal de boog zien’, is het de bedoeling dat wij die ook zien.” beeld ANP, Robin Utrecht
„Als God zegt: ‘Ik zal de boog zien’, is het de bedoeling dat wij die ook zien.” beeld ANP, Robin Utrecht

Een moderne, veel gestelde vraag is: Waar wil je over tien jaar staan? En veel mensen nemen die vraag nog serieus ook, terwijl je er in de meeste gevallen niet veel zinnigs over kunt zeggen. Er kunnen immers zo veel omstandigheden aan je opgedrongen worden waar je geen weet van hebt en waar je misschien ook weinig invloed op hebt.

De hippe vraag naar waar je over tien jaar wilt staan, is een vraag naar ambitie. Die vraag heeft ook vaak met eerzucht te maken, met het streven naar een glansrijke carrière en de daarmee vaak gepaard gaande zucht naar eer of roem. Ambitie heeft te maken met de wens om je te onderscheiden, op welke manier dan ook.

In een tijdschrift las ik dat, als je scholieren vraagt wat zij later willen worden, er een grote kans bestaat dat zij zullen antwoorden: „Beroemd!” Of, als zij wat praktischer ingesteld zijn: „Heel erg rijk!” De rolmodellen die hun voor ogen staan, bevinden zich kennelijk ergens in de gedroomde stratosfeer van een briljante ondernemer als Steve Jobs of popidolen als Justin Bieber en Beyoncé.

Trouw

Op de Evangelische Hogeschool (EH) willen we op een heel andere manier naar het leven en onze studenten kijken. We gaan niet de zoektocht aan naar hoe groot en belangrijk een mens kan worden, maar hoe een grote God belangrijk voor een klein mens kan zijn. Wat zou het geweldig zijn als we samen leren leven van de beloften van een God van trouw.

Daarom kom ik nu met een bekende situatie die ik in het eerste Bijbelboek lees maar waarbij je ook zomaar over iets heel essentieels heen kunt lezen. Als God na de zondvloed de regenboog aan Noach laat zien, zegt Hij (Gen. 9:16): „Als deze boog in de wolken is, zal Ik hem zien, en denken aan het eeuwig verbond tussen God en alle levende wezens van alle vlees dat op de aarde is.” Het is toch wat! Als God de regenboog gebruikt als een teken, is dat geen toeval, maar staat Hij daar Zelf heel bewust bij stil. Ik zal hem zien! En wij?

Wij kunnen het zomaar laten gebeuren zonder erop te letten. Dat is niet minder bedenkelijk dan onoplettendheid bij verkeerslichten. Je hoort mensen zo vaak zeggen: „Ik zou weleens iets meer van God willen zien…” Maar áls God iets laat zien, lopen zij gewoon door. Wij misschien ook wel. Maar als God zegt: „Ik zal de boog zien”, is het de bedoeling dat wij die ook zien.

Ik hoorde van een predikant die altijd trakteerde als iemand de regenboog ontdekte. Als God de vlag uitsteekt, moeten wij daar toch ontvankelijk voor zijn? De regenboog zegt dat de hoop herleeft. Hij zegt: let op! De geschiedenis van God met mensen gaat voort. Zo ook de geschiedenis van God met EH-studenten. En wat hebben we al veel van Zijn trouw mogen zien!

Water

Maar let op: we worden nog steeds omgeven door geweldige watermassa’s. Het is een dagelijks wonder dat deze ons leven niet verzwelgen. Het water van de zondvloed is niet verdwenen. Zelfs driekwart van de aarde is met water bedekt. En ik hoef maar te refereren aan een tsunami of het vluchtelingengraf van de Middellandse Zee om te bedenken hoeveel gevaar daarmee gepaard gaat.

De zee kan een vorm van natuurgeweld zijn waar wij als mensen niets tegen in te brengen hebben. Maar wat zie je als je op een mooie zomerse dag aan het strand staat? De golven die dreunend komen aanrollen, worden gestuit op het strand en rimpelen vriendelijk om ons heen. Zo komt God tot ons. De branding van Zijn toorn verdwijnt in het kalme kabbelen van Zijn liefde en trouw. Dat zegt de regenboog die je soms zo magnifiek tegen een donkere lucht aan het strand kunt zien.

Heb je er weleens bij stilgestaan dat, als Johannes op Patmos de nieuwe hemel en de nieuwe aarde beschrijft (Openb. 21), er dat intrigerende zinnetje staat: „En de zee was er niet meer.” De zondvloed moet plaatsmaken voor alle levende wezens. De regenboog verklapt dat God het laatste woord niet aan de zee geeft, niet aan de verwoesting, maar aan de mens. Daarom mogen we danken als we de regenboog zien. De gevolgen van de zonde kunnen verwoestend aanwezig zijn in ons leven, stormen kunnen ons teisteren, de gevolgen van de gebrokenheid van het leven kunnen ons overweldigen en ontmoedigen. Maar God zegt dan: Let op Mijn teken van trouw!

Levend water

In dezelfde passage in Openbaring 21 lees ik dat water ook een heel andere uitwerking kan hebben. Niet van verwoesting, maar van vernieuwing: „Wie dorst heeft, zal ik voor niets te drinken geven uit de bron van het water des levens.”

Jezus spreekt woorden van gelijke strekking. In Johannes 4 lezen we over de ontmoeting van Jezus met de Samaritaanse vrouw, een vrouw die er op relationeel/seksueel gebied een potje van heeft gemaakt. Jezus zegt tegen haar dat Hij water kan geven waardoor zij nooit meer dorst zal hebben.

In Johannes 7 spreekt Jezus de menigte toe en roept Hij: „Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken.” We vinden het niet altijd gemakkelijk om toe te geven dat we dorst hebben. Toch kent elk leven ook de periodes dat we er niet aan ontkomen, momenten dat we vastzitten onder het puin van de werkelijkheid, uitgedroogd. Tegen die mensen zegt Jezus: Als je dorst hebt, kom! Nooit meer dorst hebben, betekent dat de diepste verlangens van je ziel, het verlangen naar onvoorwaardelijke liefde, naar erkenning, vergeving en veiligheid worden bevredigd in de rivier van levend water.

Het gaat in dit leven niet om verlangen naar roem, naar bezittingen, naar passie en romantiek. Uit die bronnen hebben we al gedronken en we hebben ontdekt dat ze zout water geven. Je krijgt er alleen maar meer dorst van. Maar het levende water dat Jezus biedt, komt voor eeuwig tegemoet aan onze diepste verlangens.

Johannes beschrijft in Openbaring 4 dat hij een regenboog rondom de troon zag. In de hemel is de regenboog een gesloten en voleindigde cirkel. Wij zien hem altijd maar voor de helft. Maar God is altijd door de regenboog omgeven. Hij is gevangen in Zijn gehechtheid aan alle levende wezens.

De auteur is directeur van de Evangelische Hogeschool (EH) in Amersfoort. Dit artikel is gebaseerd op haar op 8 februari gehouden toespraak tijdens de start van het dertiende EH-Traject, een deeltijdopleiding voor jongeren die voortijdig zijn gestopt met hun studie en behoefte hebben aan een heroriëntatie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer