Rutte erkent inschattingsfout zaak-Zijlstra
Premier Mark Rutte zegt inschattingsfouten te hebben gemaakt in de zaak van Halbe Zijlstra. Die trad dinsdag af als minister van Buitenlandse Zaken omdat hij heeft gelogen over zijn aanwezigheid bij een bijeenkomst met de Russische president Vladimir Poetin. De oppositie viel Rutte hard aan op zijn aanpak.
Rutte zei in het debat dat hij de impact heeft „onderschat” van de leugen. Hij noemde het een „politieke inschattingsfout”. Toen Zijlstra hem twee weken geleden over de leugen vertelde had de premier niet het idee dat Zijlstra hierover zou vallen. Het was in zijn ogen een „zonde maar geen doodzonde”.
Oppositiepartijen haalden hard uit naar de premier. Zij menen dat hij de Kamer eerder had moeten inlichten. Zij wezen hem op de informatieplicht aan de Kamer. De PVV diende daarom een motie van wantrouwen in. Die kreeg steun van SP, Forum voor Democratie, Partij voor de Dieren, DENK en 50PLUS.
Rutte zei de zienswijze van de Kamer te begrijpen, maar een andere afweging te hebben gemaakt. „Ik snap het maar het is ingewikkeld.” Hij wilde ook niet de primeur van de Volkskrant over de leugen van Zijlstra torpederen. „Ik vind mijn afweging verdedigbaar. Het is niet simpel black and white.” Wel had het kabinet volgens hem maandag, toen de Volkskrant het nieuws bracht, direct de Kamer moeten informeren per brief.
PvdA en GroenLinks wilden weten of Rutte de zaak met anderen heeft besproken, voordat de Kamer was geïnformeerd. Rutte kon daar geen eenduidig antwoord op geven. „Ik heb niet precies scherp met wie ik het wel of niet besproken heb. Ik durf het niet met zekerheid te zeggen.”
„Dit is de eerste grote kras op het kabinet”, oordeelde Jesse Klaver (GroenLinks) aan het eind van het debat. PvdA-leider Lodewijk Asscher sprak van een „pijnlijke avond”.