Dat heeft dinsdag gepubliceerd onderzoek van accountantsorganisatie Deloitte naar de effecten van de prijzenoorlog laten zien.

In de eerste fase van de prijzenoorlog, die in oktober begon, wisselde 2 procent van de huishoudens voor de dagelijkse boodschappen van supermarkt. Inmiddels is dat nog maar 0,5 procent, oftewel 17.500 huishoudens nu tegen 140.000 toen.

Bij een op de tien klanten die ondervraagd zijn, heeft de prijzenoorlog werkelijk geleid tot het overstappen naar een andere supermarkt. De voortdurende prijsverlagingen waarmee de concurrerende concerns elkaar bestreden, hebben de consument meer dan voorheen prijsbewust gemaakt. Huishoudens doen moeite de boodschappen zo goedkoop mogelijk in huis te halen. Een op de vijf kopers zegt dat hij zijn boodschappen haalt bij verschillende supers. Naast de prijs speelt voor de klant ook een ruime keus in assortiment mee, een snelle afhandeling bij de kassa en of er goede aanbiedingen zijn.

Het wisselen van supermarkt van de eerste keus is dan wel minder geworden, voor veel klanten ligt de huidige keus nog niet vast. Maar 20 procent van de kopers die van winkel zijn veranderd, zegt daar in de toekomst ook te zullen blijven. De rest weet nog niet of de verandering blijvend zal zijn.

De onderzoekers hebben ook vastgesteld dat de consument denkt dat de prijzen meer zijn gedaald dan in werkelijkheid het geval is. De meerderheid gaat uit van een prijsdaling van tussen de 5 en 10 procent maar in feite komt die neer op 3 procent.