Dostojevski zei het al: Europa wijst de Russische liefde af
Als het vrije Westen momenteel één vijand heeft, dan is dat president Poetin. Rusland en Europa staan weer net zo tegenover elkaar als in de negentiende eeuw. Ook toen was er vooral onderling onbegrip.
In zijn nieuwe boek ”In het spoor van de Russische ziel” gaat Peter d’Hamecourt in op „Dostojevski tussen Europa en Rusland.” De voormalige NOS-correspondent in Moskou kiest voor een halfjournalistieke aanpak. Hij reist langs de steden waar Dostojevski veel kwam. De tocht gaat vooral door Duitsland, langs Dresden, Bad Homburg en Wiesbaden. Hij verbleef hier vaak maandenlang. Niet omdat hij een moderne wereldburger was –verre van dat– maar vooral omdat in Sint-Petersburg te veel schuldeisers rondliepen.
Dostojevski (1821-1881) geldt vandaag als een van de grootste Russische schrijvers, en misschien wel de allergrootste. Hij is bekend van acht grote romans, zoals ”Misdaad en straf” en ”De gebroeders Karamazov”. Geen boeken die makkelijk te begrijpen zijn. Maar elke lezer heeft door dat het in die werken gaat om extreme gevoelens. Dat paste blijkbaar bij de schrijver.
Peter d’Hamecourt gaat vooral in op een minder bekend werk van de schrijver, namelijk ”De speler”. In al die Europese steden was Dostojevski namelijk vooral te vinden in casino’s. Hij verspeelde alles wat hij had. Om iets te kunnen inzetten, verpandde hij tijdens zijn huwelijksreis in 1867 zelfs zijn trouwring. Het lijden is een vast thema in zijn boeken en zelfs deel van de boodschap. „Zondigen is een onderdeel van het lijden, dat uiteindelijk de goddelijke bevrijding oplevert”, schrijft D’Hamecourt. Daarom was het ook niet nodig om die gokverslaving tegen te gaan.
Berouw
Soms won hij iets en heel af en toe zelfs heel wat. Vervelend is alleen dat hij het gewonnen geld vervolgens weer inzette en het dan steevast weer verspeelde. Vervolgens schreef hij aan zijn vrouw hoe diep zijn berouw was, en dat hij nu dan echt voor altijd genezen was. „Anja liefje, vergeef me, noem me geen schurk! Ik heb een misdaad begaan, ik heb alles verspeeld wat je me hebt gestuurd. (…) Ik haat het spelen.”
Ja, eigenlijk was het de schuld van de spoorwegen, omdat de trein een minuut te vroeg was vertrokken, en ja, toen ging hij vanzelf met het laatste restje reisgeld naar het speelhuis. Hij kon er dus niets aan doen. Echt een Rus, zegt D’Hamecourt, want wat dat betreft is er niets veranderd. „De vanzelfsprekendheid waarmee Russen ervan uitgaan dat hulp altijd nabij is als zij door eigen toedoen in de problemen zijn gekomen, ligt verankerd in de Russische ziel. Dat geldt zowel op het persoonlijke vlak, maar ook tot op het allerhoogste niveau van de staat.” Niets Russisch is Dostojevski dus vreemd. „Hij ergert zich aan de Europese zakelijkheid, waarin ieder individu in de eerste plaats verantwoordelijk is voor zijn eigen handelen.” Dat is een verloedering van de christelijke naastenliefde.
Wereldvrede
Zijn brieven vanuit de Europese steden staan bol van de scheldpartijen op de Europeanen. „Kortstondig leven in Europa voelt als levenslang in Siberië”, schreef hij aan zijn vrouw. Vooral de Duitsers vond hij vreselijke mensen. Maar in Genève en Parijs voelde hij zich niet beter. In Londen was hij meer op zijn gemak, volgens D’Hamecourt omdat hier het verschil tussen rijk en arm nog helemaal in stand was gehouden.
In Dostojevski’s visie zat zijn volk vol liefde voor de hele wereld. De Rus had de roeping alle volken in zijn eigen ziel te verenigen. De Russisch-Orthodoxe Kerk (ongedeeld en trouw aan de tradities) zou alle andere kerken overbodig maken. Het miljoenenvolk in het oosten zou zo wegbereider zijn voor harmonie en wereldvrede. Het Russische volk bestond uit „kinderen van de tsaar die hem liefhebben als een vader. Wie dat niet gelooft, kent Rusland niet.” En op een andere plek: „Rusland zal Europa veroveren. Niet als onderdrukkers, maar uit christelijke naastenliefde. De Rus is de ware christen. We mogen onze rechtgelovigheid niet onthouden aan de Europeanen. De liefde voor andere volkeren zit in ons. (…) Rusland is de beschermer, maar geen heerser over andere volkeren.” Puntig zegt D’Hamecourt dat veel volkeren „andere ervaring” hebben met de Russen.
De Russische kerk bracht het „licht uit het Oosten, dat zal stromen naar de verblinde mensheid in het Westen, die Christus is kwijtgeraakt”, schreef hij in 1870 vanuit Dresden. „Alle ongeluk van Europa, alles, alles zonder enige uitzondering, is voortgekomen uit het feit dat men met de roomse kerk Christus verloor, waarna men besloot dat het zonder Christus ook wel zou lukken.”
Strafkamp
Hij ontwikkelde deze visie in het strafkamp in Siberië. Daar zat hij op verdenking van revolutionaire gedachten. Het enige boek dat hij tijdens de gevangenschap las, was de Bijbel. Dat deed hem terugkeren als diepgelovig mens, toegewijd aan de Russische kerk, die de hoeder was van de wereldgeest (de zogeheten al-ziel).
Zodra de schrijver deze profetische boodschap ontdekte, ging hij die uitdragen. Maar toen kwam het verdriet. Europa wees de liefdesverklaring af. Doorlopend trapte het Westen op de Russische ziel.
Intussen werd de nood van Europa steeds groter. In Genève zag Dostojevski met eigen ogen op een congres hoe de geest van de verlichting doorwerkte. Zelfs het huwelijk werd hier ter discussie gesteld. Het continent viel ten prooi aan decadentie.
Scherp analyseert D’Hamecourt dat Dostojevski’s beeld van het Russische volk niet zozeer op de (zichtbare) werkelijkheid is gebaseerd, maar vooral een ideaal is. D’Hamecourt noemt dit een „permanente fantasiewereld”, waar de Russen nog altijd in vluchten. Deel van Dostojevski’s ideaal is de „drie-eenheid” van tsaar, kerk en volk. In werkelijkheid werd de tsaar gehaat, zoals later bleek bij de revoluties in 1905 en 1917. Die eenheid was dus vooral een idee en geen werkelijk feit. Maar ja, de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat zo’n analyse nu weer typisch westers is.
In vrijwel elke stad klaagt Dostojevski over „die vervloekte joden.” Hij is een vrij openlijke antisemiet. Dat kan eigenlijk ook niet anders voor iemand die zo sterk vasthoudt aan de eenheid van tsaar, kerk en volk. Een Jood staat daarbuiten en is dus een vijand. Ten diepste was dat vermoedelijk ook hoe hij naar de Europeanen keek: als een bedreiging.
Krimcrisis
Peter d’Hamecourt heeft een actueel onderwerp te pakken. Sinds de Krimcrisis van 2014 staan Europa en Rusland weer recht tegenover elkaar. De geest der verlichting is in het Westen alleen maar verder doorgedrongen, en Rusland voelt zich nog immer afgewezen als grote wereldmacht.
”In het spoor van de Russische ziel” is meer dan alleen een reisverhaal over de steden en speelhuizen die Dostojevski bezocht. Het legt ook uit hoe Dostojevski als Rus naar Europa keek. En dat is –vlak voor de presidentsverkiezingen in Rusland– reuze actueel.
Boekgegevens
In het spoor van de Russische ziel; Dostojevski tussen Europa en Rusland, Peter d’Hamecourt; uitg. Conserve, Schoorl, 2017; ISBN 978 90 5429 431 3; 245 blz.; € 19,90.