Klassiek evangelisch en katholiek

De Evangelische Theologische Academie (ETA) werd opgericht voor het toerusten van gemeentewerkers in evangelische kring. Tegenwoordig kiezen ook steeds meer reformatorische christenen voor het instituut. „We willen met elkaar het Woord bestuderen en theologie bedrijven in getrouwheid aan de Bijbel.”

8 February 2018 18:56Gewijzigd op 16 November 2020 12:35
Academisch coördinator Nathan Witkamp (li) en adjunct-directeur opleidingen Jesse van Nes. beeld RD, Anton Dommerholt
Academisch coördinator Nathan Witkamp (li) en adjunct-directeur opleidingen Jesse van Nes. beeld RD, Anton Dommerholt

Tal van jaren was het pand aan de Anjerstraat in Zwijndrecht een bibliotheek. Sinds drie jaar is het de thuisbasis van de Evangelische Theologische Academie, die in 1984 werd opgericht door onder anderen Cees en Henriëtte van Nes. In het gebouw wordt ook les gegeven, op vrijdag. De overige drie locaties van de ETA zijn te vinden in Rotterdam, Amersfoort en Meppel. Daar ontmoeten docenten en studenten elkaar in een kerkgebouw. In Rotterdam op donderdagavond, in Amersfoort en Meppel op zaterdag.

Jesse van Nes (33) ging in het voetspoor van zijn ouders. Na zijn theologiestudie aan de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) in Leuven kwam hij in dienst bij het Evangelisch College, waar de ETA deel van uitmaakt (zie ”Evangelisch College”). Hij combineert er de taak van adjunct-directeur opleidingen met het docentschap ”Evangeliën”. Academisch coördinator dr. Nathan Witkamp (44), die net als Van Nes in Leuven studeerde, was zestien jaar geleden de eerste vaste werknemer naast Van Nes senior en diens echtgenote. In de achterliggende jaren groeide de staf van het Evangelisch College uit tot 23 personen, goed voor 14 fte. Het merendeel van de medewerkers combineert de staftaak met een docentschap. Zo doceert Witkamp een aantal inleidende vakken, systematische theologie en Vroege Kerk.

Academische vorming

De studentenpopulatie van de ETA is zeer divers, zowel kerkelijk als qua leeftijd en maatschappelijke achtergrond. „Onze jongste student is 21, de oudste rond de 70. We hebben studenten die voorganger willen worden, anderen volgen de studie ter verdieping van hun kennis en geloof. We krijgen ook mensen die al jaren voorganger zijn, maar tegen hun gebrek aan theologische bagage aanlopen.”

Geïnteresseerden zonder voldoende vooropleiding moeten eerst een toelatingstest maken. „Wie deze test niet haalt, kan instromen op een niveau waarbij wel tentamens maar geen werkstukken worden gemaakt. Ook is het altijd mogelijk om de lessen als toehoorder bij te wonen.”

De visie op een studie theologie zag Van Nes in de breedte van de evangelische wereld veranderen. „In het verleden werd zo’n opleiding snel gekoppeld aan liberalisme. In de loop der jaren groeide het besef dat naast kennis van de Bijbel ook theologische kennis van betekenis is. Mede door de toename van het aantal academisch geschoolde gemeenteleden. Een deel daarvan verlaat hun evangelische gemeente omdat ze daar te weinig meekrijgen.”

Katholiek

De kerkelijke achtergrond van de studenten en docenten is volgens Van Nes op de ETA geen item. „Jongeren zijn daar sowieso niet in geïnteresseerd, dat merk ik ook bij mezelf. Niet de naam van je kerk maar je Schriftvisie en het bewust uitleven van je geloof zijn bepalend. We willen met elkaar het Woord bestuderen en theologie bedrijven in getrouwheid aan de Bijbel.”

Dit gezamenlijke verlangen van christenen uit diverse kerkelijke achtergronden kenmerkt de brede evangelische identiteit die wij nastreven, vult Witkamp aan. „Je zou ons beter ”evangelical” kunnen noemen. We vertegenwoordigen niet een bepaald type evangelische kerk.”

Zowel in de geformuleerde geloofsbelijdenis als het identiteitsdocument klopt volgens Van Nes en Witkamp het hart van de ETA. „Ieder die zich daartoe aangetrokken voelt, is hier welkom. Dat geeft vanzelf een bepaalde selectie.”

Witkamp presenteert de Evangelische Theologische Academie graag als katholiek. „In de zin zoals Van Vlastuin daarover schrijft in zijn jongste boek ”Katholiek vandaag”. We richten ons op de kernthema’s van het christelijk geloof; in de bijzaken laten we ruimte voor diversiteit. Het gaat ons erom dat studenten leren om kritisch en zelfstandig –maar wel in lijn met het orthodox christelijke belijden– tot een standpunt te komen. Vandaar mijn interesse voor de vroeg-kerkelijke traditie. De Vroege Kerk is niet per definitie maatgevend, maar als je afwijkt van een standpunt dat alle kerkvaders onderschreven, heb je wel wat te verantwoorden. We laten onze studenten bewust bronteksten lezen, om ze het besef bij te brengen dat wij niet de eersten zijn die over bepaalde onderwerpen nadenken.”

Bavinck

De ETA wil bepaalde theologen uit het verleden of heden niet tot boegbeeld maken. „Voor het vak Evangeliën moesten studenten in het verleden Van Bruggen lezen”, illustreert Van Nes. „Nu is dat N. T. Wright, omdat die sterk in de belangstelling staat. Belangrijk is dat de studenten kritisch leren reflecteren op wat ze lezen, ongeacht de naam van de auteur.”

Natuurlijk zijn er theologen aan wie je persoonlijk of in je vorming als theoloog veel hebt gehad, nuanceert Witkamp. „Voor mij is Herman Bavinck zo iemand, maar de studenten moeten niet door de mal van één theoloog heen. Daarom is het goed dat er binnen ons docentenkorps diversiteit is, ook in de voorkeur voor bepaalde theologen. Zolang die maar passen binnen de kaders van onze academie.”

Voor de confrontatie met moderne theologen kent de ETA het vak ”Moderne theologie”. „Het kan niet zo zijn dat iemand die theologie heeft gestudeerd, zich nooit heeft verdiept in het denken van mensen die een stempel hebben gezet op hedendaagse opvattingen.”

Hoewel het grondpatroon van de ETA gelijk bleef, ziet Van Nes wel een ontwikkeling. „Toen mijn ouders deze academie stichtten, was de evangelische beweging nog sterk een anti-beweging. Ze namen stelling tegen de liberale theologie. Die wijzen we nog steeds af, maar we zijn minder polariserend en zoeken nu meer naar wat verbindt.”

Motivatie

De ETA vroeg bewust geen overheidserkenning aan, om geldverslindende bureaucratie en invloed op het lesprogramma te voorkomen. „Daardoor hebben wij nog een vrij klassiek curriculum en zitten we behoorlijk hoog in het academisch register”, stelt Witkamp. „Studenten die doorstromen naar de Theologische Universiteit Kampen of de ETF in Leuven, doen het daar heel goed. Erkende hbo-opleidingen hebben te maken met een door de overheid gestuurd competentieprofiel. Daardoor kan men daar de student minder theologische kennis meegeven dan men vanuit de opleiding zou wensen. Wij kunnen hierin onze eigen koers bepalen. Dat betekent bijvoorbeeld dat onze studenten bijna net zo veel uur Bijbeltalen krijgen als studenten aan een universitaire bachelorsopleiding voor theologie.”

Hoewel de ETA zichzelf moet zien te bedruipen, ligt het collegetarief voor de studenten er lager dan bij erkende hbo-instellingen. „Terwijl die ook nog eens duizenden euro’s subsidie per student krijgen”, weet Van Nes. „Wij houden onze organisatie zo efficiënt mogelijk en de mensen die hier werken doen dat tegen een minimale beloning. Kenmerkend voor onze docenten en studenten is de hoge motivatie. Ze zijn bereid offers te brengen voor hun ideaal.”

„Iedereen was aanspreekbaar op de Bijbel”

„Mijn keuze voor het Evangelisch College was in eerste instantie praktisch van aard. Omdat ik voor mijn werk bij Woord en Daad veel reisde, zocht ik naar een theologieopleiding die op zaterdag wordt gegeven. Achteraf ben ik ook vanwege de inhoud blij dat ik bij het Evangelisch College terechtkwam. Je kijkt er als reformatorisch christen net iets buiten de eigen kaders. Dat heeft mij verrijkt. Veel studenten en docenten hebben een evangelische achtergrond. Dat is merkbaar in de colleges en de gesprekken. Tegelijk is er volop ruimte voor de breedte van christelijk Nederland. In mijn ervaring was iedereen aanspreekbaar op de Bijbel als het Woord van God. Daardoor kwam je altijd weer bij de kern uit.”

Wat is de inhoudelijke kracht van deze instelling?

„De Evangelische Theologische Academie biedt een brede en tegelijk Bijbelgetrouwe opleiding. Een sterk praktisch punt is dat de lessen op vier plaatsen in het land worden gegeven, en dat er een groot aanbod aan vakken is. Daaruit kun je zelf je eigen opleiding samenstellen, in mijn geval voor gemeentewerk. Ook de klassieke talen zijn geïntegreerde keuzevakken. Een ander sterk punt is de modulaire opzet, waarbij elke module op drie niveaus gedaan kan worden.”

Ziet u ook verbeterpunten?

„Het lesmateriaal is soms wat verouderd en er zou meer met wetenschappelijke boeken gewerkt kunnen worden, maar mijn waardering overheerst. Ik heb in mijn huidige werk als missionair werker veel baat van mijn studie.”

„Van het studiemateriaal is veel werk gemaakt”

„Na onze terugkeer uit Albanië in 2012 wilde ik mijn theologische studie afronden. In mijn zoektocht naar een geschikte opleiding kwam ik de Evangelische Theologische Academie tegen. Ik zocht naar een opleiding in deeltijd, zo mogelijk via afstandsonderwijs en de mogelijkheid om daarna door te gaan voor een masteropleiding. Al deze elementen vond ik bij de ETA.”

Wat is de kracht van deze instelling?

„Ondanks de weinige contacturen bij afstandsonderwijs is het contact met de studieleiding, voornamelijk via telefoon en e-mail, heel persoonlijk en goed geregeld. Het studiemateriaal is door mensen van de ETA zelf geschreven of samengesteld. Daar is veel werk van gemaakt. De eerste twee jaar volgde ik de Bijbelse vakken. Daarbij wordt nadrukkelijk vastgehouden aan het dogma dat de Bijbel van begin tot eind Gods onfeilbaar en betrouwbaar Woord is. De volgende twee jaar stonden voornamelijk in het teken van systematische theologie, maar er kwamen ook andere theologische onderdelen aan de orde, zoals kerkgeschiedenis en missiologie. Theologische aspecten werden zonder vooroordelen van verschillende zijden belicht, waarbij het eigen standpunt van de opleiding wel overeind bleef staan.”

Waren er ook minpunten?

„De modules klassieke talen zijn bij afstandsonderwijs lastig. Daarvoor heb je gewoon veel contacturen nodig. Ook het ontbreken van overheidserkenning ervoer ik als een minpunt. Gelukkig is er goed contact met andere opleidingsinstituten, waardoor de doorstroom is gewaarborgd. Ik heb zeker geen spijt van mijn keus voor de ETA.”

Evangelisch College

De Evangelische Theologische Academie (ETA) begon in 1984 als dependance van het Amerikaanse Trinity Theological Seminary. Sinds 1989 biedt de ETA zelfstandig een eigen programma aan. De opleiding kan ook op afstand worden gevolgd, via internet. Op 1 september 2011 fuseerde de ETA met de stichting Evangelische Bijbelscholen (EBS), waardoor het Evangelisch College ontstond. Ook de EBS kwam voort uit een fusie. In 1972 werd de stichting Evangelische Bijbelschool opgericht. Die groeide uit tot een vierjarige hbo-opleiding theologie met de naam Evangelische Theologische Hogeschool (ETH). Omdat in de jaren 80 de Brandpunt Bijbelschool bij de Evangelische Bijbelschool werd ondergebracht, veranderde de naam van de stichting in Evangelische Bijbelscholen. De Brandpunt Bijbelschool ging verder als Evangelische Toerusting School (ETS).

Omdat het niet haalbaar bleek de ETH zonder overheidsfinanciering voort te zetten, werd die opleiding in 2004 ondergebracht bij de Christelijke Hogeschool Ede. Vanaf dat moment was de EBS alleen nog verantwoordelijk voor de Evangelische Toerusting School. De fusie met de onafhankelijke Evangelische Theologische Academie verbreedde het aanbod weer. Het Evangelisch College omvat nu de Evangelische Theologische Academie (ETA), het Evangelisch Pastoraal Studiecentrum (EPS) en de Evangelische Toerusting School (ETS). De ETA biedt een vijfjarige deeltijdopleiding theologie op een niveau dat tussen hbo en universiteit ligt. Het is mogelijk een driejarig traject te volgen voor missionair werk of gemeentewerk. Momenteel telt de ETA 225 studenten, inclusief 35 afstandsstudenten.

Het Evangelisch Pastoraal Studiecentrum (nu 60 studenten) richt zich op het toerusten van pastoraal werkers, in een opleiding van drie jaar. De Bijbelcursus van de Evangelische Toerusting School, die op ruim 55 locaties in het land wordt gegeven, is bedoeld voor gemeenteleden die hun kennis van de Bijbel willen vergroten. Het aantal cursisten ligt momenteel op 1100.

De 23 vaste medewerkers van het Evangelisch College worden bijgestaan door ongeveer honderd gastdocenten. Het merendeel daarvan is verbonden aan de Evangelische Toerusting School. De ETA telt ongeveer 25 docenten, vrijwel allemaal met een academische graad. Pakweg de helft van de studenten is afkomstig uit de evangelische wereld, de andere helft uit de traditionele kerken. Van de docenten heeft het merendeel een evangelische achtergrond. Voor studenten die alsnog een door de overheid erkend diploma willen behalen, sloot de ETA een convenant met de Christelijke Hogeschool Ede (CHE), de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven (ETF) en de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt in Kampen (TUK). Vooral de doorstroming naar de TUK is aantrekkelijk. Na vier jaar ETA-studie kunnen studenten daar instromen in de pre-master en na afronding daarvan een 1-jarige master volgen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer