Column: Onze SGP-dames
Er gebeuren mooie dingen in onze gezindte. Onlangs bezocht ik als toezichthouder van een reformatorische school een godsdienstles. De docente stond stil bij de bevrijdende betekenis van de Bijbelse scheppingsordeningen. Deze door God geschonken handleiding voor het (samen)-leven spitste zij toe op de relatie tussen man en vrouw. Helder legde zij uit dat de zondeval begon met een doorbreken van de door God ingestelde verhouding tussen man en vrouw. Met een omkering van Zijn scheppingsordening. Daarna besprak zij de consequenties van de scheppingsordeningen voor huwelijk, gezin, kerk en maatschappelijk leven.
Op zeker moment ging zij in op het SGP-vrouwenstandpunt. Ik ging even rechtop zitten. Zij durfde geen directe lijn te trekken van de Bijbelse scheppingsordeningen naar dit specifieke partijstandpunt. Wel achtte zij het een legitieme poging van een christelijke partij om zo gestalte te geven aan de onderscheiden roeping die man en vrouw van de Heere ontvangen. Zij vond het theologisch te simpel om het onderscheid tussen man en vrouw slechts te beperken tot het erf van de kerk. Ik was verrast door de integere benadering van deze pittige stof.
Dit lesuur volgde op een andere ervaring. Ik woonde een catechisatieles bij van mijn dochter. De predikant besprak de genderdiscussie. Hij toonde hoe deze beweging haaks staat op alles wat God vanaf het begin heeft bedoeld met Zijn schepping van man en vrouw. Hij deed een appel op de jongeren om zich hierin grondig te verdiepen, zodat zij niet worden meegezogen door de tijdgeest.
Deze catechisatieles vloeide voort uit een oproep van de generale synode van mijn kerk. De synode had haar zorgen uitgesproken over de genderbeweging die in alle haarvaten van onze samenleving doordringt. De synode riep daarom predikanten op hieraan in de prediking en tijdens catechisatie aandacht te schenken. Een goed initiatief.
Helaas! Het voorgaande is een verzinsel. Het zou zo moeten zijn, maar zo werkt het niet in onze gezindte. De thema’s die er echt toe doen, laten wij liggen. Het doordenken van het Bijbelse onderscheid tussen man en vrouw, de verschillende roeping die zij hebben, is taboe. Ook het meest degelijke reformatorische onderwijs maakt in haar opleidingen geen enkel onderscheid met betrekking tot de verschillende roeping van jongens en meisjes. Daarom staan wij zo zwak in de huidige genderdiscussie en komt er zo’n flauw tegengeluid uit onze kring. We snappen nauwelijks wat er gaande is.
In het licht hiervan is het goedkoop om laatdunkend naar de SGP te wijzen als het gaat om haar ietwat harkerige omgang met het vrouwenstandpunt. Een standpunt met een lange geschiedenis is in relatief korte tijd een volstrekt geïsoleerd fenomeen binnen onze gezindte geworden. Onze jongedames, steeds hoger opgeleid, functioneren op alle denkbare plekken in de samenleving. En binnen een politieke partij moeten ze plotsklaps het zwijgen ertoe doen? En dan denken we dat ook nog te kunnen doen zonder de achtergrond ervan uit te leggen via opvoeding, school of kerk? Vergeet het maar.
Het gaat mij niet om het SGP-vrouwenstandpunt. Hierover wordt verschillend gedacht en daarin zullen we elkaar moeten verdragen, althans als we de partij niet willen splijten. Het gaat mij wel over de lessen die wij kunnen trekken uit de erosie van dit standpunt. Als we als gezindte menen dat bepaald gedachtegoed Bijbels is en daarom moet worden gekoesterd, zullen we moeten investeren in het verinnerlijken daarvan. Zeker bij onze jeugd. Als we dat niet doen, accepteren we dat dergelijke zaken op de helling gaan. Dit geldt ook principiële kwesties. Ik noem de genderdiscussie. We zien hoe het denken van onze jongeren over homoseksuele relaties verschuift. Het kan toch niet zo zijn dat je serieuze liefde onderdrukt? Maar dit geldt ook het toepassen van euthanasie als iemand lijdt. Of de ruimte voor echtscheiding. Over evolutie is de verwarring bekend.
Voor ieder persoonlijk komt het erop aan dat we het Woord laten spreken over ons leven. En als gezindte moeten we weer leren wat belijden inhoudt. Om dáár te strijden waar het christelijk geloof het meest wordt bedreigd. Om uit te komen voor de waarheid van Gods Woord en daarvoor pal te staan, juist als het pijn doet en ongemakkelijk voelt. Een karakterloos christendom heeft geen beschimping te vrezen. Maar als we liever comfortabel blijven mekkeren over bijzaken, moeten we geen krokodillentranen huilen als het reformatorische gedachtegoed wegspoelt.
Mr. D. J. H. van Dijk is lid van de Eerste Kamer voor de SGP.