Spotlight: Aftakelend plattelandsleven
De rand van de samenleving – die uitdrukking kan heel wisselende beelden oproepen. Je kunt denken aan een wereldvreemd gezin, middenin een bos, verstoken van ieder sociaal leven. Maar ook aan Nederlandse mannen van middelbare leeftijd in een dorp aan de rand van het land.
Meer dan ooit denken we vandaag na over onze eigen identiteit. Waar liggen onze wortels, waar horen we thuis? Tussen welke mensen willen we wonen? Wat is de groep waar we bij willen horen, en hoe kunnen we ons het best verweren tegen andere groepen met andere belangen? Aan welke cultuur, welke manier van leven hangen we met hart en ziel?
Zo maken we met elkaar de tegenstellingen waar het in onze samenleving over gaat: witte of zwarte mensen, religie of atheïsme, behoudzucht of vernieuwingsdrang, stad of platteland, nationalisme of globalisme, en nog veel meer. We zijn allemaal op zoek naar iets om onszelf aan vast te houden, iets om ons mee te verbinden. Maar wat als de oude manieren om dat te doen niet meer lijken te werken?
Het leven op het platteland is voor schrijvers een prachtig onderwerp om die vraag te onderzoeken. Neem de nieuwe romans van Tommy Wieringa en Fiona Mozley. Op het eerste gezicht hebben ze niets met elkaar te maken: qua personen, landschap en verhaal zijn ze compleet verschillend. Maar ze gaan allebei over mensen die heel goed weten waar en bij wie ze thuishoren, maar die juist door die sterke verbondenheid met het verleden geen toekomst meer hebben.
Mozley kiest met ”Elmet” voor een verhaal dat aanvankelijk wel iets wegheeft van een mythe. Daar verwijst de titel ook naar: Elmet is een sinds lang verdwenen koninkrijk, gelegen in het huidige Yorkshire. Toch lijkt het boek zich niet in het verleden, maar in een onbestemd heden af te spelen. Het gaat over een vader die met zijn blote handen voor zijn twee kinderen een huis middenin het bos bouwt. Hij jaagt met pijl en boog, hij erkent geen aanspraken van grondbezitters, hij vecht met andere mannen, hij streeft naar een veilig thuis in een uiterst onveilige wereld vol regels, hebzucht en kwaadwillendheid.
Maar het verhaal loopt niet goed af. Aan het eind is alle bestaanszekerheid voor de jongen die de hoofdpersoon is verdwenen. In een storm van geweld zijn zijn vader, zijn zusje, zijn huis en zijn land verloren gegaan. Alleen met zijn lichaam blijft hij over, ontworteld, thuisloos. ”Elmet” is mooi geschreven en hier en daar spannend, maar ook: wrang, verdrietig, troosteloos. Wie op grond van de titel een fijn romantisch boek verwacht komt bedrogen uit.
Dat laatste geldt ook voor ”De heilige Rita” van Tommy Wieringa. De heilige Rita is de patrones van hopeloze gevallen, van eenzaamheid en onvruchtbaarheid. En in dit verhaal staat ze sowieso machteloos; verlossing komt er niet.
Hoofdpersoon is de bijna vijftigjarige Paul Krüzen, die zijn leven lang al in een Saksische boerderij ergens aan de oostgrens van Nederland woont. Samen met zijn vader – zijn moeder heeft toen hij nog klein was haar biezen gepakt en is in Duitsland gaan wonen samen met een Rus die in een klein vliegtuigje op hun land neerstortte.
Die Rus, die uit de lucht valt en zo als eerste het rustige leven in het dorp verstoort, staat symbool voor alle veranderingen die volgen. Neem de Chinezen die in het dorp opduiken en de horeca overnemen, of de Russen, Polen en Roemenen die iets onduidelijks doen met drugs en bordelen in de grensstreek – en die wellicht ook iets te maken hebben met de beroving en de dood van de plaatselijke kruidenier.
Die kruidenier is tijdens zijn leven Pauls beste vriend, de laatste uit een geslacht van kruideniers, bij wie nog slechts een handjevol klanten naar de voorouderlijke winkel komt. Maar die vriendschap is niet gebaseerd op gelijkgezindheid tussen twee mensen; ze is niet meer dan een door de omstandigheden toevallig samengedreven zijn van twee eenzame mannen.
Wieringa schetst in ”De heilige Rita” een portret van een aftakelend dorp, waar je alleen nog maar iets kunt gaan eten of drinken bij de Chinees. Waar de politie nog slechts opduikt om eens een alcoholcontrole te doen. Waar de laatste pinautomaat verdwenen is, en de eerste wolf al gesignaleerd. Waar de kleinere boeren hun land hebben verkocht en in de nieuwbouw zijn gaan wonen – om „met kleine, hebzuchtige oogjes” bij elkaar naar binnen te kijken en zichzelf te vergelijken met hun buren.
De sfeer van ondergang is ook op andere manieren treffend neergezet: de kinderloze mannen die samenklonteren aan de bar, de troosteloze, nietsverhullende erotische taferelen in het Duitse bordeel, de wietplantage in een boerenschuur, de handel in oude militaire voorwerpen en kostuums, de aanwezigheid van de oude vader die elke dag opnieuw tijdens de maaltijden eindeloos zijn voedsel zit te vermalen. Nee, verheffend of inspirerend om te lezen is dit boek bepaald niet.
Maar het gaat wél over de grote vragen van deze tijd. Dat is steeds opnieuw de kracht van Wieringa als schrijver. Of hij gelijk heeft met zijn beschrijvingen en analyses is een andere vraag, maar hij weet feilloos de punten te vinden waarover het in dit land en deze tijd gaat.
Je kunt je als lezer best afvragen of hier geen grootstedelijke superioriteitsgevoelens een rol spelen, of de teloorgang van het platteland écht onvermijdelijk is. Misschien speelt het ware leven zich juist wel eerder op het platteland dan in de stad af. Maar de onderliggende vraag blijft staan: hebben traditionele gemeenschappen nog de kracht om zichzelf te vernieuwen en al het goede, alle kostbare waarden van vroeger, mee te nemen in hun ontwikkeling – ook als de tijd en de cultuur veranderen?
En algemener nog: hoe kun je de gemeenschap vernieuwen zonder je identiteit en traditie overboord te gooien? Kun je het nieuwe afstoten en het oude behouden zonder je vitaliteit te verliezen en over de rand van de maatschappij te vallen? Heb je als mens geen toekomst als je te diep wortelt in het verleden? Zonder wortels in het verleden raak je toch ook op drift?
”De heilige Rita”; Tommy Wieringa; uitg. De Bezige Bij, Amsterdam, 2017; ISBN 978 90 234 5875 3; 286 blz.; € 16,99; ”Elmet”, Fiona Mozley; uitg. Hollands Diep, Amsterdam, 2018; ISBN 978 90 488 4370 1; 254 blz.; € 19,99; verschijnt 23 februari.