Bodar vertelt in boek over zijn depressies
„Deze hebbelijkheid.” Zo typeerde Antoine Bodar zijn depressieve aard tijdens de presentatie van het boek ”Droef gemoed”, zaterdag in de Abdij van Berne.
De boekpresentatie was georganiseerd door uitgever Berne Media en uitgeverij Meinema, onderdeel van Boekencentrum. Arjen van Trigt, uitgever bij Boekencentrum, overhandigde Bodar de eerste exemplaren. De presentatie trok ongeveer 150 bezoekers.
In zijn boek vertelt de rooms-katholieke priester Bodar over de depressieve periodes in zijn leven, toen hij 21 jaar was en toen hij in vijftig was. De laatste depressie duurde ongeveer zes jaar. In het boek zijn gesprekken opgenomen die journalist Nels Fahner met Bodar voerde.
Tijdens de presentatie was er een gesprek tussen journaliste Hella van der Wijst en Bodar over het boek. Bodar vertelt dat hij niet naar de presentatie uitzag. „In grote gezelschappen heb ik het liever niet over dit onderwerp, omdat ik tijdens die periodes ook sterk liep met het gevoel dat ik mij aanstelde. Pas toen de bedrijfsarts tegen mij zei dat ik ziek was, kwam de acceptatie.”
In het boekje gebruikt Bodar de metafoor van de kamerplant. „Dat alles wat in een toestand is, in een toestand te laten. Dat wij zonder kracht bemind zijn, zonder nut geliefd zijn. Langzaam groeit dan een houding die in wachten geduld kent, in overgeven rust.”
God laat op Zich wachten, zo legde Bodar uit. „Als je teruggebracht wordt tot inertie, tot het gevoel dat je stilstaat, is het belangrijk om te beseffen toch bemind te zijn. Zonder nut blijven wij onderdeel van de schepping.”
Tijdens de tweede depressieve periode heeft Bodar ervaren dat God erbij was. Op de vraag of de depressieve periodes het leven verdiept hebben, antwoordde hij bevestigend. „Je moet ermee om leren gaan en beseffen dat het zinvol is.”
Neerwaarts
Arthur Hegger, psycholoog bij Eleos en zoon van ex-priester ds. H. J. Hegger, reflecteerde op het boek van Bodar. Hegger gaf aan dat Bodar periodes van ernstige depressiviteit heeft gekend. „Dan geraak je in een neerwaartse spiraal, waardoor je je ook steeds meer isoleert van de buitenwereld. Herstel van een depressie kan pas beginnen als het als ziekte aanvaard wordt.”
Hegger denkt dat bij Bodar de aanleiding van de depressies lag in de grote verandering van sociale rollen. Bodar had zich erop ingesteld priester te worden en dat leek op zijn 21e jaar niet meer te kunnen. Voorafgaand aan de tweede periode verloor Bodar zijn aanstelling aan de Universiteit Leiden. Tijdens de eerste periode van depressiviteit van Bodar lijkt er sprake te zijn van een afstandelijk en niet betrokken Godsbeeld, zo stelde Hegger. „Bij de tweede periode was dat anders, in deze periode lijkt het positieve, steunende en liefdevolle beeld van God te domineren.”
Hegger concludeerde dat ”Droef gemoed” een persoonlijk getuigenis is van een man die in zijn depressie de omgang met God heeft weten te bewaren.