Golf van exposities rond ramp en nasleep
Tal van musea brengen de watersnood in beeld. In veel gevallen betreft het tijdelijke exposities. Maar er zijn ook plaatsen waar permanent aandacht is voor de ramp.

De variatie onder de plaatsen waar de ramp permanent wordt belicht, is groot. Terwijl er op de ene plek alleen een helikopter is te zien, gaat het op een andere plek om een interactieve belevingswereld. Een selectie uit de tentoonstellingen.
Het attractiepark op het voormalige werkeiland Neeltje Jans heeft een permanente expositie over de ramp en de nasleep. Er wordt onder meer een 4D-animatie over de ramp getoond. Ook de wederopbouw en de Deltawerken komen uitgebreid aan bod.
Het Keringhuis in Hoek van Holland staat bij de Maeslantkering, die de Nieuwe Waterweg kan afsluiten. In het Keringhuis wordt uitleg gegeven over de Deltawerken en de reden daarvoor: de watersnood.
In het Watersnoodhuis in Stavenisse zijn onder meer foto’s te zien. Het museum is in de wintermaanden gesloten. Vanaf mei is het museum weer op woensdagmiddag en zaterdagmiddag open. Ook is het op afspraak geopend.
Streekmuseum De Meestoof in Sint Annaland is gedeeltelijk gevestigd in een Noorse geschenkwoning uit 1953. Het museum gaat vooral over de streek, maar er zijn ook foto’s van de ramp.
Historisch Museum De Bevelanden in Goes heeft een ruimte over watersnoden in zijn algemeenheid.
De familie Zweemer aan de Zandweg in Kruiningen heeft aan huis een privémuseum. Het is gevestigd in de garage en is op afspraak te bezichtigen. Er zijn ongeveer 150 boeken, kranten en tijdschriften uit de periode na de ramp te zien. Daarnaast staan er in het museum wat voorwerpen uit de Eerste en de Tweede Wereldoorlog.
Het Streekmuseum Goeree-Overflakkee in Sommelsdijk laat vanaf 3 februari bezoekers met 3D-beelden kennismaken met de ramp. Het wordt een blijvend onderdeel van het museum. Bezoekers kunnen een 3D-bril opzetten voor een virtualrealitybeleving. Ze krijgen onder andere beelden te zien over de rampnacht. In het museum zijn ook diverse films over de ramp te zien, uit Goeree-Overflakkee, maar ook uit andere gebieden. Daarnaast worden er honderden foto’s getoond op een touchscreentafel. Ook zijn er diverse filmpjes waarin ooggetuigen hun verhaal vertellen.
In Aviodrome in Lelystad is een helikopter te zien van het type Sikorsky S-51. Dit type werd tijdens de ramp ingezet. Het getoonde toestel heeft overigens geen rol gespeeld. Bij de helikopter hangt een levensgrote foto van huizen die in het water staan. Ook staat er een informatiepaneel bij.
Tijdelijke exposities
Diverse musea houden tijdelijke exposities. De ene duurt een dag, de andere enkele maanden of zelfs een jaar.
In het Museum Hoeksche Waard in Heinenoord zijn tot en met 1 maart 2019 vijf informatiepanelen over de ramp te zien. Ook worden er voorwerpen en bewegende beelden getoond.
Museum Het Land van Strijen aan de Kerkstraat in Strijen presenteert een tijdelijke expositie: ”Dorp in het water”. Ze is te bezichtigen van 2 tot en met 24 februari.
De consistoriekamer van de Grote Kerk van Brouwershaven bevat op zaterdag 3 februari een tentoonstelling. Er hangen foto’s en er is een huiskamer uit de jaren 50 te zien. Op een originele peilschaal wordt aangegeven hoe hoog het water in de kerk heeft gestaan.
De pastorie aan de Voorstraat in Oude-Tonge is ingericht als tentoonstellingsruimte met vooral veel beeldmateriaal. De expositie in Oude-Tonge is van 1 tot en met 9 februari te zien, behalve op zondag.
In buurthuis De Burcht in Werkendam is tot en met 3 februari de expositie ”En toen kwam het water…” te zien. De tentoonstelling is een initiatief van de Historische Vereniging Werkendam en De Werken. In Werkendam vielen in 1953 geen slachtoffers. Wel stond het water erg hoog. Foto’s op de expositie maken duidelijk op welke plaatsen het water hoog stond en welke gebieden droog bleven. Ook zijn er filmbeelden uit Zeeland.
Het Sliedrechts Museum aan de Kerkbuurt in Sliedrecht toont foto’s en filmbeelden uit 1953. Ook zijn er krantenknipsels en tijdschriften te zien. Bovendien zijn er diverse inwoners van Sliedrecht en Wijngaarden geïnterviewd die de ramp hebben meegemaakt. De expositie loopt tot en met 17 maart.
In het Watersnoodhuis in Heijningen is vanaf 1 februari enkele maanden lang een tentoonstelling te zien over de ramp. Er worden met name foto’s getoond. De expositie is in een houten noodwoning en is open op dinsdag- en donderdagmiddag en de eerste zaterdagmiddag van de maand.
Cultuurhistorisch museum Het Reghthuys in Hardinxveld-Giessendam herbergt tot en met 28 april de expositie ”Water in de waard”. Er zijn foto’s en films te zien over de ramp in de Alblasserwaard.
Herdenken en bedanken met straatnamen
Op een groot aantal plaatsen in met name Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant herinneren monumenten aan de ramp. Die variëren van een eenvoudig kruis en een plaquette tot een indrukwekkend beeld. Op meerdere plaatsen zijn onder meer op begraafplaatsen plaquettes aangebracht met een lijst van de namen van de slachtoffers. Een greep uit de vele plaatsen.
In Ouwerkerk staat het Nationaal Monument. Het gaat om vier caissons waarin het Watersnoodmuseum is gevestigd. Ook staat er een stenen zuil waar golven in zijn verwerkt.
Oude-Tonge, waar 305 mensen omkwamen, heeft een speciale begraafplaats voor de slachtoffers. Het kerkhof telt 159 graven met in totaal 312 mensen. De meest voorkomende namen zijn De Boet (27 keer) en De Vos (11 keer).
Op de plek in Nieuw-Vossemeer waar de dijk doorbrak, werd in 1954 een kruis geplaatst. Dit werd in 2003 verplaatst naar een locatie die beter toegankelijk was. In 1996 kwam er in het dorp een extra monument bij. Dat werd in 2017 verplaatst.
In Heijningen staat een monument van een man die zijn vrouw beschermt tegen het opkomende water. In deze Brabantse plaats vielen 76 doden.
Op de begraafplaats van Oosterland staat een gedenkteken met de namen van de tientallen slachtoffers die in het dorp vielen.
In Strijen bevindt zich een verzamelgraf waarin tientallen doden liggen.
Ook in Kortgene is een begraafplaats voor de tientallen doden van de ramp.
In Stavenisse staat een monument van een visachtig dier. Het stelt een zeemonster voor dat alles dat het tegenkomt verzwelgt.
Een monument van een angstige vrouw die haar kind meetrekt op de vlucht voor de golven die hen op de hielen zitten is te vinden in Stellendam.
In Numansdorp staat een monument van een echtpaar dat op de vlucht is.
Een monument van een vrouw die haar kindje vastheeft dat ze in doeken heeft gewikkeld is te zien in Kruiningen.
Wolphaartsdijk heeft een gedenkteken van golven waar een hand uit steekt.
Een schip dat in de dijk ligt. Dat wordt uitgebeeld met een monument in Nieuwerkerk aan den IJssel. Het herinnert eraan dat een schipper de opdracht kreeg met zijn vaartuig een gat in de dijk af te sluiten.
In de hal van het Dorpshuis Luctor et Emergo aan de Hoofdweg in Rilland-Bath hangt een plaquette met de namen van slachtoffers.
Dirksland heeft een herdenkingsmuur voor de slachtoffers.
Geschenkwoningen
Niet alleen in monumenten, maar ook in straatnamen heeft de ramp sporen nagelaten. De spelling van de namen verschilt nogal.
De herkenbaarste namen zijn: 1-Februariweg (Heijningen), 1 Februariweg (Herkingen), Plein 1 Februari 1953 (Nieuw-Vossemeer) en Plein 1953 in de Rotterdamse wijk Pendrecht. Plein 1953 ligt centraal tussen diverse straten die zijn vernoemd naar plaatsen die door de ramp waren getroffen.
In Halsteren bevindt zich de Sint Ignatiusdijk. Dit herinnert aan een van de namen van de ramp: de Sint-Ignatiusvloed. De ramp wordt ook wel de Beatrixvloed genoemd. In Hank, aan de oostkant van de Biesbosch, zijn beide namen te vinden: de Sint Ignatiusstraat en de Beatrixstraat. Ze komen allebei uit op de Sint Elisabethstraat. Die laatste naam duidt op de overstromingen die eeuwen geleden de Biesbosch vormden.
Oude-Tonge eert de hulpverleners met de Mariniersweg. In Ouwerkerk is de Weg van de Buitenlandse Pers, verwijzend naar de media-aandacht. Met onder meer de Koning Haakonstraat, de Deensestraat en de Noorsestraat bedanken diverse plaatsen andere landen voor houten woningen die werden geschonken.
Naar een van de bekendste slachtoffers, Leendert Johannes Potappel, ouderling in de oud gereformeerde gemeente van Stavenisse, is geen straat vernoemd. Hij wilde geen eer rond zijn persoon.
Rampgebied telt tal van monumenten
Verspreid over het rampgebied staan er nog steeds tal van geschenkwoningen. Zweden, Denemarken, Noorwegen en Oostenrijk leverden na de catastrofe honderden houten panden. Ze werden per schip en per trein als bouwpakketten aangeleverd en in Nederland in elkaar gezet. Een aantal van deze woningen is inmiddels afgebroken.
De huizen waren voor die tijd redelijk luxe. Er zat een douche en toilet in. Dat had niet elke Nederlandse woning.
In Middelharnis staan bijvoorbeeld dit soort houten huizen aan de Malmöweg en de Stockholmweg.
In Fijnaart en Heijningen zijn deze woningen nog te vinden in de Edvard Griegstraat, de Veluwestraat, de Koning Haakonstraat en de Bernadottestraat.
In het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem staat een originele noodwoning. Het houten huis werd in 1954 in Raamsdonksveer geplaatst.