Opinie

Turkije moet met Koerden in gesprek gaan

Islamitische Staat in Syrië lijkt verslagen. De beweging controleert nog enkele gebieden, maar dat stelt allemaal niet zo veel meer voor. Daarmee zou de slepende oorlog in het Arabische land goeddeels voorbij moeten zijn.

Hoofdredactie
29 January 2018 14:26Gewijzigd op 16 November 2020 12:30
Turkije heeft in Syrië operatie Olijftak gelanceerd om Koerdische milities te bestrijden. beeld AFP, Maan al-Shanan
Turkije heeft in Syrië operatie Olijftak gelanceerd om Koerdische milities te bestrijden. beeld AFP, Maan al-Shanan

Weliswaar zijn er nog steeds diverse rebellengroeperingen actief in de strijd tegen het Syrische regeringsleger. Zondag nog startte een tweetal milities een offensief in de buitenwijken van Damascus. Maar de strijdkrachten van president Bashar al-Assad zijn, met buitenlandse hulp, al langere tijd aan de winnende hand. Het einde van het conflict is in zicht.

Dat zou ook wel alleszins wenselijk zijn, na een bijna zeven jaar durende bloedige oorlog. Met het tellen van het aantal doden is al een tijdje gestopt – voor zover het überhaupt mogelijk was om dat cijfer objectief bij te houden. Schattingen gaan ervan uit dat inmiddels ongeveer een half miljoen doden zijn te betreuren.

Voor Turkije is de strijd echter nog niet gestreden. Ankara heeft de nasleep van de Syrische burgeroorlog aangegrepen om een nieuw front te openen. Het Turkse leger is sinds vorige week bezig met een massale aanval op Koerdische milities in Syrië.

Die actie legt ook meteen de werkelijke intentie van Turkije bloot als het gaat om militaire interventie in Syrië. Aanvankelijk leek het erop dat de Turkse strijdkrachten zich mengden in de strijd tegen Islamitische Staat, zeker nadat in Turkije diverse bloedige aanslagen waren gepleegd die door IS werden geclaimd.

Maar al vrij snel werd duidelijk dat Turkije zijn pijlen vooral richtte op de diverse Koerdische milities die in Syrië actief zijn. Ankara wil ten koste van alles voorkomen dat de Koerden in het noorden van Syrië een eigen autonoom gebied krijgen.

Dat lukte eerder al in Noord-Irak. Daar maken de Koerden feitelijk de dienst uit. Als dat ook in Syrië gebeurt, komt de decennialange droom van een zelfstandige Koerdische staat een forse stap dichterbij.

Dat zou ook de Koerdische bevolking in het zuidoosten van Turkije op ideeën kunnen brengen. Daarmee zou de stabiliteit in het land ernstig worden ondermijnd.

Maar dat laatste is nog altijd een intern Turks probleem. De Turkse regering heeft uiteraard de verantwoordelijkheid om de rust en orde in eigen land te bewaren.

Maar het behoort niet tot de bevoegdheid van Turkije om militair in te grijpen in een buurland tegen een bevolkingsgroep die intens door de Turken wordt gehaat.

Nu het stof van de burgeroorlog in Syrië langzaam begint neer te dalen, is de geteisterde bevolking maar al te hard toe aan rust en vrede. Nieuw Turks oorlogsgeweld draagt daar bepaald niet aan bij.

Als Turkije het conflict met de Koerden wil beslechten, zal de regering in gesprek moeten gaan. Dat is eerder met succes gebeurd, maar kennelijk geldt nu de wet van het geweld. Als echter de dialoog op gang komt, kunnen de wapens gevoeglijk thuis worden gelaten.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer