Koopdagboek januari: Het is gewoon élke week wat
„We zitten bijna aan 1000 euro”, zegt mijn vrouw als ze het zoveelste bedrag opschrijft in haar kasboekje. Wat? Dúízend euro? En we zijn nog maar amper drie weken bezig.
Is het normaal om in zo’n korte periode 957,89 euro uit te geven aan kosten die we ook níét hadden kunnen maken? Ik blijf maar staren naar dat bedrag: 957,89. Waar zijn al die euro’s gebleven?
Antwoorden blijven uit en het kasboek, dat we als gezin de eerste drie weken van januari hebben bijgehouden, is beangstigend eerlijk. Bijna 1000 euro…
Het begon allemaal met een geruststellende gedachte: december is een dure maand, januari juist niet. Ben ik even blij dat ik het koopdagboek 2018 voor het eerst mag bijhouden. Arme collega die straks in een zogeheten ‘dure’ maand de klos is.
Maar gaandeweg de maand dringt het besef steeds duidelijker door: elke week is duur, elke dag vraagt om zijn uitgaven. Ja, het is gewoon élke week wat.
Neem die eerste dagen van het jaar. Kerstvakantie, kinderen thuis, logeetje, naar de kinderboerderij. We kiezen voor gemakkelijk en halen chinees. „21 euro meneer. Sambal bij?” Nee, dank u, die prijs is al pittig genoeg. Oké, we kunnen er twee dagen van eten, dat dan weer wel.
Nieuwe panfluit
Mijn huidige schoenen zijn nog niet versleten, maar ze slaan een beetje raar uit door verkeerde schoensmeer. En daarmee lopen ze –om een onverklaarbare reden– ook wat minder lekker. Tel daar een nieuwjaarsgift van de familie én het begin van de uitverkoopperiode bij op en daar sta je zomaar in de voor ons vertrouwde schoenenzaak. We gaan voor duurkoop met Van Lier-schoenen. Weer 120 euro verder. Nou ja, eigenlijk maar 20 als je die nieuwjaarsfooi er aftrekt.
Diezelfde dag doen we nog een grote aankoop: een nieuwe panfluit voor onze dochter. De oude staat te koop, een nieuwe dient zich ‘onverwachts’ aan. Via marktplaats.nl natuurlijk. Als ouders willen we de muzikale ontwikkeling maximaal ondersteunen, dus hakken we na deskundig advies van de panfluitlerares de knoop door: we kopen hem voor 200 euro, min 70 euro spaargeld van onze dochter.
En zo rollen we de eerste week van 2018 uit, na ook de boodschappen nog ‘even’ binnengehaald te hebben voor 102,50. Nu geen uitgaven meer, denk ik. Niet dus. Al jaren zit er een gat in het afdakje waar de fietsen onder staan. Zoonlief is er een keer doorgezakt tijdens een klauterpartij. Misschien heb ik last van onbewuste goede voornemens of zo, maar op zaterdagmorgen sta ik voor 64,04 euro spullen af te rekenen bij de bouwmarkt.
Een slechtere start voor de portemonnee is bijna niet denkbaar, maar de tweede week is het gelukkig een stuk rustiger. Een tankbeurt van 61 euro is de enige uitschieter, buiten de boodschappen om.
In deze tweede week maken we nog wel een bewuste keuze om geld uit geven. De jongeren in onze kerkelijke gemeente hebben een sportavond georganiseerd voor de JBGG-actie voor christelijk onderwijs in India. Als jv-leider mag ik daar niet ontbreken en dochter en zoon staan te springen om een avondje actief te zijn. Dat het hele gebeuren voor 20 euro in het kasboek komt, nemen we voor lief. Het zou toch vervelend zijn als we daar niet meer aan mee zouden kunnen doen.
Bakker en slager
Het bedrag aan boodschappen schommelt tussen de 100 en 120 euro. Dat is exclusief bakker en een klein stukje slager en groenteboer. Waarom de keuze voor deze kleine en tevens dure winkeliers? Omdat we goed eten belangrijk vinden. Voor de gezondheid natuurlijk. Maar ook om de middenstand ”op het pleintje” te steunen. En dat kost geld.
Volgens het Nibud zouden we zo’n 25 euro per dag aan eten kwijt zijn met ons gezinnetje. Dat is in drie weken 530 euro. Nou, dát hebben we dan toch aardig gedaan, met in totaal 354,60 euro aan boodschappen. Ha, voor het eerst dit verhaal bespeur ik iets van voldoening bij mezelf.
Dat gevoel duurt echter niet lang. Ik kijk naar het onwaarschijnlijke bedrag van 88 euro dat we in drie weken bij Kruidvat achterlaten. Pampers, maandverband, hoestdrank, neusspray –7 euro per flesje!– en cadeautjes voor mensen die jarig zijn: wat een bedragen.
Toch zijn ook al die gekochte spullen nodig. We laten ons kind liever niet snotverkouden rondlopen of een hele nacht liggen hoesten. Om over de noodzaak van de talloze pampers maar te zwijgen.
Nuttig
Drie weken uitgaven noteren, levert allereerst een schok op. Dat er zo veel geld uit gaat, hadden we niet verwacht. Maar kijken we wat verder dan het totaalbedrag, dan blijkt dat er maar weinig onzinuitgaven tussen zitten. Of het moet de fles wijn zijn waar we in het weekeinde van genoten hebben. Ja, die hadden we niet per se nodig. Maar na zo’n zuinige derde week hadden we die misschien wel een klein beetje verdiend. Toch?
Mijn vrouw heeft de smaak te pakken. Een eerste onlinezoektocht naar een kasboek is al gedaan. Dus wie weet is dit het opstapje naar een blijvend inzicht in de uitgaven. Volgens het Nibud is dat sowieso een goed idee: een kasboek is dé manier om geld te besparen.
Of dat gaat werken? Als ik om me heen kijk, zinkt de moed me in de schoenen. Er zijn nog zo veel dingen die om aandacht vragen. En zoals gezegd: het is elke week wel wat. Het glas van de schuurdeur moet nodig vervangen worden. Het tuinhekje is versleten. De zolder verdient een opknapbeurt… Misschien is een kasboek zo’n gek idee nog niet.
serie Koopdagboek
Waar gaat ons geld aan op? RD-redacteuren houden gedurende de eerste drie weken van de maand hun aankopen bij die ze doen buiten hun vaste lasten om. Dit resulteert in een koopdagboek op elke laatste zaterdag van de maand op deze pagina. Deel 1: het gezin van redacteur Evert Barten (twee volwassenen en drie kinderen van 12, 10 en 2 jaar).
Consument geeft meer uit
Consumenten hebben in november 2,6 procent meer besteed dan in november 2016, meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) eerder deze week. De groei is hoger dan in de voorgaande maand. Het geld ging vooral naar woninginrichting, huishoudelijke apparaten, kleding en schoenen.
Overigens is het CBS wel wat somberder over januari ten opzichte van november vorig jaar. Dat heeft te maken met iets minder gunstige omstandigheden voor de consumptie door Nederlandse huishoudens. Die hangen samen met de verwachtingen van consumenten, de situatie op de arbeidsmarkt en de ontwikkeling van hun vermogen. Al met al zou dat net wat minder zijn.