Radioactieve zaadjes tegen borstkanker
Het Erasmus MC in Rotterdam is als eerste ziekenhuis in Europa gestart met het inwendig bestralen van borstkankerpatiënten door plaatsing van radioactieve ‘zaadjes’ in de borst. Patiënten hoeven nu niet meer wekenlang naar het ziekenhuis voor de behandeling, maar zijn in één keer klaar.
Prof. Jean-Philippe Pignol van de afdeling radiotherapie van het Erasmus MC Kanker Instituut introduceerde deze manier van bestralen al jaren geleden in Canada (zie kader PBSI).
Pignol: „Bij vrouwen die de diagnose borstkanker hebben gekregen, staat de wereld op z’n kop. Ze voelen zich onzeker en bang. Als ze dan, nadat de tumor operatief is weggehaald, ook nog eens vier weken lang iedere dag op en neer moet reizen voor bestraling, wordt hun leven ontwricht. Met deze voor borstkankerpatiënten nieuwe behandeling kan de patiënt de bestraling thuis ondergaan en doorgaan met haar leven.”
Verwaarloosbaar
„Na een borstsparende operatie volgt altijd een periode van bestraling om eventuele achtergebleven tumorcellen te vernietigen”, vertelt arts-onderzoeker Gerson Struik van de afdeling radiotherapie. „Uit onderzoek is gebleken dat als de kanker terugkomt, dit met name in het naastgelegen weefsel is. Door inwendig te bestralen, kan er nauwkeuriger bestraald worden. Bovendien is dat veel prettiger voor patiënten: de inwendige bestraling is in één ziekenhuisbezoek geregeld.”
De radioactieve stof in de zaadjes zorgt voor de bestraling. Die neemt na verloop van tijd af: na twee maanden is de straling verwaarloosbaar. De titaniumcapsules blijven voorgoed in de borst zitten. Ze zijn ongevaarlijk.
Veilig
Struik: „Als je de diagnose borstkanker hebt gekregen, zijn er twee keuzes: een borstamputatie of een borstsparende operatie. Vooral veel oudere patiënten kiezen voor borstamputatie, omdat ze opzien tegen het wekenlange traject van bestraling. Dat is voor patiënten, die soms tientallen kilometers verderop wonen, zeer belastend. Met deze nieuwe techniek is dat niet meer nodig.”
De nauwkeurige bestraling vermindert de kans op terugkeer van de kanker. Onderzoek in Canada heeft aangetoond dat de kans dat de ziekte binnen vijf jaar in dezelfde borst terugkeert rond de 1 procent ligt. Bovendien brengt de straling bij deze techniek geen schade toe aan hart- of longweefsel, wat wel kan gebeuren bij externe bestraling, én is er minder huidschade dan bij externe bestraling. De behandeling blijkt ook veilig voor de mensen in de directe omgeving van de patiënt: de straling blijft binnen de wettelijke normen.
Kwaliteit van leven
„De behandeling is bij uitstek geschikt voor vrouwen boven de 50 met een laagrisicotumor en bij wie de lymfeklieren kankervrij zijn”, vertelt Gerda Verduijn, die als radiotherapeut-oncoloog de behandeling uitvoert.
„Statistieken wijzen uit dat jongere borstkankerpatiënten vaak een agressievere vorm van borstkanker hebben en daarvoor is bestraling van de gehele borst nodig. Tijdens mijn opleiding, zo’n vijftien jaar geleden, was het ondenkbaar dat je een borstsparende operatie zou doen bij een bejaarde vrouw. Toen ging het er uitsluitend om de kanker te bestrijden.
Vandaag de dag kijken we ook hoe we ervoor kunnen zorgen dat de kanker wegblijft, met zo veel mogelijk behoud van kwaliteit van leven.”
De auteur is als redacteur werkzaam voor het blad Monitor van het Erasmus MC, waarin dit artikel ook verscheen
„Ik dacht gelijk: weg met die borst”
Kort nadat de Rotterdamse Marja Balvers (53) heeft meegedaan aan het bevolkingsonderzoek borstkanker krijgt ze tot haar schrik te horen dat er ‘plekjes’ in haar borst te zien zijn.
Ze wordt doorgestuurd naar het IJsselland Ziekenhuis in Capelle aan den IJssel, waar uit een biopsie blijkt dat er kwaadaardige cellen in het weefsel zitten.
„De arts gaf aan dat het een voorstadium van kanker was en dat het weggehaald moest worden”, vertelt Balvers. „Mijn eerste reactie was: Weg met die borst! Ik wilde die foute cellen uit mijn lijf hebben, dus dan gelijk maar het zekere voor het onzekere nemen en mijn borst laten amputeren. Maar de arts vertelde dat dit niet nodig was. Door het aangedane weefsel operatief te verwijderen en vervolgens de borst te bestralen, konden we dezelfde resultaten bereiken als met een borstamputatie.”
Opgelucht
Enkele weken voor de diagnose had Balvers een artikel in de krant gelezen over een behandeling van borstkanker met bestraling van binnenuit, brachytherapie. „Ik zei nog tegen mijn man: „Wat fijn dat die mensen nu niet wekenlang op en neer hoeven te reizen voor bestraling.” Niet wetende dat ik er een paar weken later zelf voor zou komen te staan.”
Binnen veertien dagen na de diagnose ondergaat Balvers een borstsparende operatie. „Ik wist dat de bestraling binnen drie maanden na de operatie moest plaatsvinden. Dus toen ik uit het ziekenhuis kwam, ben ik meteen gaan bellen.”
Balvers maakt een afspraak met dr. Gerda Verduijn van het Erasmus MC. „Zij vertelde me dat ik in aanmerking kwam voor de behandeling. Ik was opgelucht, want wekenlang dagelijks bestraald worden, had ik verschrikkelijk gevonden. Ik voel me namelijk helemaal niet ziek, maar als je iedere dag naar het ziekenhuis moet, staat je leven in het teken van het ziek zijn. Dat wilde ik niet.”
Afsluiten
Inmiddels zijn de radioactieve zaadjes geïmplanteerd. „De eerste dagen na de ingreep ben ik soms misselijk geweest, maar dat is nu over. Af en toe voel ik een steek in mijn borst en soms een branderig gevoel. Dat had ik na de operatie ook al, het is allemaal goed te doen. Een week na het plaatsen van de zaadjes kon ik alweer aan het werk.”
Ze wil wel realistisch blijven, zegt ze. „Ik realiseer me dat het nog vroeg is en dat er nog complicaties kunnen optreden, maar tot nu toe voelt het goed. Ik ben heel blij dat ik m’n borst nog heb en dat ik de mogelijkheid had om voor deze behandeling te kiezen.
De bestraling was in één ziekenhuisbezoek geregeld en daarmee kon ik voor mijn gevoel deze fase afsluiten. Ik moet natuurlijk voor controle terug naar het Erasmus MC, maar ik ga er vooralsnog van uit dat het dan goed is.”
PBSI
De behandeling, die binnen drie maanden na de operatieve verwijdering van de tumor plaatsvindt, heet ”Permanent Breast Seed Implants” (PBSI). Zaadjes (kleine titaniumcapsules) worden met een holle naald in de borst geplaatst.
Daaraan voorafgaand worden met behulp van echobeelden en een CT-scan nauwkeurig de locaties vastgelegd waar de bestraling moet plaatsvinden. Die locaties zijn te herkennen aan achtergebleven wondvocht en littekenweefsel waar de tumor heeft gezeten. De patiënt krijgt een ‘roesje’ en plaatselijke verdoving, waarna de zaadjes worden ingebracht. De behandeling duurt ongeveer een uur. Daarna kan de patiënt direct naar huis.
Vloeistof
Regelmatig hebben patiënten na de inwendige bestraling last van een rode huid, vervelling of verwijde bloedvaatjes vlak onder de huid. Er wordt onderzocht of inspuiting van een vloeistof tussen het te bestralen gebied en de huid die schade kan beperken.
Om vast te stellen of de vloeistof effectief is, krijgt de helft van de patiënten die met PBSI worden behandeld de vloeistof ingespoten, de andere helft niet. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met het Franciscus Gasthuis & Vlietland in Rotterdam.