Rechts-conservatief Nederland ontbeert één partij
Wie vrijdagavond aanwezig was in De Broodfabriek in Rijswijk keek zijn ogen uit. De nog jonge organisatie De Nederlandse Leeuw was erin geslaagd zo’n 2000 mensen, onder wie veel jongeren, nota bene tegen een toegangsprijs van 25 euro te verlokken tot deelname aan een ”nationale brainstorm” over migratie en integratie.
Gefascineerd was in elk geval ook SGP-senator Diederik van Dijk, die er deelnam aan een politiek forum, samen met Machiel de Graaf (PVV-Kamerlid), Joost Eerdmans (voorman van Leefbaar Rotterdam) en Cemil Yilmaz (lijsttrekker van de Haagse moslimpartij Nida).
Van Dijk zag vogels van allerlei pluimage rondlopen, van PvdA’er Sander Terphuis tot leden van de Gereformeerde Gemeenten en de HHK. Zeker, de overgrote meerderheid van de aanwezigen was rechts georiënteerd, maar een onderzoekje door de organisatie leerde dat er uit alle politieke partijen mensen present waren.
Wie uit zo’n breed spectrum mensen bijeen weet te brengen rond het streven „de progressief-liberale denkcultuur in Nederland te doorbreken” levert een knappe prestatie. De kracht van de bijeenkomst school verder in de positieve en open sfeer. Hier was echt ruimte voor het uitwisselen van gedachten.
Wie dat vergelijkt met het klimaat binnen de PVV, waar in het geheel geen intern debat bestaat, heeft als weldenkend democraat zijn keuze snel gemaakt.
Maar –en dat brengt meteen op de zwakte van het initiatief van vorige week– die laatste vergelijking gaat natuurlijk mank. Want De Nederlandse Leeuw is geen politieke partij en de PVV wel. „Dat is niet erg, ieder zijn ding”, zegt u misschien? Dat klopt, mits alle enthousiastelingen die vrijdag in De Broodfabriek waren, dat goed beseffen.
Want al snel wordt het effect van het massaal en met Jan en alleman brainstormen over wereldproblemen schromelijk overschat. Veelal levert het in concrete zin weinig op – dit ondanks de 24 aanbevelingen die vrijdag aan het eind van de avond gepresenteerd werden. Dat gebrek aan tastbaar resultaat deert niet, mits de deelnemers aan dit soort evenementen zich maar realiseren dat hun bijeenkomst vooral spielerei was, een gezellig avondje uit, goed voor de clubgeest.
Waarna dan echter wel levensgroot de vraag blijft staan: Neemt recht-conservatief Nederland daar uiteindelijk genoegen mee? Want wie in ons huidige maatschappelijke bestel werkelijk iets wil veranderen, kan eigenlijk –op straffe van het doodbloeden van elke debatbeweging– niet zonder een politiek partij, een geoliede organisatie die gevoelens en gedachten van een achterban kanaliseert richting het Binnenhof. En ze daar omsmeedt tot concrete beleidsdaden.
Dát blijft lastig op het verdeelde rechts-conservatieve erf, waar tot nu toe één partij domineert (de PVV), waaraan veel conservatief denkende Nederlanders slechts bij gebrek aan beter hun stem geven. Of gaat het FVD de komende jaren deze rol vervullen?