De markt voor internetgeld blijft maar groeien
Op internet kun je niet alleen fietsen en oude schoenen kopen, maar ook digitaal geld. Deze internetmunten stop je niet in je broekzak, want ze bestaan uit bits en bytes. De bekendste internetmunt is de bitcoin. Volgens sommigen is dit geld beter dan goud, volgens anderen zijn cryptomunten gevaarlijker dan gokken.
Steeds meer mensen willen graag digitaal geld bezitten. Iedere dag openen burgers over de hele wereld meer dan 100.000 accounts op marktplaatsen waar ze deze munten kunnen kopen. En dat is niet verwonderlijk, want de muntjes stijgen snel in waarde. Aan het begin van 2017 waren alle internetmunten bij elkaar nog goed voor 15 miljard euro. Afgelopen donderdag om 14.00 uur was dat 580 miljard euro.
Op dit moment zijn al die valuta bij elkaar ongeveer evenveel waard als alle goederen en diensten die in een jaar tijd binnen de Nederlandse landsgrenzen worden geproduceerd. Met dít verschil: volgens de politiek, de banken en professors is die hoge waarde van internetmunten gebakken lucht. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) weigert de bitcoin te zien als een betaalmiddel. En minister Hoekstra van Financiën benadrukte pas nog dat een investering in digitale munten „volledig voor eigen risico” is. Topmannen van WallStreetondernemingen laten zich nog onvoorzichtiger uit. „Een luchtspiegeling”, „één grote fraude” en „een plaag”, zo vatten de beursmiljardairs de bitcoinhype samen.
Hoe Rabobankeconoom en hoogleraar geldwezen Wim Boonstra deze ontwikkeling ziet, is ook niet hoopgevend voor beleggers in internetmunten. De hoogleraar noemt internetmunten „een zeepbel met karakteristieken van een piramidespel”. (zie ”Bitcoin is piramidespel”)
Onheilsprofeten
Maar over al die waarschuwingen halen crypto-investeerders de schouders op. Ze blijven alsmaar nieuwe internetmunten kopen. Topbankiers, toezichthouders en niet-technologische wetenschappers zijn slechts onheilsprofeten die de technologie niet snappen, menen ze.
In Nederland waren er in oktober 2017 al 135.000 huishoudens met cryptomunten (zie ”Zo werkt een internetmunt”), becijferde Kantar TNS (voorheen TNS NIPO). Nog eens 150.000 huishoudens overwogen op dat moment de aanschaf van internetmunten. Op verjaardagsfeestjes bieden amateurinvesteerders tegen elkaar op. „In juni kocht ik voor 250 euro aan VEN. Nu zijn ze 11.000 euro waard.” Of: „Bedankt voor je tip om te investeren in XML. Ik heb al 400 procent winst sinds vorige week.”
De investeerders vormen gemeenschappen op sociale media als Slack en Telegram. Verdubbelt een munt in waarde? Dan sturen de leden elkaar pictogrammen van raketten. Deze koers gaat „to the moon!” bemoedigen ze elkaar. Wanneer de bitcoinkoers weer eens een procent of veertig zakt en de experts op de radio verkondigen dat vandaag de bubbel kan barsten, klinken in de echokamers van de cryptoliefhebbers nog steeds optimistische geluiden. „Dit is slechts een koerscorrectie. Vasthouden die munten”, beveelt men elkaar aan. Gevolgd door nog een tip. „Dit is het moment om nieuwe munten in te slaan. Ze worden nooit meer zo goedkoop.”
Bahama’s
Een van de gezichten van het crypto-optimisme is John McAfee. Hij gelooft dat één bitcoin in 2020 minstens een miljoen dollar waard is. Op dit moment is één bitcoin iets meer dan 10.000 dollar waard.
Uit dat extreme vertrouwen over de toekomst van digitaal geld slaan criminelen graag een slaatje. Elke dag worden er ergens ter wereld nieuwe internetmunten gemaakt door jongens met verstand van technologie. Soms schuilt in de munt inderdaad een sterk staaltje techniek dat geld waard is, maar vaker hebben de ontwikkelaars een vaag idee dat ze promoten op een gelikte website. Zulke ontwikkelteams creëren de munten enkel om anderen op te lichten. Want wanneer nieuwe digitale munten worden geveild door de ontwikkelaars geven zogeheten durfinvesteerders vaak miljoenen uit aan zo’n muntje.
Soms verdienen ze daar veel geld mee, maar een andere keer staan ze met lege handen. Want als de munten miljoenen waard zijn, verkoopt het ontwikkelteam bij een exploderende koers de aandelen die het voor zichzelf heeft achtergehouden. Als gevolg daarvan stort de koers weer in. De speculanten staan met lege handen, terwijl de technische jongens op het strand van de Bahama’s liggen.
Doodstraf
Veilingen van cryptovaluta, Initial Coin Offerings (ICO’s), zijn vergelijkbaar met de klassieke beursgang van een bedrijf. Een beursgenoteerde onderneming geeft aandelen uit, een bedrijf in cryptoland veilt munten om eigen vermogen te creëren. Alleen zijn er voor ICO’s in Nederland (nog) geen regels. Muntveilingen worden dan ook met argusogen bekeken door de Nederlandse toezichthouder AFM. In China kun je voor een digitale muntveiling zelfs de doodstraf krijgen.
Voor- en tegenstanders zijn het erover eens dat de technologie achter veel populaire alternatieve cryptovaluta baanbrekend is. Internet maakte het mogelijk om informatie eenvoudig te versturen, door het blockchainprotocol (zie ”Het succes van de bitcoin”) kun je waarde nu ook digitaal op slaan en zenden. Maar over de fundamentele betekenis van deze techniek kunnen we tot nu toe slechts speculeren.
Zo werkt een internetmunt
Een internetmunt (cryptocurrency) is niets anders dan een versleutelde computercode waar mensen geld voor overhebben.
Zo’n code wordt gemaakt door met computers ingewikkelde wiskundige opgaven op te lossen. Vandaar ook de naam cryptocurrency. ”Crypto” komt van cryptografisch, versleuteld. ”Currency” is het Engelse woord voor munteenheid.
Wie één wiskundige opgave oplost, wordt beloond met een stukje code. Die code kun je opslaan in een digitale portemonnee, maar kun je ook via internet verkopen aan andere mensen. Er bestaan marktplaatsen op internet waar mensen onderling internetmunten verhandelen.
De grootste en bekendste cryptocurrency is de bitcoin. Net als andere internetmunten wordt de bitcoin wordt gezien als digitaal geld. Het doet immers precies hetzelfde als een boekenbon. Ook daarbij koop je met echt geld een stukje papier dat een waarde vertegenwoordigt.
Naast de bitcoin zijn er nog heel veel andere munten gemaakt. Dat zijn zogeheten altcoins; alternatieve munten. Iedere ”coin” zit technisch anders in elkaar. De mensen die deze munten maken, beloven dat deze in de toekomst de wereld zullen veranderen.
Topeconoom: Bitcoin is piramidespel
Prof. Wim Boonstra, bijzonder hoogleraar bank- en geldwezen, volgt internetmunten zoals de bitcoin met belangstelling. Toch zijn cryptovaluta in economisch opzicht volgens de Rabobankeconoom allesbehalve revolutionair.
Liefhebbers zien cryptomunten als digitaal geld. Deelt u die visie?
„Nee. Cryptogeld voldoet niet aan de definitie van geld. Geld moet een ruilmiddel zijn dat functioneert binnen een samenleving. Zelfs de grootste munt, de bitcoin, wordt alleen geaccepteerd door een select groepje mensen.
Daarnaast rekenen ook bitcoinbezitters aan de kassa nog steeds af in euro’s. Want de ‘echte’ wereld draait nu eenmaal om gewoon geld. Daarnaast is betalen met cryptomunten moeizaam en in vergelijking met een gewone bankrekening extreem traag.”
Komen er daarom steeds snellere en betere munten op de markt?
„Het onbruikbare van de bitcoin zit niet alleen in de techniek. Ook met andere munten heb je het probleem dat de waarde van internetgeld veel te sterk schommelt. Daardoor kun je geen rationele economische beslissing nemen. Iets wat je vandaag koopt, kan morgen twee keer zo veel of juist de helft kosten.”
Toch beleggen veel mensen in digitaal geld. Wat zegt u dat?
„Bij iedere hype zie je dat mensen denken dat iedereen slapend rijk kan worden. Maar zo zit de wereld niet in elkaar. Het gaat deze investeerders niet om het principe van digitaal geld. Je kunt er immers vrijwel nergens mee betalen. Voor hen is het puur gokken. Morgen kun je je inleg kwijt zijn. Of is je geld dubbel zo veel waard. Het is een piramidespel. De bits en bytes waar de munt uit bestaat, stijgen enkel in waarde doordat iemand in Azië nóg meer biedt voor jouw munt. Aan het eind van de rit zijn er, zoals bij iedere hype, een paar winnaars en een heleboel verliezers.”
Tot nu bleken munten zoals de bitcoin een rendabele investering.
„Als je begin 2017 instapte en halverwege december dat jaar uitstapte, is je vermogen meer dan tien keer over de kop gegaan. Als je halverwege december instapte, heb je intussen een kwart van je geld zien verdampen.
Overigens is een bitcoin geen echte belegging. Wie aandelen koopt, belegt in het productieve vermogen van een bedrijf. In een echte wereld van noeste arbeid en technologische vooruitgang. Cryptohandelaren baseren hun aankoop op de illusie dat de hele planeet rijk kan worden met iets wat op lucht is gebaseerd.”
Ondertussen blijft de cryptomarkt maar groeien.
„Ja, tot nu toe minder heftig dan tijdens de collectieve gekte in de 17e eeuw. Daar legden Nederlanders –omgerekend naar nu– miljoenen euro’s neer voor één tulpenbol. In de geschiedenis zie je zulke hypes veel vaker. Maar tot nu toe waren ze lokaal. De bitcoinmanie gaat maar door omdat er heel veel mensen aan kunnen meedoen. Het is een wereldwijde hype.”
De Europese Centrale Bank (ECB) creëert iedere maand miljarden nieuwe euro’s. Dus, zeggen crypto-investeerders, een euro wordt steeds minder waard. Van bitcoins komen er maximaal 21 miljoen. Die waarde staat dus vast.
„Dat is een foute analyse. De prijzen van goederen en diensten in euro’s liggen slechts een paar procent hoger dan enkele jaren geleden. Aan die prijzen lees je de koopkracht van een munt af. De bitcoin wordt kunstmatig schaars gehouden. De hoeveelheid munten groeit dus niet mee met de economische activiteit.
In een gewone samenleving moet een centrale bank ervoor zorgen dat de hoeveelheid geld meegroeit met de economie. Als er meer goederen en diensten te verhandelen zijn, is daarvoor meer geld nodig.
In een bitcoineconomie zouden de prijzen steeds moeten dalen om een groeiende hoeveelheid transacties te kunnen sluiten. De schaarste maakt de bitcoin als regulier geld dus volledig ongeschikt. In een geldsysteem waarin de hoeveelheid geld vaststaat, wordt een munt per definitie minder waard. En er is niets zo gevaarlijk voor de financiële stabiliteit als geldontwaarding.”
De bitcoin werd zo opgezet dat overheden, banken en financiële toezichthouders geen controle hebben op het geld. Een voordeel, vinden anarchistische crypto-investeerders.
„Het hele systeem is opgezet om ondoorzichtig te zijn. Er is dus geen centrale autoriteit die verdachte financiële transacties meldt. Dit alles maakt cryptocurrencies buitengewoon geschikt voor criminele activiteiten. Drugshandel, terrorismefinanciering en losgeld bij computerhacks worden afgehandeld in het cryptocircuit.
Op een dag zullen toezichthouders zeggen: „Deze gekte moet stoppen. We willen greep op wat er met internetgeld gebeurt.” Daar hebben financiële autoriteiten de middelen voor, want ze kunnen reguliere banken verbieden om klanten die actief zijn in cryptocurrencies te ondersteunen. Dan wil iedereen van de munt af en zakt de koers in. Dan heb je niets meer als investeerder. Maar dan ook echt niets.”
En wat is dan de balans die we opmaken?
„De technologie achter de bitcoin, de blockchain, kan de wereld veranderen. Met aanpassingen, zodat het proces te volgen is voor toezichthouders, zal het een blijvertje zijn. Monetair gezien echter is de bitcoin 19e-eeuws.”
Vijf bijzondere internetmunten
- Bitcoin (BTC)
Marktaandeel: 33,8 procent
De bitcoin is zonder twijfel de meest prestigieuze internetmunt. De waarde van alle andere ”coins” wordt uitgedrukt in BTC. En niet voor niets; al meer dan tien jaar heeft de munt zijn waarde bewezen. Iedere tegenslag die gepaard gaat met flinke koerscorrecties komt hij te boven. Inmiddels is de munt eerder digitaal goud dan geld. Betalen met de bitcoin kan uren duren, en één transactie kost vanwege de ingewikkelde rekensommen die computers daarvoor moeten oplossen evenveel energie als één huishouden in één maand tijd gebruikt. Energie kost geld, en daarom rekenen mensen geen pizza af in bitcoins. De transactiekosten zijn te hoog. Het vertrouwen van de beleggers in het conservatieve ontwikkelteam van de bitcoin is onverminderd groot. En omdat vertrouwen waarde geeft aan een munt zal bitcoin niet zomaar verdwijnen.
- Ethereum (ETH)
Marktaandeel: 17,5 procent
De bitcoin legt enkel financiële transacties vast in de blockchain. De techniek van Ethereum is flexibeler en geavanceerder. Zo kan ETH ook contracten vastleggen in de blockchain. De munt van Ethereum heet de ether. Dat is de ‘brandstof’ die nodig is om contracten aan te maken.
- Ripple (XRP)
Marktaandeel: 10,5 procent
Begin 2018 is de ripple qua marktaandeel de derde cryptomunt. Het bedrijf achter de munt ontwikkelt een betaalsysteem dat geschikt is voor internationale overboekingen. In tegenstelling tot veel andere cryptomunten wil het bedrijf Ripple samenwerken met partijen die deel uitmaken van de huidige financiële infrastructuur. Door samenwerkingen met grote partijen als American Express en Santander is het vertrouwen van cryptobeleggers in deze munt groot.
- Iota (MIOTA)
Marktaandeel: 1,4 procent
Iota legt transacties niet vast in de blockchain, maar in Tangle. Door dit nieuwe protocol kunnen apparaten informatie en waarde veilig uitwisselen zonder transactiekosten. En die kosten zijn nu juist een van de zwaktes van de bitcoin. Fans van de munt noemen Iota daarom „de bitcoinkiller.” Zelf beoogt het bedrijf in het tijdperk van het ”internet der dingen” te garanderen dat informatie en waarde veilig kunnen worden uitgewisseld tussen apparaten.
- Monero (XMR)
Marktaandeel: 0,8 procent
De bitcoin heeft de naam aantrekkelijk te zijn voor criminelen om anoniem transacties te doen. In werkelijkheid is deze munt slechts pseudo-anoniem. Monero is veel geschikter voor digitale criminelen. Wapens of drugs op de digitale zwarte markt betalen boeven dan ook graag in XMR.