Soesterberg vergeet Amerikanen niet
Veertig jaar was het 32ste Fighter Squadron van de Amerikaanse luchtmacht gestationeerd op Vliegbasis Soesterberg, van oktober 1954 tot juli 1994. In het centrum van Soesterberg komt een monument dat aan die periode herinnert.
Het meest misten de inwoners van Soesterberg de Amerikanen op Koninginnedag. „Groot feest was het dan altijd. Van heinde en verre kwam men naar ons dorp. De militairen waren de attractie. Met grote barbecues stonden ze hamburgers te bakken, die goed in de smaak vielen.”
Architect Carel Bense herinnert het zich nog goed. „Een hele kilometer weg was ervoor afgezet. Toen de Amerikanen vertrokken waren, moesten de Soesterbergers weer zelf kleur geven aan het Oranjefeest. Dat is wel gelukt, maar de sfeer was anders.”
Een op de drie inwoners van Soesterberg had in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw de Amerikaanse nationaliteit. Zo’n 1500 van de 4500. De Koude Oorlog was de reden waarom de luchtmacht van de Verenigde Staten aanwezig was op NAVO-basis Camp New Amsterdam, een deel van Vliegbasis Soesterberg. Amerikaanse gevechtsvliegtuigen hielpen Europa beschermen tegen mogelijke agressie van de Sovjet-Unie en het Warschaupact. Met de val van de Berlijnse Muur en de opheffing van het IJzeren Gordijn nam die dreiging af. In 1994, amper vier jaar later, verlieten de Amerikanen Soesterberg.
Gescheiden werelden
De gemeenschappen van de militairen en de overige Soesterbergers waren twee gescheiden werelden, aldus Bense. „Ze mengden niet, daarvoor waren ze beide te groot. De Amerikanen hadden hun eigen faciliteiten: een grote supermarkt, diverse winkels, een kapper, een bioscoop, een school, een officierscafé-restaurant en eigen sportclubs. Een Amerikaan in uniform was in het straatbeeld van Soesterberg echter heel gewoon.”
Individuele contacten waren er zeker. „Zo zaten sommige Amerikaanse kinderen in het dorp op school. Er waren ook liefdesrelaties en huwelijken tussen Nederlandse burgers en Amerikaanse militairen. Dat gaf soms nog een heel gedoe bij het vertrek van de Amerikanen. Er werden toen relaties verbroken, in sommige gevallen werden families zelfs opgesplitst omdat partners er geen zin in hadden om voortaan hun dagen te moeten slijten op een beveiligd, afgeschermd terrein, ergens in Zuid-Korea bijvoorbeeld.”
Soesterberg was populair onder de Amerikaanse militairen, weet Bense. „Er was zelfs een wachtlijst voor. Hier hadden ze namelijk veel meer bewegingsvrijheid dan elders. Ze hoefden niet op de vliegbasis of een aparte compound te wonen. Ze streken ook neer in naburige plaatsen als Zeist en Leusden. In Soesterberg werden in de jaren zeventig voor de militairen speciale woonwijken gebouwd, die in tegenstelling tot veel andere Amerikaanse militaire bases in de rest van Europa volledig publiek toegankelijk waren. De wijknamen Apollo, Gemini en Mercury verwezen naar het Amerikaanse ruimtevaartprogramma. Voor Nederlandse begrippen waren de woningen, ontworpen door Amerikaanse architecten, toen bijzonder. Ze hadden onder meer een carport en boven twee badkamers en veel slaapkamers.”
McDrive
Opvallend in de nieuwe wijken was dat de Amerikanen veel buiten barbecueden. „Nu is dat voor ons vrij gewoon, toen kenden we dat niet”, zegt Bense. „Evenmin als Halloween. Ook met dat feest maakten we via de Amerikanen kennis. Nieuw was ook de McDrive. In Huis ter Heide, niet toevallig vlak bij de vliegbasis, werd in 1987 de eerste in Nederland geopend. De Amerikanen waren al bekend met dat fenomeen.”
De woningen in de voormalige Amerikaanse wijken zijn nu gewild bij gezinnen uit omliggende gemeenten die graag in een groene omgeving wonen en prijs stellen op een eigen tuin en voldoende parkeergelegenheid. Bense: „De druk op de woningmarkt is groot in deze regio. De komende jaren komen er in Soesterberg 1000 woningen bij. Geïnteresseerden staan ervoor in de rij. Ons dorp gaat van 6500 naar 10.000 inwoners.”
Soesterberg is van karakter veranderd. Ook de Nederlandse luchtmacht nam afscheid van de vliegbasis, in 2008. Het militaire terrein is nu natuurgebied, in handen van natuurorganisatie Utrechts Landschap. Bense en andere Soesterbergers hebben daarom het initiatief genomen voor een blijvende herinnering in hun dorp aan de Amerikaanse aanwezigheid van weleer: het Soesterberg Air Force Memorial. „Aandacht voor de geschiedenis van Soesterberg vinden we belangrijk. We moeten, nu alles zich wijzigt, blijven weten waar we vandaan gekomen zijn. De Amerikanen vormen een buitengewoon onderdeel van de culturele historie van ons dorp.”
Toeristisch aantrekkelijker
Het monument past in de plannen om Soesterberg en zijn omgeving toeristisch aantrekkelijker te maken. Bense verwacht dat niet alleen Nederlanders het zullen komen bekijken. „Jaarlijks doen al veel Amerikanen een aantal dagen Nederland. Schiphol ligt een halfuur rijden hier vandaan, dat is voor hen geen afstand. De militairen die hier ooit gediend hebben –en dat zijn er bij elkaar heel wat– zijn nu vader of grootvader. Die zullen het leuk vinden om hun kinderen en kleinkinderen te laten zien waar ze gelegerd waren. Velen koesteren nog altijd warme gevoelens voor Soesterberg omdat ze de vrijheid hier geweldig vonden.”
>>safm.nl
„Altijd was d’r wel ergens een barbecue”
„Als de vliegtuigen vertrokken met die branders aan, zag je dat vuur uit die staart komen. Een machtig gezicht vond ik dat. En dan met dat geluid erbij! Er waren mensen die over geluidsoverlast klaagden. Dat waren meestal mensen die van buiten kwamen, geloof ik, geen echte Soesterbergers. Wij waren aan dat geluid gewend, het hoorde erbij. Het ging ook niet de hele dag door, alleen als de vliegtuigen vertrokken en als ze ’s middags terugkwamen.”
„Voor de economie, zeg maar voor de middenstanders hier in het dorp, waren die Amerikanen ook goed. Tanken met benzinebonnen –die de Amerikanen gratis kregen– deden ze veel bij de plaatselijke benzinepomp. Ze reden natuurlijk veel in hun auto’s. Vooral de donkere jongens hebben heel veel BMW’s gekocht in de BMW-garage hier. Daar konden ze mee showen in Amerika.”
De Amerikanen deden belastingvrij hun inkopen in hun eigen supermarkt, de Commissary, maar „ondanks dat ze van alles hadden van voedsel tot meubels gingen ze bijvoorbeeld graag naar de bakker hier in Soesterberg. Bij de plaatselijke winkels was het, vooral in de weekends, regelmatig druk. Daar hadden ze tompoezen en moorkoppen, die kenden ze zelf niet. Vers gesneden brood, dat nog warm was, dat je zakje open moest blijven. Dat werd altijd zaterdags gehaald. Ze kenden alleen maar dat verpakte brood, dat fabrieksbrood.”
„Typisch Amerikaans waren de yard sales in Soesterberg. Die kenden wij als Nederlanders niet. Het waren eigenlijk opruimingen als mensen moesten verhuizen naar de volgende basis. Iedere zaterdagmorgen was er in de Amerikaanse wijk wel ergens een yard sale. Dan zetten ze hun spullen in de tuin, in hun ”yard”, en dan konden de mensen langskomen. Als je iets wilde kopen, ging je onderhandelen. Dat is in Amerika ook heel normaal.”
„Zijn vrienden kwamen d’r allengs bij, en mijn vriendinnen. We werden een vriendengroep en spraken ook in het weekend met elkaar af in Zeist of waar dan ook. En ieder weekend was d’r wel ergens een barbecue. Al lag er een pak sneeuw.”
Citaten uit een uitgave van gebiedscoöperatie O-Gen met persoonlijke verhalen van Soesterbergers over de invloed van 40 jaar Amerikaanse aanwezigheid op de omgeving.
Monument verbeeldt ”het menselijke, sociale aspect”
Vooral ”het menselijke, sociale aspect van de aanwezigheid van de Amerikanen in Soesterberg” heeft kunstenaar Chris Rodenburg uit Soest in het Soesterberg Air Force Memorial willen verbeelden. Drie banken staan er al, de rest van het monument wordt waarschijnlijk dit voorjaar geplaatst in het park dat de afgelopen weken is aangelegd op het nieuwe tunneldek boven de Amersfoortsestraat (N237), de provinciale weg van Amersfoort naar Zeist.
Het monument heeft onder meer een drieluik van aluminium panelen. Het paneel links toont de eerste straaljagers waarmee de Amerikanen op Soesterberg vlogen. Het middenpaneel verbeeldt de startbaan van de vliegbasis, die nu is ‘overgenomen’ door de veldleeuwerik. Op het rechterpaneel staan de F-15’s die in gebruik waren toen de Amerikanen vertrokken.
Van roestig staal, zogeheten cortenstaal, zijn de silhouetten van Amerikanen die bij het monument komen te staan: enkele personen rondom een barbecuestel, een groep vrienden met een basketbal, een cheerleader en een honkballer, een gezin met bowlingbal en een militair met de hand op het hart bij het spelen van het volkslied. Ook de wolfhound (de mascotte van het 32ste Fighter Squadron), een ”yard sale”-bordje en Halloween-maskers zijn in het monument verwerkt. Centraal staat een koninginnenlinde waarin een hartje, een ooievaar en een kruisje zijn gekerfd, symbolen voor verliefdheid, geboorte en overlijden en daarmee voor belangrijke momenten uit de levens van de gelegerde Amerikanen. Eén figuur heeft een tulpje in de hand. Achter de boom plaatst Rodenburg een verliefd stelletje.
Wie dat wil kan tussen de kunstwerken door lopen. Ernaar kijken kan ook, zittend op een van de drie banken. Als rugleuning hebben ze in silhouet de achterzijde van een typisch Amerikaanse slee. „Alsof je in die auto zit en naar het park kijkt”, aldus de ontwerper. Op de nummerplaten staat GN, wat Geen Nederlander betekent. Dat waren de beginletters van de kentekens van de auto’s van de Amerikanen in Soesterberg.
De silhouetten zijn net iets meer dan levensgroot. Carel Bense: „Toen de eerste Amerikanen hier kwamen, maakten ze indruk. Ze waren veelal fysiek groter en vitaler dan de meeste Soesterbergers. Door de bankjes net iets te dicht op de silhouetten te plaatsen, wordt dat effect versterkt.”
De gemeente Soest, waar Soesterberg onder valt, plaatst in het park een Alouette-helikopter, de laatste heli waarmee werd gevlogen tot de sluiting van de vliegbasis in 2008. Pogingen om een F-86 Sabre, de eerste straaljager in Soesterberg, of een F-16 te bemachtigen, zijn mislukt.