„Curaçao moet vluchtelingen opnemen”
Het door president Maduro op een zijspoor gezette Venezolaanse parlement heeft Curaçao opgeroepen een groep bootvluchtelingen asiel te verlenen. Parlementariër Luis Stefanelli zei namens het parlement te spreken en wil dat de overlevenden van een vergaan bootje Venezolanen die naar Curaçao gingen, als politiek vluchteling worden behandeld.
Het bootje met voornamelijk jonge mensen aan boord vertrok afgelopen week van de kust van de noordelijke deelstaat Falcón naar het ruim 60 kilometer noordelijker gelegen Curaçao. Het bootje sloeg op rotsen ten noordoosten van Willemstad en zeker vijf mensen zijn omgekomen en zestien overleefden het volgens Venezolaanse media. Een aantal media stelt dat er dan nog bijna tien opvarenden zoek zijn.
De tegenstanders van de linkse populist en president Nicolás Maduro wonnen eind 2015 177 van de 222 zetels in het parlement. Maduro heeft het daarom uitgeschakeld en vervangen door een raad met aanhangers.
Het olierijke land van ruim dertig miljoen inwoners lijdt al lang onder wanbeleid. De linkse populist Hugo Chávez (1954-2013) was als leider geliefd, onder meer omdat hij met oliedollars smeet. Maar hij koerste sinds 2007 ook af op een soort communisme. Het percentage Venezolanen dat in bittere armoede leeft is nu 82 procent tegenover 45 procent toen Chávez aan de macht kwam (1999). Zijn overlijden in 2013, de welig tierende corruptie en misdaad, het opdoeken van particuliere bedrijven en de dalende olieprijzen hebben het regime en de economie ondermijnd. Nog geen kwart van de Venezolanen zou nog vertrouwen in Maduro hebben.
Volgens een voorzichtige schatting zijn in de afgelopen twee jaar zeker 500.000 Venezolanen het land uit gevlucht. De premier van Aruba, Evelyn Wever-Croes, schatte recent dat er circa 12.000 illegale Venezolanen op haar eiland zouden zijn. Op Bonaire en Curaçao zouden mogelijk nog 20.000 tot 25.000 Venezolanen zonder verblijfsvergunning huizen.