Palestijnen mogen terreur niet langer belonen
Dat de Palestijnse Autoriteit geld geeft aan mensen die Israëliërs hebben vermoord, stuit in de wereld op grote weerstand. Vandaar de druk om te stoppen met dit soort betalingen.
Dinsdagavond om even na acht uur: Bij de Israëlische ambulancedienst Magen David Adom kwam er een telefoontje binnen. Er was een schietpartij geweest op route 60 op de Westelijke Jordaanoever. Toegesnelde hulpverleners troffen een zwaar gewonde man aan. Er bleken meer dan 20 kogels op hem te zijn afgevuurd. Toen de 35-jarige rabbijn (getrouwd, zes kinderen) in het ziekenhuis arriveerde, bleek hij te zijn overleden.
Hij was een inwoner van Havat Gilad. Dat is een buitenpost van een nederzetting die zonder toestemming van de Israëlische overheid is gebouwd. Maar na de aanslag beloofden enkele ministers zich te zullen inspannen voor legalisering van het dorpje.
Naar aanleiding van de dodelijke aanslag schreef de Amerikaanse ambassadeur in Israël, David Friedman, dat Hamas de moordenaars prijst en dat de Palestijnse wetten bepalen dat zij financiële beloningen krijgen. „We hoeven niet verder te kijken waarom er geen vrede is.”
Voor Israël is veiligheid een hoofdzorg. Maar de Palestijnen zien de uitbreiding van Joodse nederzettingen op de Westoever als een obstakel naar vrede en zien terreur als legitiem.
De krant The Jerusalem Post schreef dat de Palestijnse Autoriteit vorig jaar 347 miljoen dollar (289 miljoen euro) uitbetaalde aan terroristen en hun families. Hoe zwaarder de straf, hoe hoger de beloning. Wie 3 tot 5 jaar achter de tralies zit, krijgt 2000 sjekel per maand (500 euro), wie daar 20 tot 35 jaar verblijft 10.000 sjekel (2500 euro). En dan gelden er nog de toeslagen voor gehuwden, of gevangenen met kinderen en gevangenen die uit Jeruzalem komen.
De Nederlandse minister Halbe Zijlstra (Buitenlandse Zaken) beloofde donderdag in Ramallah de zaak aan de orde te stellen bij de Palestijnse premier Rami Hamdallah. Betaling aan gevangenen is begrijpelijk als deze sociaal-economisch noodzakelijk is, want mensen moeten een inkomen hebben. Maar het is onaanvaardbaar dat deze een beloning is voor misdaden. „Dat is eigenlijk het verheerlijken van geweld. Dat vinden wij een verkeerde boodschap en dat zullen we aan hem overbrengen.”
Ook de Amerikanen zijn ongelukkig met de gang van zaken. De regering-Trump dreigt met de ”Taylor Force Act” de hulp aan de Palestijnse Autoriteit te verminderen. De Amerikaanse student en oud-militair Taylor Force werd op 6 maart 2016 door een Palestijnse terrorist doodgestoken in Jaffa. De Palestijnse familie van de messentrekker ontvangt een uitkering uit het „martelarenfonds”. Israël overweegt de overdracht van belastinggelden die het int voor de Palestijnen te verminderen.
Het Palestijnse leiderschap zou er goed aan doen deze adviezen ter harte nemen. Maar aan een rigoureuze intrekking van financiële middelen voor de Palestijnse Autoriteit kleeft ook een gevaar. Dat kan namelijk leiden tot de ineenstorting van de Palestijnse Autoriteit. De zware last voor de Palestijnse bevolking komt dan op Israël neer. De roep om de oprichting van één democratische staat voor iedereen zal toenemen.
Ook zal het geweld oplaaien. Met de komst van honderdduizenden Palestijnse vluchtelingen naar Europa als mogelijk gevolg.