Ethicus geeft met vertrek zorgelijk signaal af over toetsing euthanasie
Tijdens het raadsdebat met burgemeester Aboutaleb, donderdag in Rotterdam, nam SP-raadslid De Kleijn zijn collega Hoogwerf van Leefbaar Rotterdam op sublieme wijze beet. Hij hield Hoogwerf voor dat het onwenselijk zou zijn „het gehele salafistische spectrum als een probleem te brandmerken” en vroeg haar toen naar de herkomst van dat citaat. Het bleek uit een AIVD-rapport te komen. Hoogwerf, die poneerde dat de inlichtingendienst louter negatief is over het salafisme, stond voor schut.
Het kan tot verrassingen leiden een Tweede Kamerlid eens te laten gissen naar de herkomst van deze stelling: „Als een patiënt eenmaal wilsonbekwaam is, zou euthanasie gewoon niet door moeten gaan.” Deze woorden bevatten een krachtig appel om het leven van een medemens niet actief te beëindigen als diens wilsbekwaamheid door ziekte of handicap is aangetast.
Waarschuwingen daartegen klonken al voordat euthanasie in Nederland werd gelegaliseerd. Voormalig CU-senator Schuurman zei in 2001 te vrezen dat een speciale wet op termijn zou leiden tot het toepassen van euthanasie omdat anderen dan de patiënt zelf diens leven als mensonwaardig zouden beoordelen. Een forse reprimande was zijn deel.
Wie het punt recenter aansneed, kreeg vaak te horen dat zoiets in Nederland slechts hoogst uitzonderlijk gebeurt, en –anders dan een stelletje orthodoxe christenen meent– altijd zorgvuldig. Dat laatste onderbouwt men bijvoorbeeld met het argument dat de betreffende patiënt voordat hij wilsonbekwaam werd een schriftelijke wilsverklaring opstelde. Doorslaggevend acht men verder dat de situatie waarvan de patiënt in de verklaring zei die niet meer te willen meemaken volgens omstanders echt was aangebroken, én dat bepaalde van diens gedragingen volgens artsen vielen te duiden als ondraaglijk lijden. Sluitstuk van de redenering is dat een speciale commissie de uiteindelijke euthanasiemelding toetst.
Dat doet ze zeker, maar uitgerekend ervaren commissieleden zijn achteraf totaal niet zeker van hun zaak, bleek deze week. Het aangehaalde citaat is van ethicus Berna van Baarsen. Na meer dan tien jaar verliet zij per 1 januari de toetsingscommissie van de regio Noord-Holland. Haar twijfels aan de vermogens van artsen om te beoordelen hoe ondraaglijk andermans lijden is, werden zo groot dat zij de medeverantwoordelijkheid voor euthanasie bij wilsonbekwamen niet meer kan dragen, zei ze in Medisch Contact.
De auteurs van het vorig jaar gepubliceerde, derde evaluatieonderzoek over de euthanasiewet noemen het „best lastig” om bij hele complexe casuïstiek helder te krijgen hoe de commissies achteraf concluderen dat een levensbeëindiging zorgvuldig is geweest. Hoe komt dat oordeel tot stand? Hoe transparant is de toetsing? Die vragen doen ertoe en worden nog prangender door het opstappen van Van Baarsen. Hoog tijd dus dat de Tweede Kamer snel een antwoord geeft.