De kijker is er al vroeg
„Er is een nieuwe afspraak in uw dossier beschikbaar”, zegt de app van de makelaar. Nee hè, denk ik. Moet ik weer aan de schoonmaak...
Er kwam dus een kijker, om elf uur in de ochtend. Zij was te vroeg en ik was te laat weg (ik liep nog te sjouwen met enorme hondenkussens, een berg jassen en schoonmaakspullen). Zo troffen we mekaar.
Ze liep bij mijn auto en zag Tijs. „Wat een mooie hond”, zei ze. „Ja hè”, zei ik een beetje ademloos. „Hij is net gekamd en zo…” Ik zette een emmer in de auto alsof er altijd emmers met mij meerijden op de voorstoel. Deze keer moesten de emmers maar weg uit de badkamer – misschien zou de badkamer dan niet „erg tegenvallen” bij de nieuwe kijker/koper. Misschien kwam het allemaal door die emmers, de vorige keer.
Hopelijk kwam deze mevrouw gewoon koffiedrinken bij een van de overburen – het was nog maar net halfelf geweest tenslotte. Ik liep snel terug, trap op en nog een trap op, en liep door naar het huis van de bovenbuurvrouw, hopend dat ik daar het hondenkussen en de jassen zolang mocht neerleggen in de gang. De bovenbuurvrouw was niet thuis. Het hondenkussen legde ik voor haar deur.
De vrouw had die typische, observerende loop van een huizenzoeker, van iemand die grote lijnen ziet en tegelijk details. Ze keek naar mijn woonkamerraam. Ik nam de jassen en liep langzaam naar beneden.
„Ben jij soms van nummer 31?” vroeg ze laconiek.
„Ja”, zei ik.
„Hoelang woon je hier al?”
„Zeven jaar”, zei ik. Met de jassen in mijn armen besloot ik nu maar gewoon een praatje te maken. „Dit moet je niet te vaak hebben”, zei ik. „Grote schoonmaak… Alles picobello… Het huis staat ook nog maar net te koop, het is even wennen.” Ze lachte en ik ook.
„Dit schijnt niet te horen”, zei ik verontschuldigend. „Dat we elkaar treffen.”
„Ik vind het wel fijn om te weten wie er woont”, zei ze. „Jij weet het meest over het huis en de buurt.”
„Dat is zo”, gaf ik toe.
Zie je wel, dacht ik. Je moet zelf de bezichtigingen doen.
Ze vroeg dingen over het huis en de buurt. Ze vroeg naar de zon en daar kon ik alles over vertellen. Waar hij binnenkomt (woonkamer) en waar hij weer vertrekt (balkon), en hoe hij het in de zomer doet. Dat hij een hele middag op de zijmuur kan branden en dat screens een optie zijn maar ja, goed beschouwd zijn er altijd maar een paar tropische dagen per jaar, dus daarom zitten de screens er nog niet.
Waarom ik weg wilde, vroeg ze. Ik wees naar Tijs, en vertelde dat een tuin best fijn zou zijn met twee grote honden. Ik zei dat ik mijn huis het liefst zou willen oppakken en neerzetten aan de rand van een bos. Want dit huis past als een jas om iemand heen hè? Huizen van tegenwoordig zijn groot, maar de tuinen klein, het zou omgekeerd moeten zijn. Dat vond zij ook.
Het is best groen hier, zei ze.
Ik legde uit dat je in vijf minuten bij het bos was. „Je mag er vrij in rondlopen. Honden mogen op veel plekken los.”
Ze heeft een westie. Westies zijn witte kleine hondjes die prima in een appartement kunnen leven. Net als poedels trouwens.
„Ik zou geen haast hebben”, zei ze. „Ik moet nog van alles regelen eerst. Ergens volgend jaar zou mooi zijn.”
„Zou heel mooi zijn ja”, zei ik. „Ik heb ook geen haast dus dat komt goed uit.”
„Ik zoek iets waar ik mijn leven weer kan oppakken”, zei ze. „Een fijn huis.”
„Huizen zijn belangrijk”, zei ik. „Je voelt het wel. Of het goed is. Een huis.”
Toen moest ik snel gaan voordat de makelaar kwam, zodat alles onafhankelijk, neutraal en zakelijk zou blijven.
Binnenkort meer over speuren naar een ander huis.
Wat als er twee bieders zijn?
Kort na dat eerste appje over een kijker bliepte de telefoon weer: er kwam nóg een kijker. En nadat deze twee geweest waren, gaf de makelaar door hoe de reacties waren, en daarna wilden beide kijkers nogmaals komen kijken. Het werd een levendige en spannende bedoening, via de telefoon en in het makelaarsdossier.
De eerste kijker wilde direct na de eerste bezichtiging een bod doen, maar de makelaar zei: Dat kan niet, er komt nog een kijker, die willen we ook een kans geven. Op dit punt snapte ik waarom een makelaar nuttig is en wat voor werk hij/zij voor je doet. De doorsnee huiseigenaar is niet heel nuchter als het om de verkoop gaat. Een makelaar wel. Die gaf in dit geval beide geïnteresseerden de kans om één bod te doen, en de hoogste bieder zou het huis krijgen. Voor kopers moet dit behoorlijk spannend en lastig zijn. Je wilt een huis, je ziet jezelf daarin wonen, anders ga je niet bieden – maar hoeveel is dat stekje jou waard?
Op de blog van onlinehypotheekadviseur eyeOpen, die nu onder de bank Knab valt, las ik allerlei nuchtere feiten rond huizenkoop en -verkoop. Zoals over twee bieders op één huis.
Is het een truc als de makelaar meldt dat er meer bieders zijn? Ga er maar van uit van niet, want de verkopend makelaar wil niet dat de koper onnodig afhaakt.
Wil jij het huis graag hebben, kom dan met een aantrekkelijk openingsbod. Bedenk eerst wat je wilt en kunt betalen en ga daar niet overheen.
Bij een bod horen ook andere zaken, zoals ontbindende voorwaarden. Het moment waarop je in het huis zou willen is bijvoorbeeld zo’n onderhandelpunt.
Een makelaar kan vragen om een eindbod of om een openingsbod.
De makelaar van de verkoper mag geïnteresseerden niet tegen elkaar op laten bieden. Een kandidaat-koper weet dus niet wat anderen bieden of hebben geboden.
Pas als het voorlopig koopcontract is ondertekend, kan de koper opgelucht ademhalen. Daarna heeft de koper een wettelijke bedenktijd van drie dagen. Voor de verkoper is het daarna vaak nog een tijdje spannend of de koper de financiering definitief rond krijgt, want daarvoor gelden de ontbindende voorwaarden in het contract.
Lekker kastelen bekijken op Funda
Op het online journalistieke platform De Correspondent verscheen eind oktober het boeiende artikel Dit schuilt er achter je Fundaverslaving. „Uit data van woonplatform Funda blijkt dat de meeste Nederlandse huizenkopers op zoek zijn naar een vrijstaande woning met zes kamers en een behoorlijke tuin”, schrijft journalist Nina Polak. „De realiteit is een rijtjeshuis. Ook dat maakte Funda uit data op. De meeste kopers komen, zoals de meeste Nederlanders, in een woning terecht waar je de muren met de buren deelt (vier miljoen van de zeven miljoen woningen in Nederland zijn rijtjeshuizen).” Gluren op Funda blijkt populair. Naar schatting 80 procent van de unieke Fundabezoekers schijnt niet serieus op zoek te zijn naar een huis. Miljoenenvilla’s worden het meest bekeken.