Hans Mijnders schreef met ”Gedoe in de Zoo” een boekje dat alle ingrediënten van zo’n avonturenverhaal in zich heeft.

Twee slimme kinderen treden als detectives op en zijn uiteindelijk een stel doortrapte boeven, die een dierentuin als dekmantel gebruiken voor hun illegale activiteiten, te slim af.

Dergelijke boeken zijn vaak wat voorspelbaar en dat is ook nu het geval, hoewel Mijnders zeker zijn best doet om het interessant te maken. Zo werkt hij de tegenstelling tussen de saaie vakantie die Mees verwacht („ze hebben niet eens wifi!”) en de daadwerkelijk spannende week mooi uit.

In het begin baalt Mees er ook van dat hij „opgescheept” zit met een meisje. Deze Vera blijkt gelukkig erg mee te vallen, en al snel gaan de twee samen op stap in de kleine dierentuin die bij het bungalowpark hoort.

Maar waarom mogen ze van eigenaar Guido niet meehelpen en hoe komt het dat Guido soms heel knorrig is en dan weer aardig? Waarom is hij boos op de gemeente? En waar zijn die verdwenen vogels toch gebleven?

Mees en Vera zitten al snel tot over hun oren in het avontuur. Ze doen een lugubere ontdekking terwijl ze opgesloten zitten in een geheimzinnig schuurtje. Wat nu?

”Gedoe in de Zoo” is een boeiend boek met af en toe een komische noot. Het zal in de smaak vallen bij avontuurlijk ingestelde 8-plussers.

Boekgegevens

Gedoe in de Zoo, Hans Mijnders; uitg. Den Hertog, Houten, 2017; ISBN 978 90 331 2845 5; 99 blz.; € 8,90.