Opinie

Kabinet moet minder hoogdravend doen over participatiesamenleving

Met alarmerende koppen zoals ”Draagvlak voor mantelzorg kalft af” brachten diverse media dinsdag het jongste SCP-rapport over informele hulp aan de man. Opvallende bevindingen in het lijvige boekwerk duiden erop dat veel ondervraagden zich nog niet echt burger van een participatiesamenleving wanen. Een royale 63 procent van alle Nederlanders vindt de zorg voor hulpbehoevende ouders nog steeds een taak voor de overheid. Het aantal mensen dat vindt dat hulp zo veel mogelijk van familie, vrienden of buren moet komen is sinds 2010 fors afgenomen; van 41 naar 23 procent.

Hoofdredactie
20 December 2017 10:49Gewijzigd op 16 November 2020 12:15
beeld ANP, Roos Koole
beeld ANP, Roos Koole

Wat moet het kabinet-Rutte III met dergelijke bevindingen aan? Waar de burger zijn of haar vrijwillige inzet overduidelijk begrenst, zag het vorige kabinet nog volop ruimte voor groei. De maatschappij zou inspringen waar de overheid zich terugtrok: uit het zorg- en welzijnswerk. In die sectoren is duidelijk een versobering doorgevoerd. Sommigen spreken van een kaalslag, maar of de informele hulp daardoor een impuls heeft gekregen is zeer de vraag. Volgens het SCP dus niet.

Dat lag ook niet in de rede, zeggen demografen. Zij wijzen erop dat de kinderen die hun ouders op hun oude dag zelf willen verzorgen meestal degenen zijn die al gedurende hun hele leven een affectieve band met hun ouders hebben. Die historie van de familieband is bepalender dan prikkels van buitenaf, zoals versoberingen in de professionele zorg.

Andere onderzoekers rekenden voor dat van alle uren zorg die een kwetsbare thuiswonende oudere in 2010 ontving al 70 procent voor rekening kwam van de mantelzorgers en 30 procent van de thuiszorg. Kortom, het reservoir aan vrijwillige krachten wordt al jaren volop aangeboord. Groei valt alleen nog te realiseren in de buitenste schil van het zorgnetwerk: de buurt en de wijk.

Veel buurt- en wijkgemeenschappen kwijnen echter, en voor zover ze nog functioneren als een sociale structuur is het doen van een appel daarop iets wat Nederland collectief heeft afgeleerd. Kortom, om wijk en buurt bij de ouderenzorg te betrekken, is overheidsregie vereist.

Wie in het regeerakkoord op zoek gaat naar stevige aanzetten daartoe vindt een handvol goedbedoelde initiatieven, door CDA en CU bevochten op de ieder-voor-zichpartijen D66 en VVD, maar met een tamelijk vrijblijvend karakter. Zorgminister De Jonge mag 180 miljoen euro uittrekken voor het bestrijden van eenzaamheid en het ontlasten van mantelzorgers. Staatssecretaris Blokhuis 25 miljoen, oplopend naar 100 miljoen in 2021 voor maatschappelijke stages door jongeren. Of het een opmaat is naar meer, staat nog te bezien.

Voorlopig iets minder hoogdravend over de participatiesamenleving spreken dan Rutte II placht te doen; dat lijkt voor dit kabinet de belangrijkste les te zijn uit het SCP-rapport.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer