Investeer vooral in jezelf
Financiële zelfredzaamheid betekent investeren in jezelf, vindt prof. dr. Wim Boonstra.
Nederland is in veel opzichten een gezegend land. Dat betekent uiteraard niet dat alles perfect is. We maken ons bijvoorbeeld zorgen over onze pensioenen, over de hoogte van de hypotheekschulden en over de kosten van de zorg. In werkelijkheid is ons pensioenstelsel zo ongeveer het mooiste ter wereld, komt armoede onder ouderen in ons land weinig voor en zijn gezinnen gemiddeld behoorlijk vermogend. Ons gemiddelde inkomen ligt hoog, de werkloosheid is laag.
De inkomensverdeling in ons land is tamelijk evenwichtig in vergelijking met het buitenland, al kun je natuurlijk twisten over de vraag of er te veel of juist te weinig wordt genivelleerd. Maar in Nederland worden de zwaarste lasten meestal door sterke schouders gedragen. We hebben mindere jaren achter ons, maar zelfs op het hoogtepunt van de crisis lag de werkloosheid in ons land op een van de laagste niveaus in de geïndustrialiseerde wereld. De gemiddelde Nederlander is behoorlijk gelukkig, en het feit dat we in een goed georganiseerd, relatief veilig en vreedzaam, welvarend en democratisch land wonen speelt daarbij zeker een rol. Wel is het zo dat ook in ons land een groep mensen het financieel moeilijk heeft. Maar bij ons komt armoede minder voor dan in de meeste andere landen.
Afbraak
Toch overheerst bij nogal wat mensen het gevoel dat we in een periode van afbraak zitten. Onze pensioenfondsen hebben wat van hun glans verloren. De overheid treedt op een aantal terreinen terug en we moeten ook nog eens langer doorwerken. Dat laatste is „een groot maatschappelijk probleem”, aldus onze vakbeweging. Terwijl dit ‘probleem’ boven alles bestaat uit het vreugdevolle feit dat we gemiddeld steeds ouder worden en dat ook nog eens in een relatief goede gezondheid. Vele ouderen uit vroegere generaties zouden ervoor hebben getekend.
Het is inderdaad zo dat de overheid terugtrekkende bewegingen maakt. De Nederlandse welvaartsstaat is op onderdelen financieel onhoudbaar. Veel overheidsmaatregelen hebben daarom ten doel ervoor te zorgen dat de jongere generaties ook in de toekomst kunnen terugvallen op goede voorzieningen. Maar onze collectieve voorzieningen kunnen de vergelijking met de rest van de wereld nog steeds glansrijk doorstaan.
Sparen
Een terugtredende overheid opent daarbij ruimte voor particulier initiatief. Veel zaken kun je nu eenmaal het beste aan mensen zelf overlaten. Overal in het land zie je dan ook een opbloei van private initiatieven, bijvoorbeeld in de vorm van zorg- of energiecoöperaties. Een vraag die daarbij ook rijst is of het verstandig is om met het oog op de toekomst nog meer te gaan sparen. Die vraag valt niet eenduidig te beantwoorden.
Nederland heeft al trekken van een renteniersland. Collectief houden wij jaarlijks enorme bedragen over. Dit is af te lezen aan ons nationale spaarsaldo, ofwel het saldo op de lopende rekening van de betalingsbalans. Dit nationale spaaroverschot is nu al zowel relatief als absoluut een van de hoogste ter wereld.
Het spaaroverschot leidt ten eerste tot vorderingen op het buitenland. Die zijn enorm, maar ons land heeft hier al veel verliezen moeten nemen. Het is niet geweldig productief.
Ten tweede leidt te veel sparen tot vraaguitval en een lagere economische groei. Wat je spaart kan weer ongedaan worden gemaakt als je je baan kwijtraakt. Wij Nederlanders zien sparen vaak als een deugd. Op microniveau is het dat ook, want financiële prudentie is een verstandige levenshouding. Maar je kunt ook doorschieten. Want als we allemaal tegelijk in de spaarstand schieten, zien we dat direct terug in een zwakkere economische groei. Een andere in ons land veel geroemde deugd is matigheid. Zo is het ook met sparen. Sparen is een deugd, maar wel met mate.
Woekeren
Toch is er één categorie waarin een mens nooit te weinig kan investeren. Dat is zijn eigen verdienvermogen. In een loopbaan die dankzij de stijgende levensverwachting waarschijnlijk langer zal zijn dan ooit, in een wereld die dankzij technologische innovaties ook nog eens in een nooit eerder gezien tempo verandert, is permanente educatie van doorslaggevend belang. Een investering in human capital verdient zich altijd terug, met een beter rendement dan een spaarrekening of beleggingsportefeuille. In Bijbelse termen: woeker met de talenten die je hebt gekregen.
Men leze er Mattheüs 25:14-30 nog maar eens op na. Investeer in jezelf, werk hard en laat je geld waar mogelijk op een gepaste wijze rollen. En als je er toch te veel van hebt kun je het ook schenken aan een minderbedeelde. Dat is niet alleen een mooi gebaar, maar ook nog eens goed voor de economische groei.
De auteur is bijzonder hoogleraar economische en monetaire politiek aan de Vrije Universiteit Amsterdam en speciaal economisch adviseur bij Raboresearch.