Melkveehouder heeft goed jaar achter de rug
Na twee magere jaren hebben melkveehouders hun inkomens dit jaar aanzienlijk zien stijgen. ABN AMRO waarschuwt echter dat deze opleving weleens van korte duur kan zijn.
Volgens maandag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en Wageningen UR realiseerden de melkveehouders relatief gezien de grootste inkomensstijging.
Ze profiteerden onder meer van de gestegen melkprijs. Deze liep met name op door de toegenomen vraag naar melkvet en kaas. Voor het eerst in lange tijd moesten melkveehouders het doen met minder koeien door de uitwerking van het fosfaatreductieplan. Maar doordat een koe gemiddeld meer melk produceerde, steeg de productie per bedrijf in doorsnee een fractie.
Het economisch bureau van ABN AMRO plaatste dinsdag wel een kanttekening. „Komend jaar kan de situatie bij melkveehouders weer anders zijn, omdat de melkprijzen door overproductie weer zullen dalen.”
In doorsnee was 2017 een goed jaar voor de agrarische sector, stelt het CBS. Ook het inkomen van kwekers van pot- en perkplanten zat in de lift, net als dat van zogeheten zeugenbedrijven.
Akkerbouwers zullen door de bank genomen minder tevreden zijn over 2017, vooral door de lagere prijzen van suikerbieten en consumptieaardappelen.
Verder viel op dat het beeld bij bedrijven met kippen gemengd was. Enerzijds gingen bedrijven op slot als gevolg van de fipronil-
affaire en was er sprake van veel schade. Zij zagen hun inkomen dan ook fors teruglopen.
Aan de andere kant profiteerden niet getroffen bedrijven van de hoge prijs voor eieren. In sommige gevallen is het inkomen bij deze bedrijven het viervoudige van wat normaal is.