Economie

Het Europese huis dient te worden afgebouwd

Nu het economisch voor de wind gaat, is het tijd om de Europese Unie te versterken. Nederland doet er verstandig aan om aan te haken bij de Franse-Duitse as.

Bert Burger
16 December 2017 14:42Gewijzigd op 16 November 2020 12:13

Het Sociaal en Cultureel Planbureau vertelde deze week hoe wij Nederlanders tegen de Europese Unie aankijken. Een ruime meerderheid van de bevolking is voorstander van het lidmaatschap, maar die steun is wel afgenomen. De oorzaken laten zich niet moeilijk raden. De besluitvorming is moeizaam en vooral heel ingewikkeld. Naast de Europese Commissie zijn het de regeringsleiders die de belangrijke besluiten nemen. En deze worden gecontroleerd door de nationale parlementen, die de neiging hebben vooral voor de eigen belangen op te komen. Het vertrek van de Britten, de migrantencrisis en de zwakke (want verdeelde) stem van de EU op internationale fora laten zien dat er politiek en bestuurlijk nog werk aan de winkel is.

Op economisch vlak is er meer bereikt. De open binnengrenzen en de gemeenschappelijke munt hebben veel extra welvaart opgeleverd en anders dan in de VS weten we deze te combineren met goede sociale voorzieningen en een sterke infrastructuur. Maar ook op economisch terrein is het huis niet af. Meerdere landen zijn traag met het doorvoeren van hervormingen, wat ze kwetsbaar maakt in economisch slechtere tijden. Andere landen, ik noem geen namen, beconcurreren hun buren op belastinggebied. En voor de ECB is het door de verschillen in de economische structuur lastig om beleid te voeren dat voor alle landen passend is. De constructiefout om middels het Verdrag van Maastricht een monetaire unie te creëren zonder een politieke unie, maakt dat de EU te vaak opereert als een verzameling landen die ieder hun eigen belangen nastreven in plaats van als een eenheid.

De Franse president Macron is met voorstellen gekomen om dit aan te pakken. Zo wil hij met de benoeming van een EU-minister van Financiën de besluitvorming slagvaardiger maken en met een Europees monetair fonds problemen als de Griekse crisis beter opvangen. Tegelijkertijd wil hij in eigen land hervormingen doorvoeren waardoor dit financieel-economisch beter in de pas loopt met de Noord-Europese landen. Martin Schulz, de leider van de Duitse sociaaldemocraten, lijkt te beseffen dat de Duitsers Macron een steun in de rug moeten geven. Lukt het de Franse president niet om de samenwerking in de EU op een hoger plan te krijgen, dan zal hij ook minder succes boeken in eigen land, blijft de werkloosheid er hoog en zouden we over vijf jaar alsnog een regering kunnen krijgen die Frankrijk uit de EU wil loodsen. Komt het in Duitsland weer tot een brede coalitie van Merkels CDU/CSU met de SPD, dan zal de Frans-Duitse as zeer waarschijnlijk stappen zetten richting verdere integratie.

De Nederlandse regering heeft helaas negatief gereageerd op de plannen om de EU te versterken. Onze premier hecht sterk aan de nationale soevereiniteit. Maar is dat niet achterhaald? Rutte en de zijnen doen er verstandig aan om aan te haken bij de Fransen en Duitsers in plaats van op de rem te trappen. Het Europese huis dient te worden afgebouwd voordat een nieuwe crisis zich aandient.

De auteur is werkzaam in de financiële sector en schrijft over ontwikkelingen in de wereldeconomie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer