Cultuur & boeken

De barre jungletocht van ontvoerde Bolt en Follender

Ze werden ontvoerd en legden een loodzware tocht af in de Columbiaanse jungle. Tv-journalist Derk Bolt (62) en cameraman Eugenio Follender (58) vielen in juni in handen van bewapende guerilla’s. De Nederlanders overleefden een barre, zenuwslopende week. Kranten stonden bol van de kidnap. Bolt schreef er een boek over.

15 December 2017 16:29Gewijzigd op 16 November 2020 12:13
Op 24 juni, in het holst van de nacht,  komen de ontvoerde Derk Bolt (tweede van links) en zijn cameraman Eeugenio Follender (tweede van rechts) vrij. Ze worden geflankeerd door twee ELN-strijders.  beeld AFP, Colombiaanse Ombudsman
Op 24 juni, in het holst van de nacht, komen de ontvoerde Derk Bolt (tweede van links) en zijn cameraman Eeugenio Follender (tweede van rechts) vrij. Ze worden geflankeerd door twee ELN-strijders. beeld AFP, Colombiaanse Ombudsman

Barstensvol kuilen zit de weg. Zo goed en zo kwaad als het gaat rijden tv-maker Derk Bolt en zijn cameraman Eugenio (Eug) Follender op zaterdag

17 juni in het noorden van Colombia richting het dorpje El Tarra. Een urenlange, pittige autorit in hun Renault Duster. In het plaatsje willen ze een man spreken voor Spoorloos. Dat KRO-tv-programma probeert bloedverwanten die elkaar kwijt zijn te verenigen. De twee tv-makers reizen door zogenaamd rood gebied. Dat betekent dat gewapende guerrilla’s die strijden tegen het regeringsleger voor gevaar zorgen.

Het laatste deel van de autorit gaat het mis. Een jongeman op een motor komt langszij. Hij wil de camera van Follender. Bolt scheurt nog een paar honderd meter door, maar dat mag niet baten. De motorrijder dwingt de journalisten tot stoppen. „Hij pakt een pistool en richt dat op ons”, schrijft Bolt in zijn boek ”Ontvoerd. Het complete verhaal”.

„We schreeuwen om het hardst ”no, no, no”. Intussen keer ik, gebukt achter het stuur, zo goed en kwaad als het gaat onze auto. Tot m’n verbazing lukt dat en wordt er ook niet geschoten. Ik heb geen idee of ik bang ben. Ja, natuurlijk ben ik dat wel, maar ik besef het niet. Het ventje hoeft maar even kramp in z’n rechterwijsvinger te krijgen en het feest begint. Maar ik zie mijn leven nog niet in een paar seconden voorbijflitsen, dus ik leef nog. Er klinkt geen schot. Alleen m’n hart bonkt oorverdovend.”

Drone

Bolt en Follender vallen in handen van de guerrillabeweging ELN. Die club hangt de ideologie aan van Che Guevara (1928-1967), de marxistische revolutionair en voormalige rechterhand van de Cubaanse leider Fidel Castro. (1926-2016).

De ELN zegt zich te beijveren voor de arme boerenbevolking.

Voor de twee journalisten wordt de situatie er niet florissanter op als de motorman en een intussen gearriveerde kompaan opname-apparatuur ontdekken in de auto. Een grote camera en een drone: de argwaan bij de Columbiaanse strijders groeit met de seconde. Hebben ze hier te maken met CIA-mannen uit Amerika? „Ontken nou nog maar eens dat je een spion bent en informant van de regering”, omschrijft Bolt zijn benarde toestand. Over zijn belager: „Hysterisch staat hij tegen me te briesen. O, wat zou ik hem graag een enorme dreun voor zijn onbenullige hersens geven.”

Jungle

Voortgedreven door ELN-strijders trekken Bolt en Follender de jungle in. Ook om zo uit het zicht te blijven van helikopters van de regering die boven de wildernis cirkelen. Fatsoenlijk schoeisel hebben de Nederlanders nauwelijks.

Afmattend is de gang door de jungle. „Er is geen begaanbaar pad, er zijn alleen bomen, struiken, lianen en veel modder. Ons tempo ligt hoog, we zijn nu eenmaal op de vlucht. Uit de spekgladde junglebodem steken met grote regelmaat afgebroken bamboetakken. Als dodelijke spiesen wijzen ze omhoog.”

Vuurmieren zijn een ware bezoeking. Bolt schrijft: „Een paar keer loop ik als een vlo op een hete bakplaat te dansen en onder m’n kleding te graaien. Wanneer die mieren je te pakken hebben, is er geen houden meer aan. Je móét krabben. Het is echt alsof er stukjes huid in brand staan. Die kwelling duurt een kwartiertje. Het enige voordeel ervan is dat het afleidt van alle andere ongemak. Kapotte enkel, beurs lijf, vermoeide benen.”

Smerig

Na verloop van tijd zakt Bolt in de rimboe bijna in elkaar van ellende. „De benen trillen steeds onwilliger en de tred wordt daardoor steeds onzekerder.” De tv-man klemt zich vast aan de rugzak van een ELN-strijder, die klein van postuur is. „Ik ben bang dat ik al hangend aan zijn rug het kleine mannetje omvertrek. En dat we uiteindelijk dus gezamenlijk een afgrond in zullen storten. Ik voel me een krachteloze slapjanus. Ik heb talent voor andere dingen. Een tekst inspreken, of een zoektocht filmen, een goede vader zijn. Maar aan al die vaardigheden heb ik hier helaas helemaal niks. Kracht moet ik hebben, gewoon domme kracht.”

Eten bij de guerrilla’s is geen feest. „Bijzonder smerig”, noemt Bolt zo’n maaltijd op een vies bord. „Ik krijg nauwelijks iets naar binnen. Het vlees bekijk ik van alle kanten, maar ik kan er niets eetbaars aan ontdekken.”

Gepruts

Ondanks zijn ergernis over bijvoorbeeld het „gepruts aan hun pistolen” van de guerrillastrijders, probeert Bolt wel vriendschappelijke banden aan te knopen met de gijzelnemers. Hij praat het „stelletje ongeregeld” bewust naar de mond. „Het lijkt mij goed om in het kader van de verzoening flink de loftrompet te steken over het nuttige werk van de ELN en in het bijzonder over verheffing van de arme boer.”

In werkelijkheid heeft Bolt ernstige twijfels over de edele bedoelingen van met name de leiding van de guerrilla’s. Lucratieve cocaïnehandel, daar is het de mannen om te doen, vreest hij. „Er moet coca vervoerd worden en daar kunnen de gewapende junglemannetjes fijn bij helpen. Van de boer naar de pastafabriek en dan richting de grootafnemers. Begeleid door Sjors en de rebellenclub. Als dank krijgen de woudlopers een gedeukte handgranaat en een nieuw jasje. Het oppercommando steekt de cocamiljoenen in de zak; niet verder vertellen.”

Op woensdagavond 21 juni belanden de twee gegijzelden in een huisje in een dorpje. In hun slaapvertrek liggen twee smerige matrassen en lopen een paar kakkerlakken rond. „Formaat huismus met grote glanzende vleugels. Licht huiverend kijken we toe.” Een paar guerrilla’s houden op het ‘onderduikadres’ een oogje in het zeil.

Bolt en Follender verdrijven de tijd door televisie te kijken. Voetbal. Maar ze zijn vooral geïnteresseerd in het nieuwsbulletin. Daar verschijnen ze zelf in beeld. „De ontvoering van twee Nederlandse journalisten. Met ogen op steeltjes kijken we naar de reportages en liveverslagen. Journalisten met spandoeken met daarop onze foto’s demonstreren voor onze onmiddellijke vrijlating. Veel cameraploegen die proberen een verklaring van de Nederlandse ambassadeur op te vangen.”

Geen losgeld

Op vrijdag 23 juni komt er een eind aan de gijzeling. Het duo wordt per auto naar een overdrachtsplaats gebracht. Bolt twijfelt nog even of hij het er

levend van afbrengt. „Langs de kant staat een dun haagje ELN-soldaten in het gelid, mitrailleurs in de aanslag. Het is stik- en stikdonker. Zouden ze ons wel echt laten gaan? Of wordt dit een traditionele ELN-executie? Onzin.”

Als de Nederlanders worden overgedragen aan „de humanitaire commissie” ervaart Bolt „een zekere euforie.” „Het besef dat we nu echt vrij zijn, heeft een verkwikkende werking op mij.” Er zou geen losgeld voor Bolt en Follender zijn betaald.

Gebroken ribben

Na onder meer een goede douche en een maaltijd, interviews en een telefoongesprek met toenmalig minister Koenders van Buitenlandse Zaken arriveert Bolt een paar dagen later weer in Amsterdam. Een arts stelt vijf gebroken ribben vast.

In ”Ontvoerd” weet Bolt zijn soms kolderieke belevenissen op vermakelijke wijze op te schrijven. Zo verhaalt de tv-maker hoe hij samen met ELN-strijders schuilt voor vermeende drones van het regeringsleger. Bolt ligt naast een guerrilla die altijd wordt vergezeld van een grappig aapje. „De man begint ineens te zuchten en te kreunen. Ik kijk opzij en zie zijn van afkeer vertrokken gezicht. En daarna het spoor van poep in zijn nek. Het aapje, weggedoken onder zijn kraag, werd de spanning blijkbaar ook te veel. De stoere guerrillastrijder is daar overduidelijk niet blij mee. Ik kan er natuurlijk wel om lachen. Vanbinnen uiteraard.”

Het boek bevat tal van dergelijke komische passages, maar jammer genoeg wemelt het ook van vloeken en grove woorden. Daar is niemand mee gediend.

Boekgegevens

Ontvoerd. Het complete verhaal, Derk Bolt; uitg. De Kring, Amsterdam, 2017; ISBN 978 94 629 7088 5; 253 blz.; € 17,50.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer