Rapporten over misbruik bewijzen noodzaak van moreel reveil
Nadat het deksel van de put ging in de kerken, de vermaakindustrie en de politiek, werd deze week ook duidelijk dat er in de sportwereld sprake is (geweest) van seksueel misbruik. De onderzoekscommissie onder leiding van oud-minister Klaas de Vries zegt in haar eindrapport dat 12 procent van de sporters op jonge leeftijd te maken heeft (gehad) met seksuele intimidatie en misbruik. De Vries noemt de uitkomsten schokkend. Dat zijn ze ook.
Het rapport is opnieuw een bewijs dat in onze samenleving een klimaat is ontstaan waarin mensen er kennelijk niet meer voor terugdeinzen om zich schuldig te maken aan grensoverschrijdend gedrag.
De vraag is zelfs of de personen die hun handen niet thuis hielden, zich nog wel in alle gevallen bewust waren dat ze over de schreef gingen. De vurige pleidooien in de jaren zeventig, tachtig voor een lossere moraal hebben grenzen doen vervagen. Wie toen pleitte voor behoud van normen, zeker op terrein van seksualiteit, werd al snel versleten voor preuts. Die was bekrompen en kon de zon niet in het water zien schijnen.
Inmiddels lijkt de wal het schip te keren. Toen ongeveer tien jaar geleden de eerste berichten over misbruik op grotere schaal in de Rooms-Katholieke Kerk naar buiten kwamen, was er nog sprake van enig leedvermaak. De stemming was: Zie je wel, ze knijpen de katjes in het donker.
Nu echter blijkt dat de vermaakindustrie, de politiek (in Amerika) en de sport ook op aanzienlijke schaal met dit kwaad hebben te maken, worden steeds meer mensen zich bewust dat regels van moraal en fatsoen nodig zijn.
De in de VS ontstane #MeToo-beweging is een exponent van dit herlevende bewustzijn. Opvallend daarbij is dat ook vrouwen nu hun stem verheffen die, achteraf, zich gekwetst voelen omdat ze tegen hun zin te maken hadden met avances. In sommige gevallen ging het om een omhelzing waarvan ze niet gediend waren. Wat ooit een onschuldig geintje leek te zijn, is nu een kwestie. Om van ingrijpender voorbeelden van seksuele intimidatie maar te zwijgen.
Het is goed dat de gevallen van seksueel ontoelaatbaar gedrag uit het verleden worden onderzocht. Maar als het niet verder komt dan er schande van te spreken, is dat mager. Het is ook noodzakelijk dat er veiligheidsmaatregelen worden genomen. En toch is dat slechts symptoombestrijding. Belangrijk is dat er wordt gewerkt aan een moreel reveil. Die term is beladen, zeker in de media. Maar de les van alle rapporten moet zijn: de losse moraal leidt tot grote schade, die vaak blijvend effect heeft op slachtoffers. Zij dragen de last hun hele leven mee. Alleen al daarom is nodig dat gewerkt wordt aan herstel van oude, aan de Bijbel ontleende waarden. Die zijn heel strikt: wie een vrouw aanziet om haar te begeren, zit al fout. Dan is er overigens ook maar één conclusie mogelijk: ieder gaat snel in de fout.