Genocide–aanklacht tegen Milosevic blijft staan
De zwaarste aanklacht tegen de voormalige Joegoslavische leider Slobodan Milosevic blijft vooralsnog overeind. De rechters van het Joegoslavi–Tribunaal hebben woensdag bepaald dat er geen reden is de beschuldiging te schrappen.
Daarmee wezen de magistraten moties af van de Vrienden van het Hof (Amici Curiae), de juristen Steven Kay en Timothy McCormack. Zij waken in opdracht van het tribunaal over Milosevic’ belangen als beklaagde.
Ze stelden in maart dat er onvoldoende bewijs is geleverd door de aanklagers voor een aantal zaken uit de aanklachten tegen Milosevic, met name de aanklacht wegens genocide uit het hoofdstuk Bosnië. In het Amerikaanse–Britse rechtsstelsel kan een advocaat als de aanklagers klaar zijn naar voren brengen dat geleverd bewijs te zwak is om een jury van de schuld te overtuigen. Dan is er geen zaak in de ogen van de verdedigers.
Kay en McCormack meenden in maart dat de aanklagers van Milosevic geen zaak hebben wat betreft volkerenmoord of genocide. Ze stelden voorts dat onderdelen uit de aanklachten over Kosovo en Kroatië moesten vervallen. Zo zou niet zijn aangetoond dat er een gewapend conflict was in Kosovo voor 24 maart 1999 (het begin van de NAVO–aanvallen) en evenmin er al een Kroatische staat bestond voor begin 1992. Pas daarna kreeg in dat land een internationaal gewapend conflict gestalte. Zo’n conflict is een voorwaarde voor deze vorm van internationale berechting van Milosevic.
De drie rechters uit het proces Milosevic, Patrick Robinson, O–Gon–kwon en Iain Bonomy, stelden evenwel dat de amici het bewijsmateriaal van de aanklagers onderschatten en wezen vrijwel alle moties af. Slechts een aantal ondergeschikte puntjes uit de lijvige aanklachten vallen volgens de drie magistraten inderdaad in de categorie ’geen zaak’.
Robinson zit de drie magistraten voor. Hij zette apart uiteen dat volgens hem de amici zich bij deze moties te veel laten leiden door de angelsaksische werkwijze. Dat werkt met juryrechtspraak en onder meer de formule ’no case to answer’ (geen zaak om op in te gaan).
Het Joegoslavië–Tribunaal functioneert anders, beklemtoonde Robinson. Het heeft een internationaal karakter en bijvoorbeeld geen jury. De rechters zullen zelf wel bepalen wat overtuigend bewijs is.
Rechter O–Gon–kwon is het wat de aanklacht genocide betreft niet eens met zijn twee collega’s. Hij schreef in zijn ’afwijkende opinie’ dat er in zijn ogen onvoldoende bewijsmateriaal is waaruit zou blijken dat Milosevic de bedoeling had de Bosnische moslims geheel of gedeeltelijk te vernietigen. Dat staat volgens O–Gon–kwon evenwel los van de vraag of Milosevic medeplichtig zou zijn geworden.
Robinson en Bonomy meenden dat de aanklagers wel degelijk materiaal leverden dat zou kunnen aantonen dat figuren onder wie Servische leiders gemeenschappelijk en crimineel handelden met de bedoeling Bosnische moslims uit te roeien in een aantal met name genoemde plaatsen.
Milosevic is vanaf 5 juli aan de beurt om zijn onschuld aan te tonen.