De dood overwonnen
Jesaja 57:2
„Hij zal ingaan in de vrede; zij zullen rusten op hun slaapsteden, een iegelijk die in zijn oprechtheid gewandeld heeft.”
U spreekt veel over God, hemel en heerlijkheid, en toch, wanneer u geroepen wordt om heen te gaan en in die heerlijkheid te delen, dan talmt u en zegt: „Spaar mij nog een weinig!” Is dit niet een verongelijken van de God der heerlijkheid? Er is toch verdienste in de dood van Christus? Kan een gelovige aan de dood van Christus denken als verdienende vrede met God, vergiffenis van zonden, rechtvaardigmaking en verheerlijking, en toch bevreesd zijn om te sterven?
Wat, is de dood van Christus zó verdienstelijk, en zullen wij toch onwillig zijn om te vertrekken? Is niet de dood een zwaard in uws Vaders hand? Het is waar, een zwaard in de hand van een onzinnige of in de hand van een vijand mag u doen beven. Maar wanneer het zwaard in des Vaders handen is, vreest het kind niet. Wij geven toe dat de dood een zwaard is, doch waarom zal het kind vrezen en verschrikt zijn wanneer het in vaders handen is, die ervoor zorgen zal dat zijn kind niet geraakt of gewond wordt?
Ik zal u, die terugdeinst voor de dood, op enkele zaken wijzen. Bedenk dat de dood is overwonnen door de dood van Christus. Hij heeft de prikkel van de dood weggenomen, zodat hij u niet kan schaden. Door Zijn dood is de dood der gelovigen geheiligd en zoet gemaakt.
Thomas Brooks, predikant te Londen (”De sterfdag van een gelovige is zijn beste dag”, 1672)