Hetzelfde
Scheuringen in kerken veroorzaken zelden blijdschap. Mensen die voorheen goed met elkaar konden opschieten, komen tegenover elkaar te staan. Mensen die lid waren van één kerkverband, trekken voortaan gescheiden op. Soms zijn dat leden van hetzelfde gezin. Naambordjes op kerkgebouwen worden aangepast.
Bij deze ontwikkelingen wordt vaak verwezen naar wat Paulus schreef aan de Korinthiërs in 1 Korinthe 1:10: „Dat onder u geen scheuringen zijn.” Kennelijk zijn deze scheuringen, waar een kerkverband in verschillende verbanden uiteenvalt, onbijbels.
Spreken
Toch is dat niet wat Paulus bedoelde toen hij deze woorden schreef. Dat wordt duidelijk wanneer we het hele vers lezen: „Maar ik bid u, broeders, door den Naam van onzen Heeren Jezus Christus, dat gij allen hetzelfde spreekt, en dat onder u geen scheuringen zijn, maar dat gij samengevoegd zijt in eenzelfden zin, en in een zelfde gevoelen.”
Paulus heeft dus niet zozeer het oog op scheuringen in de zin van het apart gaan vergaderen, maar wijst op de opdracht hetzelfde te spreken en „samengevoegd zijn in eenzelfde zin en in een zelfde gevoelen.” Er is sprake van scheuringen in een gemeente wanneer leden van een gemeente niet meer hetzelfde spreken en niet meer samengevoegd zijn in eenzelfde zin en gevoelen.
Wanneer we dat op ons in laten werken, wordt duidelijk dat we ons in onze dagen op allerlei manieren schuldig maken aan het veroorzaken van scheuringen, zelfs al blijft het kerkverband in stand of worden zelfs kerkverbanden samengevoegd. Enkele voorbeelden.
Afwijkingen
Voorbeeld één. Wanneer afwijkingen van de bijbelse leer in de christelijke gemeente niet bestreden maar getolereerd worden, kan er geen sprake zijn van „allen hetzelfde spreken.”
Tweede voorbeeld. Paulus wijst in het vervolg van 1 Korinthe op een andere manier van het veroorzaken van scheuringen in de christelijke gemeente. Hij verwijt de Korinthiërs hun spreken: „Ik ben van Paulus”, „En ik van Apollos”, „En ik van Cefas.” Dit waren alle drie geroepen dienaars van het Woord. Wanneer wij in onze tijd predikanten die minder gaven hebben dan andere, hierom minder achten, dan veroorzaken wij scheuringen. Wanneer wij na het beluisteren van een geroepen knecht uit de kerk komen en zeggen: „Hij heeft niet onaardig gepreekt, maar het is geen dominee X”, dan veroorzaken wij scheuringen in de kerk. Wanneer we tijdens de dienst niet bukken voor het Woord, maar slechts de preekvorm analyseren en de dominee beoordelen op zijn gaven, maken wij ons schuldig aan het scheuren van de kerk.
Het derde voorbeeld. De belangrijkste vorm van scheuring in de kerk veroorzaken is de volgende. Paulus spreekt tot Korinthiërs als „geroepenen tot de gemeenschap van de Zoon Jezus Christus, onze Heere.” Hij spreekt dus tot gelovigen, en vermaant hen tot onderlinge gemeenschap en eenheid. Nu, wanneer wij als onbekeerden voortleven onder de prediking van het Woord is het ons onmogelijk „hetzelfde te spreken” en „samengevoegd te zijn in eenzelfde zin en gevoelen” met ware gelovigen.
Immers, wanneer wij nog onszelf zoeken, hoe zouden wij hetzelfde kunnen spreken als zij die door God gevonden zijn? Hoe zouden wij, als we nog dienaars zijn van de vorst der duisternis, eenzelfde gevoelen kunnen hebben als zij die God hebben leren dienen? Hoe zouden vreemdelingen van Christus samengevoegd kunnen zijn met degenen die Christus hebben leren kennen? Deze scheuring hebben we zelf veroorzaakt. Hier kunnen geen dominees of synodes als schuldigen worden aangewezen, aardse rechters kunnen hier geen rol spelen. Dat onze ogen ervoor geopend worden!
Drs. O. M. van der Tang, ondernemer in de ict-sector en gemeenteraadslid.