Moslimvrijwilliger vooral actief in gezinnen
Moslims hebben als vrijwilligers meer affiniteit met problemen rond gezinnen en kinderen dan met maatschappelijke kwesties die met ’afwijkend’ gedrag te maken hebben, zoals drugsverslaving of prostitutie.
Dat blijkt uit onderzoek dat het islamitisch instituut voor maatschappelijke activering Ihsan donderdag presenteerde tijdens de eerste landelijke islamitische sociale conferentie in Driebergen.
Het vorig jaar opgerichte instituut wil met behulp van het onderzoek de maatschappelijke betrokkenheid van moslims in Nederland vergroten. Ihsan wil moslims mobiliseren om zich niet alleen in eigen kring maar ook voor kwetsbare groepen in de samenleving als geheel in te zetten. Daarvoor heeft de organisatie enkele proefprojecten opgezet om moskeeën warm te maken voor hulp aan onder andere probleemgezinnen, psychiatrische patiënten en ex-gedetineerden.
Hulp bij problematische gezinssituaties bleek voor moslims vanzelfsprekender te zijn dan zorg voor bijvoorbeeld verslaafden en ex-gedetineerden, zei Ihsan-directeur H. Yar. Hij denkt dat moskeeën gestimuleerd kunnen worden om zich ook voor die groepen in te zetten door de zorg meer te richten op hun gezinssituatie.
Yar weet niet hoe groot het potentieel voor vrijwilligerswerk onder de 700.000 moslims in Nederland is. Hij schat dat nu circa 15.000 moslims zich vrijwillig inzetten voor de eigen moskeeën en organisaties. „Het is de kunst om die inzet te verbreden naar kwetsbare groepen in de samenleving als geheel”, aldus Yar. Benadrukken van belangrijke islamitische waarden als rechtvaardigheid en barmhartigheid is daarbij volgens hem in ieder geval van belang.
Y. Hartog, coördinator van het project Islam en Burgerschap, vond de eerste islamitische sociale conferentie een „mijlpaal in de geschiedenis van de emancipatie van de moslims in Nederland”. Dat de islamitische gemeenschap zelf het initiatief genomen heeft om een organisatie op te richten die moslims wil stimuleren om zich voor de samenleving als geheel in te zetten, is volgens hem een grote stap voorwaarts.
De Zwitserse islamitische filosoof T. Ramadan riep zijn geloofsgenoten op om de westerse samenleving met een „open geest” tegemoet te treden. Ze moeten zich niet klakkeloos afzetten tegen de cultuur van de ’ongelovigen’ maar alle verworvenheden van de westerse samenleving die volgens de islam goed zijn, omarmen. De moslims moeten ophouden hun minderheidspositie te koesteren, vindt Ramadan.
Ze kunnen volgens hem beter bondgenootschappen met niet-moslims smeden om uitsluiting, discriminatie en geweld te bestrijden. Op die manier houden ze de islamitische beginselen beter hoog dan door zich in eigen kring op te sluiten. Moslims worden „sektarisch” als ze zich opsluiten in organisaties op basis van afkomst en vergeten dat de islam een universele boodschap predikt, hield Ramadan zijn gehoor voor.