Dubliners
„Ik heb er zoveel raadsels en puzzels ingestopt dat de professoren nog eeuwenlang zullen ruziën over mijn bedoelingen, en dat is de enige manier om je van je onsterfelijkheid te verzekeren”, zei James Joyce over zijn roman ”Ulysses”. Hij had gelijk: ”Ulysses” werd een van de beroemdste en beruchtste boeken uit de moderne literatuur. Het verhaal speelt zich af op de dag die als ”Bloomsday” de geschiedenis is ingegaan: 16 juni 1904, vandaag precies honderd jaar geleden.
James Joyce is 22 jaar als hij op donderdag 16 juni 1904 een afspraak heeft met het 19-jarige Ierse kamermeisje Nora Barnacle. De gepassioneerde ontmoeting in Ringsend Park in Dublin mondt uit in een liefde voor het leven, een leven dat zich afwisselend zal afspelen in Dublin, Triëst, Parijs en Zürich. ”Bloomsday”, zoals de 16e juni van het jaar 1904 zich in de geschiedenis van de wereldliteratuur heeft vereeuwigd, heeft z’n beroemdheid echter niet te danken aan een vrijage in een parkje ergens in Dublin, maar aan de zwerftochten van Leopold Bloom en Stephen Dedalus in Joyces roman ”Ulysses”. ”Ulysses” is beroemd en berucht, literair meesterwerk en cultobject, en schaart zich moeiteloos in de rij boeken die wel veel geprezen zijn maar slechts weinig gelezen. Dublin
”Ulysses” speelt zich af in Dublin, de stad waar James Joyce in 1882 geboren werd. Hij ontving zijn opleiding aan enkele scholen van de strenge paters jezuïeten en studeerde in 1902 af in de moderne talen aan de universiteit van Dublin. Misnoegd over de strenge katholieke moraal en de bekrompenheid van de Ierse cultuur keerde hij nog in hetzelfde jaar Dublin de rug toe. Een jaar lang leidde hij al lezend een armoedig bestaan in Parijs. Eén roman maakte een bijzondere indruk op Joyce: ”Les lauriers sont coupés” (1888) van Dujardin, die later model zou staan voor Joyces ”stream of consciousness”-techniek.Al in 1903 keerde hij terug naar Dublin omdat zijn moeder op sterven lag. Hij zette zich aan het schrijven van een autobiografische roman, ”Stephen Hero” en begaf zich, samen met Nora, in vrijwillige ballingschap in Zürich. Omdat het Joyce niet lukte in Zürich werk te vinden, verhuisden ze een jaar later naar Triëst, waar hij een aantal jaren als docent werkzaam was.
Hoewel hij Dublin vaarwel had gezegd, zou de stad hem zijn hele leven blijven achtervolgen. Dat bleek al uit de verhalenbundel die hij in 1914 publiceerde onder de titel ”Dubliners”. In vijftien korte verhalen verbeeldde Joyce zijn weerzin tegen het alledaagse, troosteloze leven in een moderne stad. Dublin was voor Joyce het „centrum van verlamming”. Het verpauperde bewustzijn van de materieel en geestelijke berooide stedelingen loopt dan ook als een rode draad door de verhalen. „Dubliners zijn het meest hopeloze, nutteloze en onsamenhangende ras van charlatans dat ik ooit ben tegengekomen, op het eiland of op het vasteland”, zou hij later opmerken. De Amerikaanse dichter en essayist Ezra Pound onthaalde ”Dubliners” met een enthousiaste recensie in het literaire tijdschrift The Egoist en besloot de tot dan toe slechts in manuscriptvorm bestaande autobiografische roman ”Stephen Hero” als feuilleton te publiceren. Van februari 1914 tot september 1915 vulde ”Stephen Hero” -nu onder de titel ”A Portrait of the Artist as a Young Man”- de kolommen van The Egoist. Een jaar later werd het in boekvorm uitgegeven.
Verboden literatuur
”A Portrait of the Artist” is een mooi voorbeeld van een bildungsroman waarin de jonge, intelligente maar uiterst breekbare Stephen Dedalus zich probeert te ontworstelen aan de verstikkende tradities van het gezin, de katholieke kerk en het Ierse nationalisme. Fysieke mishandeling, ontwakende seksuele gevoelens en religieuze intimidatie drijven hem bijna tot wanhoop. Op zoek naar zijn eigen individualiteit ziet hij af van het priesterschap en legt hij zich toe op de studie van literatuur en filosofie. Aan het einde van de roman ondergaat Stephen een visionaire schoonheidservaring en besluit hij zich los te rukken van zijn milieu door zich als vrijwillige ’balling’ in Parijs te vestigen en een leven van „stilte, uitbanning en sluwheid” te leiden.
Met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog week Joyce opnieuw uit naar Zürich, zij het nu gedwongen. Door zijn contacten met Ezra Pound en de Ierse dichter William Butler Yeats kreeg hij een beurs waardoor hij zich onbekommerd kon wijden aan het schrijven van een nieuwe roman, ”Ulysses”. De voorpublicatie van enkele losse hoofdstukken in het Amerikaanse tijdschrift Little Review tussen april 1918 en december 1920 veroorzaakte echter een rel: een van de hoofdstukken bevatte een passage van een zichzelf bevredigende Leopold Bloom onder het toeziend oog van een jonge vrouw. Het tijdschrift werd onverwijld aangeklaagd wegens het verspreiden van obscene literatuur. De eerste editie van ”Ulysses” (1922) rolde daarom van een Parijse drukpers. Tot 1933 was ”Ulysses” in Amerika verboden literatuur. De eerste Engelse editie verscheen in 1936. In Ierland verscheen ”Ulysses” tot in de jaren zeventig slechts op de index.
Odysseus
In ”Ulysses” beschrijft Joyce de omzwervingen van twee hoofdpersonen tijdens de bewuste 16e juni 1904 door de straten van Dublin: Stephen Dedalus -de uit Parijs teruggekeerde protagonist van ”A Portrait of the Artist as a Young Man”- en Leopold Bloom, een Joodse advertentiecolporteur. Tijdens de minder dan 24 uur waarin het verhaal zich afspeelt gebeurt er weinig opvallends. Dedalus ruziet met enkele huisgenoten, geeft les aan een school, discussieert over ”Hamlet” in de National Library en gaat naar het bordeel. In de loop van dezelfde dag gaat Bloom naar de slager om een nier te kopen voor zijn ontbijt, loopt een krantenkiosk binnen, begeeft zich naar de National Library, woont een begrafenis bij, gaat zich te buiten aan erotische dagdromen en bezoekt een kraamkliniek waar op dat moment een bevalling gaande is, terwijl hij voortdurend herinnerd wordt aan zijn ontrouwe echtgenote Molly. De paden van Bloom en Dedalus kruisen elkaar nu en dan. Tegen het einde van de roman ontmoeten ze elkaar in een bordeel en neemt Bloom Dedalus met zich mee naar huis.
De titel ”Ulysses” doet iets vermoeden van de enorme complexiteit van de roman. Elk van de achttien hoofdstukken uit ”Ulysses” (de Latijnse naam voor Odysseus) correspondeert op de een of andere wijze met episodes uit de ”Odyssee” van Homerus. Zo doemt achter Leopold Bloom de figuur van Odysseus op, de held van Ithaca, achter Molly Bloom zijn vrouw Penelope en achter Dedalus zijn zoon Telemachus. Het Griekse heldendicht fungeert als archetype waardoor de vaak weinig verheffende, bizarre, soms ook onsmakelijke ervaringen van Bloom en Dedalus een universele, bijna mystieke betekenis krijgen.
Tegelijkertijd werkt de parallel met de ”Odyssee” als contrast. De held van Ithaca en de schlemielige Bloom symboliseren de kloof tussen een verleden waarin de goden mensen tot heldendaden inspireerden en een heden waarin de goden achter de horizon zijn verdwenen. ”Ulysses” heeft dan ook veel weg van een ”mock epic”, een mix van de ”Odyssee” en ”Don Quichot”.
Tijdgeest
Niet geheel onwillekeurig dringt zich de vergelijking op met het beroemde gedicht ”The Waste Land” van T. S. Eliot dat in 1922 verscheen - het jaar waarin ”Ulysses” in boekvorm werd gepubliceerd. Zonder overdrijving kunnen we stellen dat Joyce en Eliot zich waagden aan een identieke onderneming: het ”darstellen” van het moderne bewustzijn. ”Ulysses” is de prozavariant van ”The Waste Land” en in die zin een niet minder integere analyse van het moderne leven waarin zingeving, harmonie en vruchtbaarheid niet langer voorhanden zijn.
In 1923 schreef Eliot een essay getiteld ”Ulysses, Order, and Myth” waarin hij ”Ulysses” de „belangrijkste expressie van het huidige tijdperk” noemde. „Het is een boek waaraan wij allen verplicht zijn en waaraan niemand van ons kan ontsnappen.” Volgens Eliot kan een schrijver niet anders dan het materiaal aanvaarden dat de tijd en de plaats waarin hij zich bevindt, hem aanreikt.
Dublin anno 1904 is niet de vlakte van Troje. De schrijver zal zijn gevoelens en emoties moeten accepteren zoals ze zijn. Het is niet zijn taak deugden uit te vergroten of ondeugden te verkleinen. ”Ulysses” kun je volgens Eliot ook geen roman noemen. De roman heeft zijn tijd gehad. Hij is als vorm niet langer toereikend. De roman was de expressie van een tijd die nog niet alle vorm had verloren. Omdat het moderne bewustzijn echter geen zingeving, harmonie of orde meer ontwaart in de werkelijkheid om zich heen, gebruikt Joyce de mythe om zo een continue parallel te construeren tussen de klassieke en de moderne wereld. Het is zijn manier van ordenen en vormgeven en betekenis verlenen aan „het immense panorama van zinloosheid en anarchie die de contemporaine geschiedenis is.” Eliot kon het weten. Hij had immers in ”The Waste Land” precies hetzelfde gedaan.
Raadsels
De complexiteit van ”Ulysses” is niet alleen te wijten aan de homerische parallellie. Achter iedere episode gaan een eigen kleur, symbool, lichaamsdeel, kunstvorm en schrijftechniek schuil. Zo staan bijvoorbeeld in de tweede episode (”Nestor”) de kleur bruin, de kunstvorm geschiedenis, het symbool paard en de schrijftechniek ”catechismus” centraal, terwijl het lichaamsdeel ontbreekt. Ongetwijfeld schemert hier iets door van de pedanterie die Joyce bepaald niet vreemd was. „Ik heb er zoveel raadsels en puzzels ingestopt dat de professoren nog eeuwenlang zullen ruziën over mijn bedoelingen, en dat is de enige manier om je van je onsterfelijkheid te verzekeren”, merkte Joyce eens op.
Toch gaat het te ver om, zoals Kees Tamboer in zijn overigens zeer leesbare ”Bloomsday: Gids door Dublin en Ulysses van James Joyce”, deze schema’s als misplaatste grap te beschouwen. Hij wijt het aan een van de eerste exegeten van ”Ulysses”, Stuart Gilbert, een huisvriend van Joyce, die er in een in 1930 verschenen studie mee op de proppen zou zijn gekomen. Toch is dat onjuist. In brieven uit de jaren 1920 en 1921 schrijft Joyce expliciet over zijn poging elk van de achttien episoden uit ”Ulysses” vanuit een verschillend perspectief te beschrijven, in evenzoveel verschillende stijlen, waarbij ieder uur, ieder orgaan en iedere kunstvorm verweven zijn met de cyclus van het menselijke lichaam als geheel. Over het succes van deze onderneming kun je inderdaad ernstige twijfels hebben. De schematische opzet doet al te subtiel en mechanisch aan. Ook is het waar dat je ”Ulysses” prima kunt lezen zonder maar het geringste vermoeden te koesteren van organen, kleuren en kunstvormen. Maar dat doet niets af aan de ambitie van de schrijver.
Modern levensgevoel
Hoe complex mag een roman zijn? Hoeveel zinspelingen, verwijzingen, dubbele betekenissen, parallellen en parodieën kan een roman verdragen? Joyce probeert in ”Ulysses” de grenzen te verkennen, niet het minst de grenzen van de taal. Alle taalregisters en stilistische vormen die de cultuurgeschiedenis rijk is, worden van stal gehaald om de ambiguïteit van de taal maximaal uit te buiten. Het tekent niet alleen Joyces ongelofelijke eruditie maar ook zijn onovertroffen virtuositeit.
In de episode waarin Bloom de kraamkliniek bezoekt en zich onderhoudt met dronken artsen en medische studenten komen we een serie parodieën tegen op de geschiedenis van de Engelse taal die zich uitstrekt van het Angelsaksisch tot de taalvormen van de eigentijdse journalistiek. Dit is niet slecht een staaltje van literaire virtuositeit zonder meer. Het voegt een ongedachte dimensie toe aan de bevalling die tijdens de gesprekken aan de gang is. De opeenvolgende fases van de ontwikkeling van de taal weerspiegelen de ontwikkeling van het embryo in de baarmoeder. Een enkele gebeurtenis herhaalt alle gebeurtenissen van dezelfde soort. Zoals in ”Ulysses” de hele geschiedenis zich herhaalt in de gebeurtenissen van een enkele dag.
Deze complexe wereld ontstijgt de grenzen van de rationaliteit. De gedachten van Bloom en Dedalus komen dan ook niet tot ons in geordende, afgeronde formuleringen. Het zijn veeleer associaties die zich vermengen met associaties, flarden van telkens weer onderbroken impressies, die zich samenvoegen tot een stroom van gedachten, gevoelens en verlangens. Inderdaad, precies zoals het leven zich in onze geest afspeelt. Deze zogenaamde ”monologue intérieur” (of ”stream of consciousness”) bereikt zijn climax in de beschrijving van de droom van Molly Bloom die zich als een vloedgolf van beelden, ongehinderd door welke formele conventie dan ook, over de lezer uitstort.
In ”Ulysses” manifesteert zich op de meest concrete wijze de ”all-at-once-ness” van het moderne levensgevoel. Joyce beschrijft niet slechts het moderne bewustzijn, hij stelt het tegenwoordig. Abstracte termen zoals fragmentarisch en caleidoscopisch komen onverwacht tot leven. Joyce laat ons de ”condition humaine” aan den lijve ervaren. Het is aan ons hierop een antwoord te formuleren.
N.a.v. ”Dubliners”, door James Joyce, vert. Rein Bloem; uitg. Athenaeum - Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2004; ISBN 90 253 2258 1; 199 blz.; € 14,95.
”Ulysses”, door James Joyce, vert. Paul Claes en Mon Nys; uitg. De Bezige Bij, Amsterdam, 2004; ISBN 90 234 1436 5; 851 blz.; € 20,-.
”Bloomsday. Gids door Dublin en Ulysses van James Joyce”, door Kees Tamboer; uitg. Bas Lubberhuizen, Amsterdam, 2004; ISBN 90 5937 0554; 192 blz.; € 17,90.