Geschiedenis van het bedreigde boek
De verkoop van boeken is het afgelopen jaar met bijna 5 procent gegroeid, meldde de Nederlandse Boekverkopersbond onlangs. De afzet van elektronische media vertoonde over dezelfde periode een nog veel sterker stijgende lijn. Mochten de cd-roms en de dvd’s de overhand krijgen, dan ligt een monument ter herinnering aan het gedrukte boek al klaar.
Overleeft het gedrukte boek de 21e eeuw? Wie zal het zeggen. De verkoopcijfers over 2003 kun je uitleggen als een onverminderde waardering voor drukwerk, maar ze zouden evengoed het begin van het einde kunnen markeren. Het e-book zit de pocket op de hielen.
De gedachte dat het boek wel eens uit het dagelijks leven zou kunnen verdwijnen, zal bij heel wat liefhebbers van het gedrukte woord beschermende gevoelens wakker roepen. De dreiging vergroot ook de drang om kennis rond de boekdrukkunst en de boekproductie vast te leggen. Kort voor de millenniumwisseling begonnen enkele boekwetenschappers aan het schrijven van hun geschiedenis van het boek. Samen met de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag startten zij het project Bibliopolis, waaruit zowel een website als een boek met dezelfde naam voortkwam.
Losse letter
De geschiedenis van het gedrukte boek begint halverwege de vijftiende eeuw, wat Nederland betreft rond 1455 met de verschijning van een schoolboek voor het leren van Latijn. Overigens is het in die tijd niet het aanbod aan lectuur dat mensen tot lezen aanzet, de zaken liggen eerder andersom. Het met de hand kopiëren van boeken gaat niet snel genoeg bij een stijgende vraag naar teksten. Het zoeken naar nieuwe technieken mondt uit in de ontdekking van de losse letter. Die maakt het mogelijk om in korte tijd een veelvoud van boeken te produceren.
Het gedrukte boek kan zich ontplooien als drager van kennis en als verspreider van cultuurgoed. Informatie die voorheen binnen een kleine groep gebruikers bleef, komt nu voor veel meer mensen beschikbaar. De boekdrukkunst zet de vensters naar de wereld open.
Machtig wapen
Kerken en overheden zijn zich ervan bewust dat hun critici met de boekdrukkunst een machtig wapen in handen krijgen. Met censuurmaatregelen proberen ze de verbreiding van subversieve ideeën te voorkomen. Wanneer in het begin van de zestiende eeuw de stroom van publicaties van kerkhervormers zoals Maarten Luther op gang komt, ziet de kerk zich genoodzaakt hard in te grijpen. Drukkers van reformatorische werken riskeren boetes, inbeslagneming van de oplage en verbanning. Antwerper Adriaen van Berghen is zo’n drukker. Na diverse veroordelingen moet hij naar Holland uitwijken. Daar blijft hij echter actief met het uitgeven en verkopen van ketterse boeken. In 1542 wordt hij om die reden in Den Haag onthoofd.
Dergelijke gebeurtenissen maken duidelijk dat het schrijven van een geschiedenis van de boekdrukkunst meer is dan het vastleggen van bijvoorbeeld de technische en de commerciële kanten ervan. In de beschrijvingen van de boekdrukkunst in de Gouden Eeuw tekent zich een samenleving af die afwijkt van de omringende landen. De Republiek, die zich heeft afgekeerd van Filips II, kent een minder strenge censuur en krijgt daarmee een spilfunctie in het drukken van geschriften die elders verboden zijn. In het oog loopt de alfabetiseringsgraad, die onder gereformeerden vaak nog hoger is dan onder katholieken. Ouders laten hun kinderen leesles geven zodat ze later in de handel actief kunnen zijn, maar ook opdat ze zelf de Bijbel en stichtelijke lectuur kunnen lezen. Vanaf de zeventiende eeuw zijn in de meeste huishoudens wel een Bijbel, een catechismus en een psalm- of liedboek te vinden.
Embleemboeken
Ook waar het de uiterlijke kwaliteit van het boek betreft nemen de Nederlanden lange tijd een vooraanstaande plaats in. Boekdrukkers die in 1585 Antwerpen hebben verlaten omdat de Spaanse troepen hun woonplaats hebben ingenomen, strijken in Noord-Nederland neer en geven door hun vakbekwaamheid een krachtige impuls aan de boekdrukkunst. De gevolgen zijn goed zichtbaar in de literaire producties uit het begin van de zeventiende eeuw. Een staaltje van Hollands vakmanschap vormen de atlassen van Blaeu en de embleemboeken van Roemer Visscher en P. C. Hooft met hun sierlijke letters en oogstrelende gravures.
De volgende eeuwen geven het beeld van een verlichte samenleving waarin de vrijheid van drukpers een groot goed is. Perioden van bloei wisselen echter af met tijden waarin het minder gaat, bijvoorbeeld doordat vreemde machthebbers de pers aan banden leggen (Napoleon, Hitler), of doordat elders de techniek zulke grote sprongen voorwaarts maakt dat het Nederlandse product niet langer de toon aangeeft (industriële revolutie in Groot-Brittannië).
Daarmee beland je uiteindelijk in het heden, waarin er geen grenzen lijken te zijn aan wat aan het papier wordt toevertrouwd. Ook in het kennisnemen van andermans pennenvruchten kun je nauwelijks spreken van belemmerende factoren. Vrijwel iedereen kan zich een bibliotheekabonnement veroorloven en de index met verboden boeken werd al lang geleden opgeheven.
Compleet beeld
Wie de geschiedenis van de boekdrukkunst vastlegt, kan niet volstaan met de beschrijving van een ambacht, maar moet een compleet beeld schetsen van de revolutionaire ontwikkelingen die zij in gang zette. Zijn de auteurs van ”Bibliopolis” erin geslaagd zo’n veelzijdig standaardwerk te componeren? Ja en nee.
Het ontbreekt in ”Bibliopolis” niet aan feiten en wetenswaardigheden over tal van aspecten van de boekdrukkunst over een periode van meer dan vijf eeuwen. Elk hoofdstuk gaat uitgebreid in op het uiterlijk, de productie, de distributie en de consumptie van het boek in een tijdsbestek van zo’n honderd jaar. Drukker Christoffel Plantijn passeert de revue, er is aandacht voor lettersnijders, papiermakers en boekbinders, de boekhandel wordt onder de loep genomen en de auteurs pogen een profiel te schetsen van het lezerspubliek van korte en langere tijd geleden.
De versnippering breekt het standaardwerk echter gevoelig op. Dat vloeit voort uit de ontstaanswijze. Het project ”Bibliopolis” begon met het vastleggen van gegevens over de boekdrukkunst op internet. Via de website www.bibliopolis.nl kan de bezoeker naar hartelust schatgraven in de wereld van het gedrukte boek en het ene fraaie plaatje na de andere op zijn beeldscherm toveren.
Maar deze multifunctionele opzet laat zich niet met de ouderwetse boekvorm combineren. Wat op internet overzicht biedt -een indeling in paragrafen die steeds hetzelfde thema in een andere periode belichten- werkt op papier alleen vermoeiend. Enerzijds omdat er geregeld sprake is van elkaar overlappende tekstgedeelten, anderzijds omdat je als lezer de voortgang van de ontwikkelingen liever in één keer van begin tot eind voorgeschoteld krijgt.
De gedrukte ”Bibliopolis” moet het vooral hebben van zijn functie als naslagwerk. Op dat gebied staat het met zijn uitgebreide literatuurverwijzingen en registers zijn mannetje. Of kopers uit de brede doelgroep waar de samenstellers op mikken -iedereen met liefde en belangstelling voor het Nederlandse boek- het werk van a tot z zullen lezen, waag ik te betwijfelen. Mogelijk maken de vele illustraties het gemis aan samenhang in de tekst goed.
N.a.v. ”Bibliopolis. Geschiedenis van het gedrukte boek in Nederland”, door Marieke van Delft, Clemens de Wolf e.a.; uitg. Waanders/Koninklijke Bibliotheek, Zwolle/Den Haag, 2004; ISBN 90 400 8780 6; 317 blz.; € 34,95.