KLM vervoerde vooral meer passagiers naar Europese bestemmingen en het Amerikaanse continent. Op Afrika en het Midden-Oosten was KLM naar eigen zeggen in staat om bij een geringe capaciteitsgroei de bezettingsgraad met bijna 3 procent te laten stijgen.

Bij prijsvechter Transavia was volgens KLM wel sprake van een negatief effect van passagiers en capaciteit, doordat er sinds eind oktober niet meer op München wordt gevlogen. Bij Transavia als geheel, inclusief de Franse activiteiten, was sprake van een passagiersgroei van 7,2 procent.

De Franse tak van de luchtvaartgroep vervoerde bijna 4 miljoen reizigers, 3 procent meer dan een jaar eerder. De vliegtuigen van de luchtvaartcombinatie zaten gemiddeld voor 85,2 procent vol. Bij KLM gold dit in doorsnee voor 86,5 procent van de stoelen.

Qua vracht was sprake van een groei met 6,9 procent. De capaciteit steeg daarbij met 4 procent. Daarmee viel de gemiddelde bezettingsgraad van vrachtvluchten 1,7 procent hoger uit.