P. ging zelf in hoger beroep omdat hij de acht jaar celstraf, die de rechtbank in Alkmaar hem oplegde, te zwaar vond. Tijdens de behandeling in hoger beroep beweerde advocaat W. Anker dat laks en soms onrechtmatig handelen van diverse instanties zou hebben geleid tot de wanhoopsdaad van zijn cliënt.

P. was de directe buurman van het 78–jarige slachtoffer. Na veel klachten uit de buurt besloot de rechter dat de dementerende man uit zijn woning moest worden gezet. Gekleed in alleen een onderbroek zat de dementerende man voor zijn lege huis. Alles was, op zijn rollator na, weggehaald. Buurtbewoners kregen medelijden met de man braken het huis open zodat hij weer een dak boven zijn hoofd had.

P., die amper had geklaagd, zocht hulp bij instanties maar kreeg steeds nul op rekest. Voor het einde van de maand moest er volgens P. iets gebeuren. De verminderd toerekeningsvatbare verdachte overwoog zelfmoord te plegen, maar besloot uiteindelijk zijn buurman van het leven te beroven. Hij sloeg, geïnspireerd door een Baantjer aflevering, zijn buurman met een kandelaar de hersenen in.

Volgens advocaat–generaal F. Posthumus had de verdachte, die een hekel heeft aan autoriteit, zich geïdentificeerd met het slachtoffer. Volgens verklaringen van buurtbewoners had P. alles geprobeerd om de situatie van zijn buurman een beetje leefbaar te maken. Buurtbewoners hielden een handtekeningenactie voor strafvermindering.

De gemeente Enkhuizen stelde na het voorval een meldpunt in om gebeurtenissen als deze te voorkomen.