Politiek

Coalitiepartijen die verdeeld stemmen; nou en?

De kracht van een coalitie zit ondermeer in het ontspannen kunnen omgaan met verschillen. VVD, CDA, D66 en ChristenUnie, de vier deelnemers aan Rutte III, moeten daarin klaarblijkelijk nog groeien.

2 December 2017 17:43Gewijzigd op 16 November 2020 12:07
CU-Kamerlid Voordewind, beeld ANP, Lex van Lieshout.
CU-Kamerlid Voordewind, beeld ANP, Lex van Lieshout.

Armeense Nederlanders moesten twee weken geleden even slikken. Lazen zij het goed? Haalde een door PVV-Kamerlid De Roon ingediende motie die het kabinet opriep om eindelijk eens op te houden met dat halfslachtige en bange spreken over „de kwestie van de Armeense genocide” en het voortaan ronduit te hebben over „de Armeense genocide”, geen meerderheid? En had die motie wél een meerderheid kunnen halen als CDA, ChristenUnie en D66 voor hadden gestemd?

Jawel, ze lazen het goed. Terwijl de twee christelijke coalitiepartijen, en ook D66, het inhoudelijk geheel met de motie eens waren, stemden zij desondanks tegen.

Gevraagd om uitleg stelde CU-Kamerlid Voordewind dat hij „natuurlijk liever voor had gestemd”, maar dat VVD, CDA, D66 en Christen-Unie nu eenmaal in het regeerakkoord een bepaald tijdstraject hebben afgesproken. Daarin is ondermeer een nog te houden Kamerdebat opgenomen. Voordewind wilde zich aan deze afspraak houden, zo lichtte hij toe.

Tja, het is een uitleg. Maar wel één die meteen nieuwe vragen oproept. Want wat zou er nu eigenlijk op tegen zijn geweest als de drie coalitiepartijen én de motie hadden gesteund én zich gecommitteerd hadden aan de besluitvormingsroute uit het regeerakkoord? Niets toch?

Behalve natuurlijk dat de VVD-top, met name Rutte en Zijlstra, er tegen waren. Want daar zit de crux. Zij willen om allerlei redenen Turkije te vriend houden en proberen een openlijke erkenning van de Armeense genocide door het Nederlandse kabinet op zijn minst te vertragen.

Wat de kwestie in elk geval laat zien, is dat regeren vaak pijn doet. Is het niet eveneens anderhalve week geleden dat een SGP-motie die het kabinet vraagt werk te maken van het verkleinen van de belastingkloof tussen één- en tweeverdieners geen meerderheid kreeg? Ook hier omdat twee coalitiepartijen, ChristenUnie en CDA, die er eigenlijk voor zijn, om coalitieoverwegingen tegen stemden.

Ja, regeren doet pijn. Maar de vraag is of het altijd zo veel pijn moet doen als partijen denken. Er bestaat ook nog zoiets als onnodige zelfkwelling, namelijk als je als coalitiepartij denkt dat je bij elke Kamerstemming één lijn moet trekken. Op dezelfde dag dat over de genocidemotie werd gestemd, sprak de Kamer zich ook uit over een motie van de PVV om Jeruzalem te erkennen als ongedeelde hoofdstad van Israël. Daar mocht de ChristenUnie van grote baas Rutte wel voor stemmen. En waarom ook niet?

Ook de achterliggende week liet diverse voorbeelden zien van verdeeld stemmen binnen de coalitie. Bij het onderdeel sport en bewegen van de VWS-begroting gingen de wegen van het viertal bij twee moties uiteen. Bij de begroting Buitenlandse Handel zagen we dit verschijnsel vier keer, en bij de Defensiebegroting twee keer.

Dat doet het vermoeden rijzen dat er sprake is van een leerproces. Met vallen en opstaan is deze coalitie bezig te ontdekken dat het krampachtig dichtplamuren van kieren minder bijdraagt aan de stabiliteit van dit politieke kwartet dan regelmatig de conclusie trekken: we agree to disagree (we zijn het erover eens dat we het oneens zijn).

De partijen van Rutte III zullen ook wel moeten. Juist in een brede coalitie van vier partijen is het toch ondoenlijk om het voortdurend geforceerd eens te zijn, elkaar de mond te snoeren en elkaar achterdochtig in een houdgreep te nemen?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer