Gehandicapte Henk Anker: Mijn leven is wonderlijk geleid
Soms zat hij met gebalde vuisten in zijn rolstoel. „Vooral als deze stukging en ik mij nog afhankelijker voelde.” Andere keren mocht Henk Anker „hartelijk buigen” onder Gods goedheid. „Met mijn levensbeschrijving wil ik laten zien dat de Heere het leven van mensen met een beperking soms wonderlijk leidt. Hopelijk mogen degenen die een ander kruis dragen ook iets aan mijn boekje hebben.”
Na één druk op de knop zwaait de voordeur van de Goudse woning van Henk (53) en Janie (50) Anker open. Anker wacht het bezoek in de gang op. Opstaan voor een begroeting is er niet bij. Na zijn geboorte kreeg hij enkele hersenbloedingen. Dit had tot gevolg dat hij niet kan lopen, moeilijk te verstaan is en dat hij regelmatig ongecontroleerde bewegingen met zijn ledematen maakt.
Het valt te lezen in ”Leven met een handicap”, een „eenvoudig boekje” dat vrijdag in de Graaf Jan van Nassauschool in Gouda werd gepresenteerd. Anker doet sinds 1990 vrijwilligerswerk op deze school.
Zondag is het 25 jaar geleden dat de algemene vergadering van de Verenigde Naties 3 december uitriep tot Internationale Dag van Mensen met een Beperking. Met deze dag hopen de Verenigde Naties de discussie over mensenrechten en gelijke kansen voor mensen met een functiebeperking op de agenda te houden.
Merkt u daar iets van?
„Ik voel mij meer geaccepteerd dan vroeger. Omstanders zijn opener geworden. In het verleden werden mensen met een beperking veelal binnenshuis gehouden. Toen ik 45 jaar geleden de weg op ging met een peddelwagen –een kar met een hefboom die je heen en weer moet bewegen– belden mensen ongerust naar mijn moeder. Sommigen discussieerden zelfs in mijn bijzijn over de vraag of ik wel alleen op pad mocht gaan. Mijn moeder had veel verdriet om mijn beperking. Hoewel ze wist dat er risico’s aan verbonden waren als ik op pad ging, gaf ze in dergelijke gesprekken aan dat het ook voor mij belangrijk was om mijn weg in het leven te vinden.
Het voelde dubbel om over mijn levensweg te schrijven, want we zijn in de gereformeerde gezindte gewend om gering over onszelf te denken. Enkele jaren geleden ben ik er een tijdje mee gestopt. Totdat een vrouw uit onze gemeente –de gereformeerde gemeente in Gouda– zei dat ik een verhaal te vertellen heb. Het gaat ten diepste niet om mij, maar over de leiding van God in mijn leven.”
Kunt u voorbeelden van Gods leiding geven?
„Graag noem ik twee voorbeelden. Ik ging al jarenlang naar een activiteitencentrum en had het daar niet helemaal naar mijn zin. In een moedeloze bui belde ik een bestuurslid van de Ds. N. H. Beversluisschool in Gouda met de vraag of ik wat typewerk voor deze school kon doen. Nadat ik een positieve reactie kreeg, kocht ik een computer en heb ik het schoolwerkplan van de Beversluisschool gedigitaliseerd. Dit ging ik ook voor andere scholen doen.
Aan de toenmalige directeur van de Graaf Jan van Nassauschool in Gouda, N. Verdouw, vroeg ik of ik het computerwerk op school mocht doen. In 1990 ben ik op deze school begonnen en doe er nog altijd vier middagen in de week vrijwilligerswerk. Ik help bij de leerlingenadministratie en bij de verwerking van sociogrammen die de leerlingen hebben gemaakt. Op school heb ik, net als thuis, een eigen werkkamer met een computer.”
Wat betekent uw werk voor u?
„Ik ben dankbaar dat ik nuttig bezig kan zijn. Eerder voelde ik mij vaak doelloos en had ik het gevoel dat er niemand op mij zat te wachten. Het vrijwilligerswerk heeft mijn gevoel van eigenwaarde versterkt. Datzelfde geldt voor mijn huwelijk met Janie.”
U ervaart uw huwelijk ook als een geschenk?
„Ja, als het tweede voorbeeld van Gods wonderlijke leiding. Ik ben regelmatig verliefd geweest. Dat ik steeds nul op het rekest kreeg, deed mij veel verdriet. Toen het Gods tijd was, ging het echter vanzelf. Zonder dat ik er erg in had. In 1996 was ik in Lemele op vakantie met een groep mensen met een beperking. Elke keer werd ik door Janie geholpen. Ik kreeg bijna medelijden met haar. Pas later vertelde Janie mij dat ze zelf haar best deed om mij zo veel mogelijk te helpen. In 1999 zijn we getrouwd. De weg naar ons huwelijk was niet makkelijk. Sowieso blijft het een zoektocht om op een goede manier met elkaar om te gaan.”
Een zoektocht?
„Janie en ik houden veel van elkaar. Tegelijkertijd vindt Janie het nogal eens moeilijk voor mij dat ik zo beperkt ben, terwijl ik daar op die momenten vaak minder last van heb. Ik weet tenslotte niet beter. Het is goed om dergelijke gevoelens met elkaar te delen.
Het valt mij soms zwaar dat Janie er thuis helemaal alleen voor staat, want ik kan nog geen kop koffie voor haar zetten. ’s Morgens en ’s avonds komen mensen van Agathos mij verzorgen. Als Janie werkt, zijn zij ook overdag enkele keren nodig om bijvoorbeeld eten en drinken klaar te zetten.”
Hoe zorgt u samen voor een goede balans?
„Janie voelde zich tot voor kort te verantwoordelijk voor mij. Het was een traumatische ervaring voor haar dat ik een keer bijna ben gestikt in een spruit. Sindsdien stond ze altijd op scherp, maar dat houdt geen mens vol. Vorig jaar werd dit haar te veel. Ze leert nu meer afstand van mij te nemen en is onlangs bijvoorbeeld twee dagen bij een nicht in Zeeland geweest. Dat is ook goed voor onze relatie en zorgt ervoor dat de spontaniteit behouden blijft.”
Vindt u het lastig dat u niet altijd goed verstaanbaar bent?
„Nee, al maak ik van alles mee. Pas was ik in een speelgoedwinkel om scrabble voor Janie te kopen. Alle personeelsleden én klanten deden hun best om mij te verstaan. Zoiets komt regelmatig voor, ook tijdens vergaderingen. Wat ik zeg, wordt soms door tien mensen vertaald. Geweldig, toch? Die betrokkenheid doet mij ontzettend goed, want mensen kunnen ook zeggen dat ik maar mijn mond moet houden.”
U bent ondernemend. U reed diverse keren in uw eentje naar uw broer in Emmeloord, een tocht van ruim 130 kilometer.
„Als je niet ondernemend bent, kom je nergens. Ik maakte die ritten naar mijn broer voor de lol. Net zoals sommige broers op hun zestiende op hun brommer naar Rijssen gingen. Ik reed in mijn Arola, een aangepast autootje, naar Emmeloord. Nu zie ik die reisjes als kwajongensstreken.
Ik ben best naïef en dacht altijd dat dit een negatieve eigenschap is. Tot een psycholoog mij onlangs zei dat ik door die naïviteit juist onbevangen in het leven sta.”
Als kind gaf u thuis vaak Psalm 121 op om te zingen. Welke psalmen betekenen nu veel voor u?
Geëmotioneerd: „Psalm 18:9: „Des Heeren weg is gans volmaakt en recht; Doorlouterd, rein en trouw al wat Hij zegt.” Als je daaruit leeft, kan de Heere geen kwaad meer doen.
Een ander Bijbelgedeelte is Psalm 2:3: „Durft gij bestaan te twisten met Mijn kracht? Zal nietig stof Mij ’t hoog gezag ontwringen?” Zaterdag heb ik nog twee zussen, die weduwe zijn, op deze passage gewezen. Mijn boek is niet alleen bedoeld voor mensen met een beperking, maar voor alle kruisdragers. Als je je kruis in Gods hand mag leggen, gaat de hand op de mond. Dat moet je wel gegeven worden, anders blijf je opstandig.”
Die opstandige momenten kent u ook?
„Toen mijn ouders vijftig jaar waren getrouwd, werden er veel foto’s gemaakt. Ik vond het heel confronterend dat ik als enige van de familie in een rolstoel zat. Kort daarna was ik onderweg naar de Graaf Jan van Nassauschool en kwam er met kracht in mijn ziel dat dit Gods wil was en mocht ik daar hartelijk onder buigen.”
Wat wilt u mensen meegeven?
„Ze moeten zich niet blindstaren op de dingen die ze missen, maar kijken naar de zaken die ze ontvingen. Het glas is niet halfleeg, maar halfvol. Als je mag buigen onder Gods wil ben je op het beste plekje. Wedergeboorte is en blijft voor iedereen het meest noodzakelijk. Het leven gaat voorbij en waar zullen we dan onze ogen opslaan?”
Boekgegevens
Leven met een handicap. Levensbeschrijving van H. Anker, Henk Anker; uitg. de Ramshoorn, Goes, 2017; ISBN 9789461151087; 136 blz.; € 14,95.