Economie

Toekomst landbouwbeleid EU: minder centraal, wel groener

De Europese Commissie heeft woensdag haar ideeën voor een vernieuwing van het Europees landbouwbeleid na 2020 gepresenteerd. Dit raakt alle Europeanen.

30 November 2017 20:43Gewijzigd op 16 November 2020 12:05
Landbouwcommissaris Hogan presenteert de plannen voor het toekomstige landbouwbeleid van de Europese Unie. Lidstaten krijgen een grotere vinger in de pap bij de uitvoering. beeld EPA, Olievier Hoslet
Landbouwcommissaris Hogan presenteert de plannen voor het toekomstige landbouwbeleid van de Europese Unie. Lidstaten krijgen een grotere vinger in de pap bij de uitvoering. beeld EPA, Olievier Hoslet

Wat is dat eigenlijk, het Europees landbouwbeleid?

Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) zorgt er sinds 1962 voor dat Europese burgers voldoende voedsel van goede kwaliteit kunnen kopen, tegen betaalbare prijzen, terwijl de boeren een redelijk inkomen verdienen. De subsidiepot is groot: jaarlijks vloeit er zo’n 59 miljard euro naar de 28 lidstaten, een kleine 40 procent van de Europese begroting. Vroeger was dat aandeel nog veel groter en het zal de komende jaren verder omlaaggaan. Boeren moeten hun inkomen gewoon uit de markt kunnen halen, vindt Brussel.

Nederlandse boeren doen dat al grotendeels: zij eten relatief zuinig mee uit de Brusselse ruif. Vorig jaar kregen ze 736 miljoen euro aan zogeheten directe inkomenssteun, in de vorm van een vast bedrag per hectare landbouwgrond. Daarnaast gaat er zo’n 150 miljoen euro naar projecten om de afzet van land- en tuinbouwproducten te bevorderen en 85 miljoen euro naar plattelandsontwikkeling.

Wat wil de Commissie veranderen?

Het GLB wordt elke zeven jaar aangepast. Deze keer hebben 330.000 Europese burgers via een internetconsultatie meegedacht. Eurocommissaris Hogan (Landbouw) maakte woensdag duidelijk dat in de volgende periode, die in 2021 start, subsidiestromen gaan veranderen en lidstaten meer ruimte krijgen voor een eigen invulling van het beleid.

Wel blijft de hele EU dezelfde doelen nastreven. Die beperken zich allang niet meer tot voedselzekerheid en boereninkomens. Leefbaarheid van het platteland, klimaat en biodiversiteit zijn steeds belangrijker geworden. Die trend zet door.

Wat betekent dit voor de boeren?

De directe steun wordt evenwichtiger verdeeld. Grote ontvangers worden gekort, ten gunste van kleinere bedrijven. Een in oktober uitgelekt concept voorzag in een subsidieplafond van 60.000 tot 100.000 euro per bedrijf per jaar, maar dat werd door Hogan niet meer genoemd. Het geld moet ook alleen bij „echte” boeren terechtkomen, waar nu nog allerlei instellingen die grond in bezit hebben meeprofiteren.

Daarnaast wil de Commissie dat boeren zich meer inzetten voor milieu en klimaat. Ze worden beloond als ze vooruitgang boeken, in plaats dat ze –zoals tot nu toe– boetes krijgen als ze zich niet aan gedetailleerde regels houden.

En wat merken consumenten van de veranderingen?

De winkelschappen blijven gevuld met betaalbaar voedsel van een hoge kwaliteit. Dat dit voedsel steeds duurzamer geproduceerd wordt, is een feit maar zal niet direct opvallen. Verder wordt het platteland langzaam maar zeker groener. Ook blijft Europa subsidie verstrekken aan allerlei projecten die de economie op het platteland versterken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer