Opinie

Het geld van de zending

Hoeveel zendelingen hebben in de loop der eeuwen het Evangelie over de wereld verspreid? Het moeten er vele duizenden zijn geweest. Uitgezonden door kerken of organisaties, gehoorzaam aan de opdracht van de Koning van de Kerk. Gaat heen! Onderwijzend en dopend. Zonder beurs of reiszak (”buidel of male”). In afhankelijkheid. Veel van het werk van de ”apostoloi” (gezondenen) –met name uitgevoerd vanuit de westerse landen– is beschreven. Ook recent verschenen er weer diverse boeken. Dan blijkt dat verspreiding van het Evangelie niet makkelijk is. Mensen zitten –generaliserend gesproken– niet te wachten op ‘de zendeling’, hongeren heus niet zomaar naar het Woord. Waar mensen wél belangstelling voor hebben, zijn de voordelen van de zending. Onderwijs, zorgverlening, ontwikkelingssteun. Want Woord en daad gingen altijd hand in hand. Een kliniekje, een waterput, sanitair; wie kan het Woord brengen zonder oog te hebben voor de materiële nood? Met weinig geld kon al veel gedaan worden om leefomstandigheden te verbeteren.

Hoofdredactie
30 November 2017 14:03Gewijzigd op 16 November 2020 12:05
Bij de Masai in Kenia. beeld Purple Wolf Productions
Bij de Masai in Kenia. beeld Purple Wolf Productions

Maar hetzelfde geld kon en kan de voortgang van het Evangelie danig in de weg staan. Zo vaak is te lezen hoe dopelingen later broodchristenen bleken. Zij wilden –zo begrijpelijk– profiteren van wat er in het kielzog van het Woord meekwam. Elke kerk of organisatie die zich met zending bezighoudt, kan ervan meepraten. Geld beïnvloedt de verhouding tussen mensen, ook in de godsdienst. „Wie de heer is in het land, zet de godsdienst naar zijn hand.” Die oude uitdrukking is nog steeds veelzeggend. Die invloed kan aan twee zijden ontsporen. Een zendingskerk of -organisatie kan geld (misschien zelfs wel onbedoeld) als middel gebruiken om eigen wensen kracht bij te zetten, desnoods af te dwingen. Er is –bij al het goede– al heel wat ontkiemend zendingszaad vertrapt vanwege de macht van het geld. De ‘ontvangende’ gemeente (als die er al is) kan vanuit de begeerte naar westers geld, eeuwigheidsbelangen gemakkelijk uit het oog verliezen. Wat de een ervaart als een moeder-kindverhouding ervaart de ander al snel als patriarchaal gedrag. Wat leidt tot gefrustreerd zelfrespect van de ‘ontvangende’ gemeente.

Steeds meer wordt het woord ”gelijkwaardigheid” gebruikt in zendingsrelaties. Terecht, hoewel altijd bedacht moet worden dat van werkelijke gelijkwaardigheid geen sprake is zolang er geen gelijkheid is. Het blijft een theoretisch ideaal. Misschien is het woord ”respect” in dit verband beter. Wederzijds respect.

Verdere loskoppeling van Woord en daad lijkt een goede stap. De zending houdt zich bezig met Woordverkondiging, andere organisaties verzorgen de diaconale taken. Toch blijft dit cosmetisch. Het diaconaat is immers een voluit Bijbelse, en ook kerkelijke taak. Maar ook omdat de ‘ontvangende’ gemeente heel goed begrijpt dat zowel de linker- als de rechterbroekzak bij dezelfde pantalon horen.

„Zonder buidel of male.” Had het misschien een verstrekkender bedoeling? Ging het om meer dan alleen afhankelijkheid? Had de zendende Meester misschien ook gelijkwaardigheid op het oog?

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer