Het ‘megaproces’ waar woensdag een federale rechtbank in Buenos Aires onder anderen de 65-jarige Nederlandse piloot Julio Poch vonnist, behoort tot belangrijkste waarin vermeende schenders van mensenrechten in de jaren zeventig en tachtig worden berecht.

Maar die processen worden steeds vaker bekritiseerd sinds het einde van de linkse regeringen van het echtpaar Néstor Kirchner (2003-2007) en Cristina Kirchner (2007-2015).

De huidige president Mauricio Macri liet zich in oktober tijdens een bezoek aan Brazilië ontvallen dat „de Argentijnse politiek helaas in de afgelopen dertig jaar de justitie heeft vergiftigd”. De prominente jurist Horacio Lynch klaagde eerder in krant La Nación dat de Argentijnse justitie op grote schaal „mensenrechten schendt en dat rechtvaardigt uit naam van de mensenrechten”.

Onder de 54 beklaagden in het al vijf jaar durende megaproces zijn prominente figuren uit de militaire dictatuur. Maar bij de vervolging van veel beklaagden in dergelijke zaken wordt volgens Lynch geen deugdelijk bewijs aangevoerd. De beklaagden verdwijnen „op basis van vage beschuldigingen in een Argentijnse goelag”. Tijdens de regeringen-Kirchner verloor de rechter zijn neutrale status, omdat de Staat volgens Lynch „hoe dan ook veroordelingen” wil.